NADERE REGELGEVING TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG 2019 REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

NADERE REGELGEVING TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG 2019 REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug’;

Besluit de volgende nadere regelgeving vast te stellen:

NADERE REGELGEVING TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG 2019 REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG

op grond van artikel 2 en 3 van de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang 2019 RDWI KRH.

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomens Kromme Rijn Heuvelrug;

  • b. de verordening: Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang 2019 Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug;

  • c. de wet: Wet kinderopvang;

  • d. het besluit: Besluit kinderopvangtoeslag;

  • e. kinderopvang: kinderopvang als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de wet;

  • f. doelgroepouder: de ouder als bedoeld in artikel 1, onder d, van de verordening;

  • g. sociaal-medische geïndiceerde: de ouder als bedoeld in artikel 1, onder e, van de verordening.

Artikel 2 Tegemoetkoming doelgroepouders

  • 1. De tegemoetkoming in de eigen bijdrage wordt verstrekt voor de duur als bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het besluit;

  • 2. Als de feitelijke duur van de kinderopvang korter is dan de in het eerste lid bedoelde duur, wordt de tegemoetkoming verstrekt voor de feitelijke duur van de kinderopvang;

  • 3. De tegemoetkoming wordt toegekend voor het aantal uren als bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het besluit;

  • 4. Als het feitelijke aantal uren kinderopvang lager is dan het in het derde lid bedoelde aantal uren, wordt de tegemoetkoming verstrekt voor het feitelijke aantal uren kinderopvang;

  • 5. De tegemoetkoming wordt toegekend over het maximumuurtarief als bedoeld in artikel 4, eerste lid van het besluit;

  • 6. Als het feitelijke uurtarief lager is dan de in het vijfde lid bedoelde uurtarief, wordt de tegemoetkoming verstrekt over het feitelijke uurtarief;

  • 7. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 6 van het besluit;

Artikel 3 Tegemoetkoming sociaal-medisch indiceerden

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische indicatie wordt alleen toegekend als opvang binnen het eigen netwerk en/of vrijwillige circuit niet mogelijk is en de behoefte aan opvang niet kan worden ondervangen door gesubsidieerde peuteropvang en/of VVE;

  • 2. De tegemoetkoming wordt toegekend onder voorbehoud van een door de sociaal-medisch geïndiceerde te ondertekenen ondersteuningsplan;

  • 3. De tegemoetkoming wordt toegekend voor de in het ondersteuningsplan gestelde duur;

  • 4. Als de feitelijke duur van de kinderopvang korter is dan de in het derde lid bedoelde duur, wordt de tegemoetkoming verstrekt voor de feitelijke duur van de kinderopvang;

  • 5. De tegemoetkoming wordt toegekend voor het in het ondersteuningsplan gestelde aantal uren;

  • 6. Als het feitelijke aantal uren kinderopvang lager is dan het in het vijfde lid bedoelde aantal uren, wordt de tegemoetkoming verstrekt voor het feitelijke aantal uren kinderopvang;

  • 7. De tegemoetkoming wordt toekend over het maximumuurtarief als bedoeld in artikel 4, eerste lid van het besluit;

  • 8. Als het feitelijke uurtarief lager is dan de in het vijfde lid bedoelde uurtarief, wordt de tegemoetkoming verstrekt over het feitelijke uurtarief.

  • 9. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt het inkomensafhankelijk percentage van de kosten van kinderopvang als bedoeld in artikel 6 van het besluit.

  • 10. De tegemoetkoming wordt voor inkomens tot 110% van de geldende bijstandsnorm aangevuld met de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

    • a.

      naam, adres en burgerservicenummer van de ouder, eventuele partner en kind of kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen beslissen over de aanvraag;

  • 2. Het dagelijks bestuur kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het dagelijks bestuur vast te stellen aanvraagformulier;

  • 3. Indien de ouder een partner heeft wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner;

  • 4. Het dagelijks bestuur beslist over de aanvraag als bedoeld in het eerste lid binnen 8 weken na ontvangst;

  • 5. Het dagelijks bestuur kan de beslissing als bedoeld in het vierde lid met ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 5 Beschikking

  • 1. De beschikking bevat in ieder geval de gemotiveerde vaststelling dat de ouder wel of niet doelgroepouder of sociaal-medisch geïndiceerde is;

  • 2. De toekennende beschikking bevat in ieder geval:

    • a.

      naam en vestigingsplaats van de kinderopvanginstelling;

    • b.

      duur waarvoor de tegemoetkoming wordt verstrekt;

    • c.

      aantal uren waarvoor de tegemoetkoming wordt verstrekt;

    • d.

      uurtarief waarover de tegemoetkoming wordt verstrekt;

    • e.

      het bedrag van de tegemoetkoming;

    • f.

      de wijze waarop het bedrag is bepaald;

    • g.

      de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

    • h.

      de verplichtingen van de ouder;

  • 3. De afwijzende beschikking bevat in ieder geval de reden van afwijzing, indien deze anders is dan het niet zijn van doelgroepouder of sociaal-medisch geïndiceerde zoals bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

Het dagelijks bestuur kan afwijken van een bepaling uit deze nadere regelgeving als toepassing van die bepaling een onredelijke uitkomst heeft voor een belanghebbende. Een uitkomst is in ieder geval onredelijk als de doelen van de in artikel 1 van deze nadere regelgeving genoemde wet of de doelen van deze verordening door het toepassen van de bepaling niet worden gehaald. In gevallen waarin deze nadere regelgeving niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 7 Citeertitel

Deze nadere regelgeving wordt aangehaald als: Nadere Regelgeving tegemoetkoming kosten kinderopvang 2019 RDWI.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze nadere regelgeving treedt in werking op 1 januari 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug’ in zijn vergadering van 26 september 2018.

Voorzitter, Directeur,

S. Jansen R. Geerling