Organisatieverordening RUD Zeeland 2013

Geldend van 02-07-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 05-11-2013

Intitulé

Organisatieverordening RUD Zeeland 2013

Het dagelijks bestuur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland,

Gelet op:

- Artikel 35, derde lid onder a, van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland;

- Artikel 2, derde lid, van het Delegatiebesluit RUD Zeeland 2013

Besluit vast te stellen:

de Organisatieverordening RUD Zeeland 2013.

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland is van toepassingop dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Regionale uitvoeringsdienst bedoeld inartikel 27, tweede lid, van de regeling;

  • b.

    controller: de controller van de RUD, bedoeld in artikel 5, tweede lid;

  • c.

    deelnemers: de rechtspersonen achter de aan de regeling deelnemende bestuursorganen, te wetende gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen, de provincie Zeeland en het waterschapScheldestromen;

  • d.

    hoofden: het Hoofd Staf, bedoeld in artikel 5, eerste lid, het Afdelingshoofd Vergunningverlening,bedoeld in artikel 7, en het Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving, bedoeld in artikel 9;

  • e.

    managementteam: het managementteam bedoeld in artikel 3, derde lid, en

  • f.

    organisatieonderdelen: de onderdelen van de ambtelijke organisatie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2 Hoofdstructuur

  • 1.

    Ingesteld worden de volgende onderdelen van de ambtelijke organisatie:

    • a.

      de Staf;

    • b.

      de Afdeling Vergunningverlening, en

    • c.

      de Afdeling Toezicht en Handhaving.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat, overeenkomstig artikel 26, eerste lid, van deregeling, de directeur. De benoeming van de directeur geschiedt op voordracht van het dagelijksbestuur.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de controller. Alvorens het dagelijks bestuur totbenoeming overgaat, stelt het de directeur in de gelegenheid een advies te geven.

Hoofdstuk 2 Structuur, taken en functies van de onderdelen van de ambtelijke organisatie

Afdeling 2.1 Directeur en managementteam

Artikel 3 Taken en bevoegdheden directeur en managementteam

  • 1.

    De ambtelijke organisatie staat onder leiding van de directeur.

  • 2.

    De directeur heeft de taken en bevoegdheden, genoemd in de regeling en in het bijzonder in artikel27 van de regeling. De directeur heeft in elk geval de volgende taken:

    • a.

      leidinggeven aan de ambtelijke organisatie;

    • b.

      zorg dragen voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en de dienstverlening;

    • c.

      besluiten over de inzet van en het beheren van middelen;

    • d.

      bijstaan en adviseren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, en de voorzitter bij de uitoefening van hun taken, en

    • e.

      bewaken van de eenduidigheid in het functioneren van de Regionale uitvoeringsdienst als geheel en het borgen van de verbinding met vertegenwoordigers van de deelnemers.

  • 3.

    De directeur vormt samen met de hoofden het managementteam. Het managementteam is verantwoordelijk voor de algehele coördinatie van werkzaamheden van de ambtelijke organisatie.

  • 4.

    Het managementteam verdeelt onderling de portefeuilles voor het accountmanagement voor de volgende accounts voor de deelnemers:

    • a.

      de provincie Zeeland;

    • b.

      het waterschap Scheldestromen;

    • c.

      de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen;

    • d.

      de gemeenten Middelburg, Schouwen-Duiveland, Veere en Vlissingen, en

    • e.

      de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen.

  • 5.

    De directeur en het managementteam worden bijgestaan door de eenheid staf en in het bijzonder de controller.

  • 6.

    Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur een instructie voor de directeuren voor het managementteam vast.

  • 7.

    De directeur is bestuurder als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden voor de Regionale uitvoeringsdienst als geheel en overlegt met de ondernemingsraad.

Artikel 4 Plaatsvervanging

  • 1.

    De leden van het managementteam kunnen elkaar bij afwezigheid vervangen. De directeur stelt hiervoor een plaatsvervangingsprotocol vast. Het plaatsvervangingsprotocol behoeft de goedkeuring van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid kunnen de leden van het managementteam elkaar ook in andere situaties vervangen. De directeur stelt hiervoor in het plaatsvervangingsprotocol, bedoeld in het eerste lid, nadere regels.

  • 3.

    In aanvulling op het eerste lid kunnen het Afdelingshoofd Vergunningverlening en het Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving zich ook door onder hen ressorterende ambtenaren laten vervangen voortaken die in mandaat worden uitgevoerd voor de colleges, indien een goede uitoefening van de taken zulks vereist. Vervanging overeenkomstig de vorige zin wordt opgenomen in het plaatsvervangingsprotocol bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de directeur.

Afdeling 2.2 De staf

Artikel 5 Structuur en leiding staf

  • 1.

    De Staf staat onder leiding van het Hoofd Staf.

  • 2.

    De Staf kent naast andere functies in ieder geval de functie van controller.

Artikel 6 Taken staf

  • 1.

    De Staf heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      ondersteuning van het algemeen en dagelijks bestuur;

    • b.

      ondersteuning van de directie;

    • c.

      HRM en personeelsbeleid,;

    • d.

      control;

    • e.

      interne en externe informatievoorziening;

    • f.

      interne en externe communicatie;

    • g.

      innovatie en kwaliteitszorg;

    • h.

      applicatiebeheer;

    • i.

      ondersteuning van interne administratieve processen;

    • j.

      bijhouden en beheren van het archief, en

    • k.

      administratief en financieel zakenbeheer.

  • 2.

    De controller heeft de volgende taken:

    • a.

      coördineren van de eenheid van beleid en de naleving van kaders en richtlijnen op het terrein van de bedrijfsvoering en het beheer;

    • b.

      zorgdragen voor het uitoefenen van de controlfunctie;

    • c.

      zorgdragen voor het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanwending van financiële middelen en de besluitvorming;

    • d.

      zorgdragen voor risicomanagement en kwaliteitszorg van financiële aard;

    • e.

      melden aan de directeur van onrechtmatigheden, niet gemelde risico’s, of andere onvolkomenheden, zo deze bij de control-werkzaamheden signaleert, en

    • f.

      indien van toepassing het vragen van inlichtingen aan het afdelingshoofden.

  • 3.

    Indien de controller en de directeur een verschil van mening hebben over een kwestie als bedoeld in het tweede lid, onder c en d, doet de controller hiervan, na overleg met de directeur, mededeling aan het dagelijks bestuur.

Afdeling 2.3 Afdeling Vergunningverlening

Artikel 7 Structuur en leiding Afdeling Vergunningverlening

De Afdeling Vergunningverlening staat onder leiding van het Afdelingshoofd Vergunningverlening.

Artikel 8 Taken Afdeling Vergunningverlening

De Afdeling Vergunningverlening heeft de volgende taken:

  • a.

    het afhandelen vergunningaanvragen;

  • b.

    het afhandelen van meldingen;

  • c.

    bezwaar en beroep;

  • d.

    het voeren van procesregie vergunningverlening, en

  • e.

    specialistische taken op het gebied van het omgevingsrecht.

Afdeling 2.4 De Afdeling Toezicht en Handhaving

Artikel 9 Structuur en leiding Afdeling Toezicht en Handhaving

De Afdeling Toezicht en Handhaving staat onder leiding van het Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving.

Artikel 10 Taken afdeling Toezicht en Handhaving

De Afdeling Toezicht en Handhaving heeft de volgende taken:

  • a.

    opsporing in het kader van het omgevingsrecht;

  • b.

    handhaving in het kader van omgevingsrecht, en

  • c.

    het uitoefenen van omgevingstoezicht.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Organisatieverordening RUD Zeeland 2013.

Artikel 12 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt en werkt terug tot enmet 5 november 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de RUD Zeeland van 16 juni 2014.
De heer W.V.L. Ginjaar, de Voorzitter,
De heer A. van Leeuwen, de Secretaris