Regeling vervallen per 15-12-1992

Organisatieverordening

Geldend van 01-02-2008 t/m 14-12-1992

Intitulé

Organisatieverordening

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Reimerswaal; gelet op het bepaalde in artikel 160, lid 1, sub c van de Gemeentewet;gelet op het positieve advies van de ondernemingsraad d.d. 8 januari 2008;besluit vast te stellen de volgende:

Hoofdstuk 1 ORGANISATIEFILOSOFIE

1. De gemeente Reimerswaal heeft als ambitiestatement REIMERSWAAL, RUIMTE VOOR WONEN EN WERKEN, waarbij zij: - kiest voor betrouwbare samenwerking;- vanuit een slagvaardige en daadkrachtige organisatie voortdurend werkt aan kwaliteit en resultaat;- geldende waarden en normen er- en herkent waarbij ruimte voor loyaliteit van belang is,- rekening houdt met individuele medewerkers en hun persoonlijke doelstellingen.2. Kernwaarden ter uitwerking van het ambitiestatement zijn Professioneel en Betrouwbaar.3. Deze kernwaarden worden in de volgende normen vertaald: resultaatgerichtheid, mens-gerichtheid, klantgerichtheid, kwaliteitsgerichtheid, kostenbewustzijn en integriteit.

Hoofdstuk 2 BEDRIJFSVOERINGSMODEL

1. De gemeente Reimerswaal werkt vanuit een bedrijfsvoeringsmodel waarbinnen wordt aangegeven welke primaire-, besturings- en ondersteunende processen aanwezig zijn binnen de totale dienstverlening.2. Het bedrijfsvoeringsmodel vormt de basis voor de jaarlijks vast te stellen afdelingsplan-nen en het directieplan en wordt geborgd in de planning en controlecyclus.

Hoofdstuk 3 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder: a. ambtelijke organisatie: de directie en afdelingen van de gemeente Reimerswaal en de medewerkers die daarbinnen (al dan niet in dienst van de gemeente Reimerswaal) werkzaam zijn, met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsprocessen;b. bedrijfsvoering: de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen de gemeente Reimerswaal om de beleidsdoelstellingen te realiseren;c. sector: de organisatorische eenheid die gevormd wordt door afdelingen waarbij de eenheid met de afdelingen Organisatie en Personeelszaken, Bestuur, Informatie en Automatisering en Financiën niet als sector wordt aangeduid maar als Bestuursdienst;d. afdeling: de organisatorische eenheid die gevormd wordt na toewijzing van een samenhangend takenpakket in de vorm van producten;e. afdelingshoofd: de ambtenaar, benoemd door burgemeester en wethouders, die belast is met en verantwoordelijk is gesteld voor de algemene en dagelijkse leiding van een afdeling;f. senior-beleidsmedewerker: beleidsmedewerker op een afdeling die het afdelingshoofd vervangt;g. secretaris: algemeen directeur van de organisatie, lid van de directie, belast met de algehele eindverantwoordelijkheid voor het management hiervan, waaronder de kwaliteit en de kwantiteit van de verrichte werkzaamheden. Daarnaast eerste adviseur van het colle-ge en eindverantwoordelijk voor de advisering; h. adjunct-secretaris: is lid van de directie en eerste vervanger van de secretaris;i. budgethouder: ambtenaar van de gemeente aan wie middelen zijn toegekend in de vorm van budgetten of investeringskredieten en aan wie het (onder)mandaat is toegekend bestedingen te verrichten ten laste van aan hem toegekend budgetten en investeringskredieten;j. leidinggevendenoverleg: het gestructureerd overleg van afdelingshoofden en directie waarbij naar behoefte adviseurs het overleg bijwonen; k. directieoverleg: het structureel overleg en de samenwerking tussen de secretaris en de adjunct-secretaris waarbij naar behoefte adviseurs het overleg bijwonen;l. PIOFH-taken: taken die betrekking hebben op de beleidsvelden personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën en huisvesting, met name voor zover het betreft de cultuur, de algemene organisatie en de bedrijfsvoering;m. financiële rechtmatigheid: het voldoen van beheershandelingen en de vastlegging daarvan aan gemeentelijk-, nationale-, en Europese wet- en regelgeving op het gebied van de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beleid en de inrichting van de financiële organisatie;n. juridische rechtmatigheid: het vastleggen van beheershandelingen en het voldoen ervan aan gemeentelijk-, nationale-, en Europese wet- en regelgeving;o. E-adviseur: ambtenaar die verantwoordelijk is voor de coördinatie van elektronische dienstverlening en de ontwikkelingen op het gebied van gemeentelijke gegevenshuishouding.  

Hoofdstuk 4 DE TAAKTOEWIJZING

Artikel 1 Inrichting van de organisatie

1. De ambtelijke organisatie bestaat uit 8 afdelingen, verdeeld over 3 organisatieonderdelen genaamd sector Inwoners (2), sector Grondgebied (3) en Bestuursdienst (3).a. de afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO): houdt zich met name bezig met de stedenbouwkundige advisering, de actualisering van bestemmingsplannen, het voeren van planologische procedures, het begeleiden van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, het realiseren van locaties voor woningbouw en bedrijfsvestiging en het ontwikkelen van volkshuisvestingsbeleid. b. de afdeling Onderwijs en Welzijn (O+W): houdt zich met name bezig houdt met een zo goed als mogelijk samenhangend pakket aan producten, gericht op onderwijs, welzijn en zorg en kent een grote mate van gerichtheid op de realisatie en instandhouding van voorzieningen.c. de afdeling Sociale- en Burgerzaken (SBZ): houdt zich met name bezig met de wetgeving op het terrein van de sociale zekerheid, de trajectbegeleiding, de schuldhulpverlening, inburgering nieuwkomers, de maatschappelijke ondersteuning en de bevolkingsadministratie.d. de afdeling Gemeentewerken (GW): houdt zich met name bezig met het creëren en in standhouden van een veilige, milieuvriendelijke en schone leefomgeving, het bereiken van draagvlak ten aanzien van de inrichting en beeldkwaliteit, het voorkomen van situaties die aanleiding geven tot gevaar, hinder, overlast en of aansprakelijkheid in de openbare ruimte, zowel in beheer als in ontwikkeling, het voorkomen van klachten ten aanzien van de technische staat van onderhoud, het voorkomen van degeneratie die leidt tot vervolgschade aan inrichting en/of constructie en de realisatie van beheersmaatregelen.e. de afdeling Bouwen, Milieu en Handhaving (BMH): houdt zich bezig met vergunningverlening op het gebied van bouwen, milieu en bijzondere wetten, de ontwikkeling van bijbehorend beleid (bouwverordening, welstandsnota, bodem, geluid, Algemeen Plaatselijke Verordening) inclusief de (planmatige) handhaving op de genoemde gebieden en hieraan direct gelieerde werkzaamheden zoals de exploitatie van markten en ongediertebestrijding.f. de afdeling Organisatie- en Personeelszaken (OPZ): verricht werkzaamheden op het gebied van organisatie- en personeelsbeleid, personeelsvoorziening en rechtspositie, personeelsadministratie, bestuurlijke en juridische controlling, secretariaat externe bezwaarschriftencommissie, mede behandelen van de Awb-beroepschriften, griffier-werkzaamheden ten behoeve van de gemeenteraad, openbare orde/brandweerzorg en rampenbestrijding en het bevorderen van de economische ontwikkeling van de gemeente.g. de afdeling Financiën (FIN): verricht werkzaamheden op het gebied van registreren inkomsten en uitgaven van de gehele gemeente, coördineren van de stappen in de budgetcyclus om de eenheid van registratie en rapportage te waarborgen, is verantwoordelijk voor de consolidatie van de sectorplannen, rapportages (management- en bestuursrapportages) en de jaarrekening, voor het aantrekken van financieringsmiddelen en het treasurybeheer, voor het bieden van ondersteuning en begeleiding aan de sectoren omtrent financiële aspecten (financieel consulentschap), voor de administratie salarissen en uitkeringen aan ambtenaren en bestuurders en voor de gegevenshuishouding van de gemeente.h. de afdeling Bestuur, Informatie en Automatisering (BIA): verricht werkzaamheden op het gebied van secretariaat bestuur, archief- en postbehandeling, centrale inkoop en magazijn, kantoorautomatisering, receptie, huisvesting, bode-, huishoudelijke- en kantinediensten, communicatie, voorlichting en kabinet.

Artikel 2

Het college kan, op voorstel van de secretaris, wijzigingen vaststellen in het (aantal) afdelingen dan wel wijzigingen aanbrengen in de taakvelden van de verschillende afdelingen.

Hoofdstuk 5 DE SECRETARIS

Artikel 3 Verhouding tot burgemeester en wethouders

  • 1 De secretaris draagt met inachtneming van de richtlijnen van burgemeester en wethouders en onverminderd de verantwoordelijkheden van de burgemeester zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2 Hij geeft leiding aan de hoofden van de afdelingen van de Bestuursdienst en de sector Inwoners.

  • 3 Hij draagt zorg voor de benodigde afstemming tussen afdelingen en/of sectoren bij het voorbereiden van de producten die afdeling- dan wel sectoroverstijgend zijn. Afstemming dient plaats te vinden in termen van voorbereiding (proces), tijd, geld, organisatie en informatie. Ter bevordering van de coördinatie kan hij aanwijzingen geven.

  • 4 Hij draagt zorg voor en schept condities voor een optimale informatie-uitwisseling (communicatie) met de hoofden van de afdelingen, waaraan hij leiding geeft.

  • 5 Hij kan aanwijzingen geven over vorm en inrichting van adviezen aan het college. Hij draagt zorg voor een goede interne informatievoorziening; hij treft in overleg met het leidinggevendenoverleg hiervoor de nodige maatregelen.

  • 6 Hij heeft het recht bij afdelingshoofden inlichtingen in te winnen die naar zijn mening voor de bevordering van de coördinatie van belang zijn.

  • 7 Hij stelt in overleg met het leidinggevendenoverleg procedures vast voor de behandeling van alle zaken die aan de organisatie ter behandeling en afdoening zijn opgedragen.

  • 8 Hij toetst of de aan het college gezonden adviezen volledig, van voldoende kwaliteit en beslissingsrijp zijn.

  • 9 Over de voortgang van de werkzaamheden voert hij gestructureerd overleg met de afdelingshoofden.

  • 10 Hij kan afdelingsoverleg bijwonen.

  • 11 Voor zover het betreft de wettelijke taken ter ondersteuning van het bestuur, wordt de secretaris bij afwezigheid vervangen door de adjunct-secretaris.

  • 12 Voor zover het de leiding aan de Bestuursdienst en de sector Inwoners betreft wordt de secretaris bij afwezigheid vervangen door respectievelijk het hoofd van de afdeling Organisatie en Personeelszaken en het hoofd van de afdeling Onderwijs en Welzijn.

Artikel 5 Verticale en horizontale coördinatie

De directie bevordert een goede afstemming van de te behandelen zaken tussen het college van burgemeester en wethouders en de portefeuillehouders enerzijds en de afdelingshoofden anderzijds. Zij onderhoudt daartoe de nodige en/of wenselijke contacten.

Artikel 6 De adjunct-secretaris

  • 1 Hij is verantwoording verschuldigd aan de secretaris als algemeen directeur.

  • 2 Hij geeft leiding aan de hoofden van de afdelingen van de sector Grondgebied.

  • 3 Hij draagt zorg voor en schept condities voor een optimale informatie-uitwisseling (communicatie) met de hoofden van de afdelingen, waaraan hij leiding geeft.

  • 4 De adjunct-secretaris is eerste loco-secretaris.

  • 5 Voor zover het de wettelijke taken ter ondersteuning van het bestuur betreft vervangt hij de secretaris.

  • 6 Voor zover het de leiding aan de sector Grondgebied betreft wordt hij vervangen door het hoofd van de afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling.

Hoofdstuk 6 DE DIRECTIE

Artikel 7 Samenstelling en taken

  • 1 De directie bestaat uit de secretaris en de adjunct-secretaris.

  • 2 De directie is verantwoordelijk voor de PIOFH taken ten behoeve van de gehele organisatie, waarbij met name eindverantwoordelijkheid ligt voor de afstemming van de personeelsformatie in ruime zin (kwalitatief en kwantitatief) op de te leveren productie.

  • 3 De directie is verantwoordelijk voor het bepalen van prioriteiten op organisatieniveau.

  • 4 De directie is verantwoordelijk voor het introduceren en het nakomen van afspraken op organisatieniveau.

  • 5 De secretaris en de adjunct-secretaris stellen zich op de hoogte van onderwerpen welke binnen hun respectievelijke aandachtsgebied worden voorbereid en zij kunnen uit dien hoofde in principe ook aanwezig zijn bij het gestructureerd overleg tussen afdelingshoofd en portefeuillehouder.

  • 6 Zij overleggen zoveel als nodig is en raadplegen tijdens hun overleg zo nodig één of meerdere medewerkers of adviseurs.

Hoofdstuk 7 HET AFDELINGSHOOFD

Artikel 8 Verhouding tot de afdeling

  • 1 Het afdelingshoofd heeft de leiding over de onder hem ressorterende afdeling.

  • 2 Het hoofd is verantwoordelijk voor een goede coördinatie binnen de afdeling, zowel voor de voorbereiding als voor de uitvoering, als voor de inhoudelijke advisering via de secretaris.

  • 3 Het hoofd zorgt binnen de afdeling voor een goede taakverdeling tussen de medewerkers. Basis voor deze taakverdeling is de (organieke) functiebeschrijving zoals die door burgemeester en wethouders is vastgesteld.

  • 4 Het afdelingshoofd zorgt voor een goed functionerend werkoverleg c.q. afdelingsoverleg.

  • 5 Het afdelingshoofd zorgt voor een goed functionerend overleg met de portefeuillehouder.

  • 6 Het afdelingshoofd zorgt voor het personeel van de afdeling en is de primair verantwoordelijke voor de juiste en tijdige advisering over de personeelsbezetting, de bewaking van de voortgang en de kwaliteit van de aangeboden diensten. Verder is hij primair verantwoordelijk om de medewerkers te stimuleren, te instrueren en zonodig te corrigeren alsmede om met de medewerkers van de afdeling gesprekken te voeren over problemen, beoordelingen en andere aangelegenheden. Hij is tevens de eerste beoordelaar van zijn personeel. Tevens draagt hij zorg voor het jaarlijks houden van functioneringsgesprekken en gesprekken rond de persoonlijke ontwikkelplannen.

  • 7 Het afdelingshoofd fungeert als communicatieschakel tussen bestuur, directie en medewerkers.

  • 8 Het afdelingshoofd toont en heeft verantwoordelijkheid voor de PIOFH taakgebieden ten behoeve van de afdeling binnen het voor de organisatie vastgestelde kaders.

  • 9 Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor aanschaf en beheer van de aan zijn afdeling toegewezen applicaties na besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders. Het hoofd van de afdeling BIA is adviseur in het traject rond besluitvorming.

  • 10 Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor een Arbo-conforme inrichting en werkwijze op de afdeling.

  • 11 Het afdelingshoofd neemt deel aan alle gesprekken met sollicitanten naar functies binnen de afdeling.

  • 12 Het afdelingshoofd houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het werkterrein van de afdeling en zorgt er voor en ziet erop toe op dat zijn medewerkers eveneens de ontwikkelingen blijven volgen.

Artikel 9 Advisering

  • 1 Inhoudelijke advisering is de taak van de daarvoor aangestelde ambtenaar. Wanneer het afdelingshoofd en de medewerker van mening verschillen over een bepaalde zaak, is de visie van het afdelingshoofd bepalend. De visie van de medewerker komt in het advies tot uiting.

  • 2 Het afdelingshoofd beoordeelt of de door de afdeling uitgebrachte adviezen passen in het door het gemeentebestuur vastgelegde kader van doelstellingen en plannen/

  • 3 Het afdelingshoofd zorgt voor een zodanige advisering dat deskundige inbreng integraal is verzekerd en dat elk advies (zo mogelijk met alternatieven) volledig wordt voorgelegd aan het college.

  • 4 Indien een advies tevens het taakgebied van één of meer afdelingen raakt of er coördinatiebehoeften of -mogelijkheden bestaan, overlegt hij met die andere afdeling. Dit overleg moet bij voorkeur resulteren in een eensluidend advies. Zo dit absoluut niet mogelijk is, legt het hoofd van de primair verantwoordelijke afdeling de zaak aan de secretaris die een beslissing terzake neemt.

Artikel 10 Vervanging

Het afdelingshoofd wordt bij afwezigheid vervangen door de senior beleidsmedewerker van de afdeling.

Hoofdstuk 8 DE SENIOR BELEIDSMEDEWERKER

Artikel 11 Verhouding tot de afdeling

  • 1 De senior beleidsmedewerker is vervanger van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid

  • 2 De senior beleidsmedewerker informeert medewerkers adequaat over producten, diensten, kwaliteitseisen en termijnen.

  • 3 De senior beleidsmedewerker coacht medewerkers op de afdeling.

  • 4 De senior beleidsmedewerker koppelt aan het afdelingshoofd en/of de directie resultaten, feiten en omstandigheden terug die hij voor zijn functie voor de uitoefening van zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden moet kennen.

  • 5 De senior beleidsmedewerker stimuleert de samenwerking op de afdeling en de samenwerking van de afdeling met functionarissen buiten de afdeling.

  • 6 De senior beleidsmedewerker beoordeelt periodiek het takenpakket van de afdeling

  • 7 De senior beleidsmedewerker zorgt voor informatie binnen de afdeling die benodigd is voor een adequate wijze van het leveren van producten en diensten van die afdeling.

Hoofdstuk 9 FUNCTIONARISSEN FINANCIËLE ORGANISATIE

Artikel 12

  • 1 Voor het financieel beheer worden onderscheiden de functies: hoofd afdeling Financiën (tevens concerncontroller) en kassier.

  • 2 De functie van hoofd Financiën is onverenigbaar met die van kassier alsmede met enige andere de functiescheiding wezenlijk aantastende functies. De functie kassier is onverenigbaar met het budgethouderschap.

  • 3 Bij de uitvoering van werkzaamheden door de functionarissen als bedoeld in dit hoofdstuk wordt gehandeld overeenkomstig het door de gemeenteraad vastgestelde Treasurystatuut.

Hoofdstuk 10 OVERLEGSTRUCTUUR

Artikel 13 Directie

  • 1 De directie komt als regel eenmaal per week bijeen.

  • 2 Zij overlegt zoveel als nodig is en raadpleegt tijdens haar overleg één of meerdere medewerkers of adviseurs.

Artikel 14 Leidinggevendenoverleg

  • 1 Ter bewaking van de eenheid in uitoefening van de aan de organisatie opgedragen taken voert de directie gestructureerd overleg met afdelingshoofden.

  • 2 Bij dit overleg zijn aanwezig de afdelingshoofden, de secretaris en de adjunct-secretaris alsmede de senior beleidsmedewerker van de afdeling Organisatie- en Personeelszaken. Afhankelijk van de te bespreken onderwerpen kunnen anderen op verzoek van de voor-zitter aan het overleg deelnemen.

  • 3 Het Leidinggevendenoverleg heeft tot taak:a. adviseren over en mede bepalen van (strategische) beleidsvorming; b. afstemmen van de organisatie en processen op (strategische) beleidsvorming en nieuwe wetgeving; c. advisering over en bewaking van sector- en/of afdelingsoverstijgende activiteiten met betrekking tot cultuur, organisatie en bedrijfsvoering (PIOFH); d. informatie-uitwisseling over elkaars activiteiten;Tot onderwerp van overleg behoren in elk geval onderwerpen die betrekking hebben op het algemene (financiële) beleid, algemene beheersvraagstukken, bestuurlijke organisatie en planning van en controle op de voortgang van afdelingsoverstijgende werkzaamheden en projecten, hoofdlijnen van het organisatie- en personeelsbeleid en de algemene toepassing van rechtspositieregels.

  • 4 De vergaderingen van het Leidinggevendenoverleg vinden tenminste één keer per zes weken plaats. In bijzondere gevallen en/of op verzoek van een meerderheid van de deelnemers kan de voorzitter een extra overleg bijeenroepen.

  • 5 De gemeentesecretaris stelt de agenda samen en zit de vergaderingen voor. Op verzoek van een afdelingshoofd kunnen agendapunten worden ingebracht.

  • 6 Onder verantwoordelijkheid van de secretaris wordt zorg gedragen voor het maken van een verslag, dat aan alle leden van het Leidinggevendenoverleg wordt toegezonden. De afdelingshoofden dragen zorg voor overdracht van het besprokene naar hun afdelingen.

  • 7 De leden worden vervangen door de senior beleidsmedewerker van de afdeling. De vervanger van de secretaris/voorzitter is de adjunct-secretaris.

Artikel 15 Overleg sectoren en bestuursdienst

In de sectoren Inwoners en Grondgebied alsmede in de Bestuursdienst is er als regel maandelijks overleg met de tot het desbetreffende organisatieonderdeel behorende afdelingshoofden en het respectievelijke directielid.Het overleg betreft de coördinatie van beleid en uitvoering en de voortgangsbewaking van meer complexe c.q. politiekbestuurlijke zaken, die meerdere van de bovengenoemde sectoren betreffen.

Artikel 16 Werkoverleg/afdelingsoverleg

  • 1 Ter bewaking van de eenheid in advisering door de afdeling en ter bevordering van de onderlinge coördinatie wordt werkoverleg/afdelingsoverleg gevoerd.

  • 2 Het werkoverleg/afdelingsoverleg heeft tot taak: a. doorkoppeling van het besprokene in het Leidinggevendenoverleg en bespreking van de vergaderingen van het college en de raad; b. terugrapportage vanuit het portefeuillehouderoverleg; c. planning en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling; d. de voortgang van de werkzaamheden van de afdeling; e. het bespreken en aanpakken van nieuwe zaken; f. het bespreken van personeelsbeleid; g. overige zaken.

  • 3 Aan het overleg nemen in beginsel alle medewerkers van een afdeling deel. De opbouw van de afdeling of de aard van de werkzaamheden kunnen aanleiding zijn voor het afdelingshoofd om te besluiten met delen van de afdeling separaat overleg te voeren.

  • 4 Het afdelingsoverleg vindt minimaal éénmaal per zes weken plaats. De opbouw van de afdeling of de aard van de werkzaamheden kunnen aanleiding zijn voor het hoofd van de afdeling om te besluiten minder frequent te overleggen.

  • 5 Het afdelingshoofd draagt zorg voor de agendering van stukken. Hij zit het overleg voor. Op verzoek kunnen medewerkers van de afdeling agendapunten inbrengen.

Artikel 17 Portefeuillehoudersoverleg

  • 1 Het afdelingshoofd voert regelmatig overleg met de portefeuillehouder over: a. het voorbereiden van zaken die op korte termijn voor een besluit in aanmerking komen; b. de voortgang en planning van diverse zaken van de afdeling/portefeuille; c. bespreking van politiek-bestuurlijk gevoelige zaken; d. het bespreken van nieuwe zaken voor de afdeling/portefeuille.

  • 2 Het overleg vindt minstens één maal per vier weken plaats.

  • 3 Zonodig wonen de senior beleidsmedewerker of andere adviseurs uit de afdeling het portefeuillehouderoverleg bij.

  • 4 Van het overleg maakt het afdelingshoofd een kort verslag. Een afschrift van het verslag wordt gezonden aan de deelnemers van het portefeuillehouderoverleg, aan de directie en aan het college.

Artikel 18 Overleg college – leidinggevenden

Periodiek vindt er overleg plaats tussen college en leidinggevenden over een of meerdere thema’s betreffende het strategisch beleid van de gemeente, de organisatieontwikkeling en/of de verbetering van de positionering van de gemeente in de samenleving.

Hoofdstuk 11 BELEIDSVOORBEREIDING, BEGROTING, BELEIDSUITVOERING EN

Artikel 19 Bestuursopdrachten

Voor aangelegenheden waarvoor burgemeester en wethouders een kader wenselijk achten voor de inbreng van de ambtelijke organisatie bij het ontwikkelen van beleid, geven zij een zogenoemde bestuursopdracht. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast voor de inhoud van een bestuursopdracht.

Artikel 20 Begrotingscyclus

  • 1 Het gemeentelijke begrotingscyclus omvat de volgende stukken:

  • 1 de Kadernota;

  • 2 de programmabegroting inclusief de planningslijst van investeringen;

  • 3 de productbegroting en afdelingsplannen;

  • 4 de 2 managementrapportages en de 2 bestuursrapportages in een kalenderjaar;

  • 5 de jaarrekening en het jaarverslag inclusief rechtmatigheidsrapportage.

Artikel 21 Budgettoedeling en begrotingsuitvoering

  • 1 Op basis van de door de raad vastgestelde begroting en de planningslijst van investeringen stelt het college de productbegroting en de investeringskredieten vast. Het college wijst de producten met bijbehorende budgetten uit de productbegroting en de investeringskredieten toe aan de afdelingen.

  • 2 Op basis van de programmabegroting, de vastgestelde investeringskredieten en de productbegroting van de gemeente, maakt elke afdeling een afdelingsplan, waarvan de begroting van de afdeling en de investeringsplanning van de afdeling deel uitmaken.

  • 3 In een afdelingsplan worden de beoogde doelen, taken, activiteiten, te leveren prestaties en in te zetten middelen van een afdeling voor het eerstvolgende jaar beschreven.

  • 4 Afdelingsplannen worden voor aanvang van het betreffende begrotingsjaar vastgesteld door het college. Met de vaststelling van de afdelingsplannen worden de budgetten en investeringskredieten toegewezen aan de afdelingshoofden.

Artikel 22 Budgetbevoegdheden en plichten

  • 1 Bij de uitvoering van de budgetbevoegdheden wordt gehandeld overeenkomstig hetgeen is bepaald in de Financiële beheersverordening gemeente Reimerswaal.

  • 2 Een budgethouder informeert de directie tijdig over de door hem verwachte of gesignaleerde overschrijdingen en onderschrijdingen van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • 3 Het college kan bij daartoe aangewezen verplichtingen aangeven, dat deze pas kunnen worden aangegaan na uitdrukkelijke toestemming van het college. Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan, indien een budgethouder heeft geconstateerd, dat er een toereikend budget of investeringskrediet beschikbaar is voor de uitvoering van de taak-stelling in het afdelingsplan.

  • 4 De inkoop van diensten, goederen en de aanbesteding van werken door een budgethouder vindt plaats binnen de kaders van het afdelingsplan van zijn afdeling, het verleende mandaat en de verleende volmacht en het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Reimerswaal.

Artikel 23 Verantwoording en décharge

  • 1 Iedere afdeling legt door middel van de driemaands rapportage, de achtmaands rapportage en de jaarstukken verantwoording af over de uitvoering van het afdelingsplan en de uitputting van de ter beschikking gestelde budgetten en investeringskredieten.

  • 2 Aanbieding door het college van de jaarstukken van de gemeente over het gevoerde beheer aan de raad, impliceert de décharge van de ambtelijke organisatie met betrekking tot het gevoerde beheer en de administratie. Zulks behoudens later (in rechte gebleken) onregelmatigheden.

  • 3 Het gestelde in het tweede lid is niet van toepassing voor die afdeling of ambtenaar, waaraan het college vóór aanbieding van de rekening en het verslag aan de raad schriftelijk heeft medegedeeld niet akkoord te gaan met (onderdelen van) de rekening en het verslag.

Hoofdstuk 12 JURIDISCHE RECHTMATIGHEID

Artikel 24 Juridische rechtmatigheid

  • 1 Het hoofd van de afdeling Organisatie- en Personeelszaken treedt op als juridisch controller en draagt onder de verantwoordelijkheid van de secretaris en onverminderd de verantwoordelijkheid van de afdelingshoofden de zorg voor: a. het toetsen van voorstellen aan het college en overeenkomsten van de gemeente met derden op juridische rechtmatigheid; b. het gevraagd en ongevraagd geven van juridisch advies aan de algemeen directeur en de afdelingen; c. het opstellen van richtlijnen voor de afdelingen voor het toetsen van voorstellen aan het college en het toetsen van de door de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid; d. het toezicht op een juiste toepassing door de gemeentelijke ambtenaren van de afdelingen van gemeentelijke-, nationale- en Europese wet- en regelgeving; e. de medebehandeling van beroepschriften en de behandeling van en beslissingen op verzoek- en bezwaarschriften; f. het mede vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke procedures; g. het onderhouden van contacten met advocaten en notarissen; voorzover deze taken niet door het college aan andere ambtenaren in de organisatie zijn opgedragen.

Artikel 25 Juridische rechtmatigheid bij afdelingen

  • 1 Een afdelingshoofd draagt onder de verantwoordelijkheid van secretaris de zorg voor:

  • a de implementatie en een juiste toepassing van gemeentelijke, nationale en Europese wet- en regelgeving door de onder zijn afdeling vallende ambtenaren, waarbij de door het college goedgekeurde richtlijnen van de juridisch controller worden nageleefd;

  • b de toetsing van voorstellen van zijn afdeling aan het college en de toetsing van de door zijn afdeling voor de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid.

Hoofdstuk 13 MANDATERING, VOLMACHT EN DELEGATIE.

Artikel 26

  • 1 Burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester kunnen voor bepaalde catego-rieën zaken de gemeentesecretaris, de adjunct-secretaris, een afdelingshoofd of een an-dere door hem aan te wijzen ambtenaar de bevoegdheid geven namens hem of in hun plaats beslissingen te nemen of stukken te ondertekenen.

  • 2 De secretaris zorgt voor een tijdige actualisering van de mandaat-, volmacht- en delegatiebesluiten.

  • 3 De afdelingshoofden adviseren over het actueel houden van mandaat-, volmacht- en delegatiebesluiten.

Hoofdstuk 14 SLOTBEPALINGEN

Artikel 27 Citeerwijze

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Organisatieverordening gemeente Reimerswaal 2007’

Artikel 28

  • 1 In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt voorzien door burgemeester en wethouders na advies van de secretaris.

  • 2 De organisatieverordening zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 15 december 1992 wordt ingetrokken.

Artikel 29 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2008.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 4 december 2007.De secretaris
Mr. F Marquinie MBADe burgemeesterA.J. Huisman