Regeling vervallen per 01-07-2008

Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Reimerswaal

Geldend van 01-01-2006 t/m 30-06-2008

Intitulé

Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Reimerswaal

Hoofdstuk 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:a. activiteit: iedere activiteit van een natuurlijk of rechtspersoon en die in het belang is van de dorpsvernieuwing en gelegen in het gebied van de bebouwde kom van voor 1971;b. beeldbepalend pand; panden die niet als monument zijn beschermd maar die naar oordeel van het gemeentebestuur een kenmerkend onderdeel vormen van een beschermd stads- of dorpsgezicht krachtens artikel 20 van de monumentenwet of een op grond van artikel 3 aangewezen gebied; c. woningen met een matige tot slechte kwaliteit: hetgeen hieronder verstaan wordt in het rapport: De kwaliteit van de Nederlandse woning en woonomgeving rond de millenniumwisseling, met als ondertitel: Basisrapportage Kwalitatieve Woningregistratie 2000;d. subsidiabele kosten: de door burgemeester en wethouders vast te stellen direct met de activiteit waarvoor geldelijke steun wordt verleend samenhangende kosten;e. gemeentelijk monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de monumentenverordening;f. pand: een gemeentelijk monument als bedoeld onder e of een beeldbepalend pand als bedoeld onder b.; g. stadsvernieuwing: hetgeen hieronder in de wet wordt verstaan;h. stadsvernieuwingsgebied: een door de gemeenteraad aangewezen gebied waarop deze verordening van toepassing is:i. wet: Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.j. woning: een zelfstandige woonruimte, bestemd en te gebruiken voor permanente bewoning. 

Artikel 2

  • 1 Per jaar is voor de verbetering van door de eigenaar bewoonde woningen, als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, een bedrag van maximaal € 50.000,-- beschikbaar.

  • 2 De gemeenteraad kan, onder daarbij te bepalen voorwaarden en tot daarbij vast te stellen maximumbedragen, burgemeester en wethouders toestemming verlenen ook voor andere activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder a, geldelijke steun te verlenen.

Artikel 3

  • 1 De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming verlenen tot nader door hem te bepalen grenzen de bedragen als bedoeld in artikel 2 te wijzigen.

  • 2 vervallen bij raadsbesluit van 31 oktober 2006, trad in werking op 1 januari 2006.

Artikel 4

  • 1 De gemeenteraad kan besluiten dat deze verordening of een deel daarvan slechts van toepassing is in een door hem aangewezen gebied.

  • 2 De gemeenteraad stelt de termijn vast waarvoor de aanwijzing geldt.

  • 3 De gemeenteraad kan jaarlijks bijzondere activiteiten aanwijzen, waarop één of meerdere onderdelen van deze verordening al dan niet tijdelijk en eventueel bij voorrang van toepassing is.

Artikel 5

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van de bedragen genoemd in artikel 2 aan natuurlijke of rechtspersonen geldelijke steun verlenen voor activiteiten in het belang van de dorpsvernieuwing of een plan voordragen aan de provincie om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 2 Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met andere middelen die door de aanvrager van geldelijke steun voor dezelfde activiteiten op grond van enige regeling of anderszins kunnen worden verkregen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van geldelijke steun voorwaarden verbinden.

Artikel 6

  • 1 Burgemeester en wethouders nemen een aanvraag slechts in behandeling indien de op grond van artikel 2 vastgestelde bedragen toereikend zijn.

  • 2 Alle aanvragen om geldelijke steun worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. 

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgende jaar indien er geen middelen resteren als bedoeld in artikel 2.

  • 4 Een besluit tot aanhouding kan voor een aanvraag slechts eenmaal worden genomen.

  • 5 vervallen/overgebracht naar artikel 4, lid 3, bij raadsbesluit van 31 oktober 2006, trad in werking op 1 januari 2006.

Artikel 7

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Hoofdstuk 2 VERBETERING VAN DOOR DE EIGENAAR BEWOONDE WONINGEN

Artikel 8

Het belang van de geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen aan de door de eigenaar bewoonde woning is gelegen in het opheffen van bouwtechnische gebreken aan het casco van woningen met een matige tot slechte kwaliteit.

Artikel 9

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder eigenaar-bewoner mede verstaan: a. vereniging van eigenaren;b. opstallen; c. erfpachter;d. gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en die op grond het uitsluitend gebruik heeft van een aan die coöperatie toebehorende woning;e. de toekomstige eigenaar 

Artikel 10

  • 1 Aan de eigenaar-bewoner van een woning kan een bijdrage-ineens worden toegekend ter tegemoetkoming in de door burgemeester en wethouders goed te keuren kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan een woning.

  • 2 De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op 50% van de door burgemeester en wethouders vast te stellen subsidiabele kosten.

  • 3 De maximale subsidie per pand bedraagt € 11.344,51.

Artikel 11

  • 1 Geldelijke steun wordt niet verleend indien:a. de woning jonger is dan 40 jaar;b. de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen lager zal zijn dan 1,3 m2K/W;c. de te treffen voorzieningen uitsluitend of overwegend bestaan uit isolatiemaatregelen;d. de woning waaraan voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken of een andere bestemming zal krijgen op basis van een ge-meentelijk plan.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste lid, onder b, genoemde eis indien:a. de gevel niet geschikt is voor het daaraan aanbrengen van spouwmuurisolatie; ofb. het dak niet geschikt is voor het aanbrengen van isolatie tussen de dakbedekking en het dakbeschot; ofc. de desbetreffende woning een gemeentelijk monument is in de zin van deze verordening en voor het treffen van de in het vorige lid bedoelde maatregelen geen vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 wordt verleend (Stb.638);d. beeldbepalende panden of gemeentelijke monumenten esthetisch worden aangetast door deze voorziening.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders kunnen geldelijke steun verlenen indien aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:a. de subsidiabele kosten bedragen ten minste € 3.500,-- en ten hoogste € 34.033,52.b. de gebruiksoppervlakte van de woning bedraagt na het treffen van de voorzienin¬gen ten hoogste 125 m2 volgens de NEN 2580, mits hiermee niet in conflict wordt gekomen met het uitgangspunt van het leefbaar houden van de kleine kernen.c. de woning voldoet na het treffen van de voorzieningen aan het Bouwbesluit, deel bestaande woningen;d. de kosten van de voorzieningen staan in redelijk verhouding tot het te bereiken kwaliteitsni-veau en de waarde van de woning;

Artikel 13

Burgemeester en wethouders kunnen geldelijke steun verlenen indien:a. de activiteit in het belang van de dorpsvernieuwing is;b. de activiteit op een sobere en doelmatige wijze uitgevoerd wordt;c. de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen zijn verleend;d. niet reeds met de werkzaamheden een begin is gemaakt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 14

Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van gegevens over het doel waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd en een begroting van de kosten zoals is aangegeven op een door de gemeente te verstrekken aanvraagformulier.

Artikel 15

Burgemeester en wethouders verlenen geldelijke steun onder voorwaarde dat:a. zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet wordt afgeweken van het plan;b. niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958;c. binnen een termijn van een half jaar na het besluit tot verlenen van de geldelijke steun met de werkzaamheden wordt begonnen;d. uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de geldelijke steun de subsidieaanvrager aan burgemeester en wethouders meldt dat de bedoelde werkzaamheden gereed gemeld zijn.

Artikel 16

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders van Reimerswaal met controle belaste personen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde personen wordt:a. toegang verleend tot de bouwplaats of het gebouw waarvoor geldelijke steun wordt verleend;b. inzage verleend in de op de activiteit betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde personen worden alle inlichtingen verstrekt die naar het oordeel nodig zijn voor de beoordeling of aan de voorwaarden verbonden aan het verlenen van geldelijke steun wordt voldaan.

Artikel 17

De aanvraag om geldelijke steun wordt niet in behandeling genomen indien;a. de activiteit waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd niet plaatsvindt in een gebied als bedoeld in artikel 4, lid 1, en/of niet is aangewezen als een bijzondere activiteit, als bedoeld in artikel 4, lid 3;b. in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde activiteit geldelijke steun is verleend.

Artikel 18

Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen de termijn volgens artikel 15, lid d, meldt de subsidie-aanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

Artikel 19

  • 1 De gereedmelding is tevens de aanvraag om vaststelling en betaling van de geldelijke steun.

  • 2 De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten zoals aangegeven op een door de gemeente te verstrekken formulier. Tevens wordt op het formulier verklaard dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de geldelijke steun is verleend.

  • 3 De subsidie-aanvrager houdt alle rekeningen en betaalbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden gedurende vijf jaar na de gereedmelding ter controle beschikbaar.

Artikel 20

Indien de werkelijke kosten lager zijn dan de geraamde, bedraagt de geldelijke steun 50% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten tot het maximum van artikel 10, lid 3.

Artikel 21

  • 1 Indien meer dan de 25% van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van anderen en zonder dat bij die hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, wordt het in artikel 12, lid a, genoemde bedrag met 55% van de met de in zelfwerkzaamheid te verrichten kosten verminderd. De maximale subsidie, genoemd in artikel 10, lid 3, zal ook worden verminderd met 55%.

  • 2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

Artikel 22

Indien geldelijke steun wordt toegekend, kan aan de aanvrager in daartoe aanleiding gevende gevallen een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de bijdrage.

Artikel 23

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot verlening of tot vaststelling van geldelijke steun geheel of gedeeltelijk intrekken indien:a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;b. een bijdrage op grond van deze verordening is verleend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is dat deze zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2 Indien geldelijke steun verleend of vastgesteld is en gebleken dat de gegevens op grond waarvan de beschikking werd genomen onjuist waren terwijl de subsidieaanvrager wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot verlening of tot vaststelling van de geldelijke steun intrekken en kunnen zij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.

  • 3 Burgemeester en wethouders trekken de beschikking in ieder geval in, indien de subsidieaanvrager meldt dat de activiteit geen doorgang zal vinden.

Artikel 24

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de subsidieaanvrager ontheffing verlenen van een in deze verordening genoemde termijn. Een dergelijke aanvraag wordt vóór het verstrijken van betreffende termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2 Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, honoreren, geven zij nieuwe termijnen aan.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor de in het tweede lid bedoelde nieuwe termijn nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 25

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop de aanvraag en de gereedmelding worden gedaan.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen op een gemotiveerde aanvraag ontheffing verlenen van het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 26

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad over de verleende ontheffingen op grond van deze verordening en over de toepassing van artikel 7.

Artikel 27

Vervallen bij raadsbesluit van 31 oktober 2006, trad in werking op 1 januari 2006.

Hoofdstuk 3 VERHUIS- EN HERINRICHTINGS BIJDRAGEN

Vervallen bij raadsbesluit van 28 november 1995, trad in werking op 1 januari 1996.

Hoofdstuk 4 PROJECTMATIGE WONINGVERBETERING IN DE OUDE KERN VAN HANSWEERT

Vervallen bij raadsbesluit van 22 maart 2005, trad in werking op 1 maart 2005.

Hoofdstuk 5 KOSTEN VAN TIJDELIJKE HUISVESTING

Vervallen bij raadsbesluit van 28 november 1995, trad in werking op 1 januari 1996.

Hoofdstuk 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 41

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Reimerswaal".

Artikel 42

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van haar vaststelling.

Artikel 43

Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld op basis van de regels die golden op het moment van de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 44

Aanvragen, in het kader van Hoofdstuk 3 Projectmatige woningverbetering in de oude kern van Hansweert, die op 1 maart 2005 in behandeling zijn genomen, maar waaromtrent nog niet is beslist, worden overeenkomstig de op dat moment nog geldende regels afgewikkeld.

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Reimerswaal op 20 december 1994. 
De secretaris
D. Boone 
De voorzitterA. Verbree