Regeling vervallen per 01-02-2012

Verordening subsidie godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-01-2012

Intitulé

Verordening subsidie godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

De raad van de gemeente Reimerswaal; 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2010, nummer 10.038074;  

gelet op artikel 168 van de Gemeentewet; 

b e s l u i t: 

vast te stellen de 

Verordening inzake subsidiering van godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan de openbare basisscholen in de gemeente Reimerswaal

Artikel 1

  • 1 Kerkelijke gemeente, plaatselijke kerken of rechtspersonen, als bedoeld in artikel 31 van de Wet op het basisonderwijs, ontvangen op hun verzoek vereenkomstig de volgende bepalingen uit de gemeentekas een subsidie in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in de gemeente Reimerswaal.

  • 2 Volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag als bedoeldin artikel 31 van de Wet op het basisonderwijs, ontvangen op hun verzoek overeenkomstigde volgende bepalingen uit de gemeentekas een subsidie in de kosten van het geven van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van openbare basisscholen in de gemeente Reimerswaal.

Artikel 2

  • 1 Aan de openbare basisscholen worden op verzoek van de door burgemeester en wethouders toegelaten instanties, de leerlingen, wier ouders, voogden of verzorgers daartoe de wens te kennen geven, in de gelegenheid gesteld in de schoollokalen het onderwijs als bedoeld in artikel 1 te volgen van de door de respectievelijke instanties aan te wijzen leraren.

  • 2 De voor het onderwijs bestemde uren vallen binnen de schooltijden en worden voor elke school vastgesteld in overeenstemming met de aangewezen leraren. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 3 Onder voorwaarden, door burgemeester en wethouders te bepalen, worden de schoollokalen, zo nodig verwarmd en verlicht, kosteloos beschikbaar gesteld.

Artikel 3

  • 1 Onder godsdienstonderwijs wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan het onderricht in kennis van de Bijbel, Bijbelse geschiedenis, godsdienstgeschiedenis en cultuurgeschiedenis van het Christendom.

  • 2 De inhoud van het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt door burgemeester en wethouders, na overleg met de desbetreffende leraren, vastgesteld.

Artikel 4

Onverminderd het gestelde bij artikel 3 berust de verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs en van het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs bij de instantie, die het onderwijs doet geven.

Artikel 5

De subsidie wordt slechts verleend voor godsdienstonderwijs of voor levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gegeven aan leerlingen in de groepen 6, 7 en 8 van de openbare basisscholen.

Artikel 6

De subsidie wordt slechts verleend voor werkelijke gegeven lessen van minimaal 45 minuten aan tenminste tien leerlingen.Een te klein aantal leerlingen uit een groep kan daartoe met de leerlingen van een andere groep van die school worden samengevoegd.

Artikel 7

De subsidie bedraagt bij het wekelijks geven van een les, als in deze verordening bedoeld, door een in artikel 1 bedoelde instantie, € 516,60 per jaar. Per instantie, in artikel 1 bedoeld, wordt voor maximaal twee overeenkomstig de verordening wekelijks aan één school gegeven lessen, subsidie verleend. Jaarlijks wordt dit bedrag aangepast met het gemeentelijke indexcijfer.

Artikel 8

Het verzoek tot toekenning van het in de vorige artikelen genoemd subsidie dient binnen een maand na afloop van elk kalenderjaar te worden gericht tot burgemeester en wethouders. Het verzoek dient te worden vergezeld van een overzicht van de over het afgelopen jaar gegeven lessen, gespecificeerd per school en per groep, mede aangevende de aantallen leerlingen, welke de lessen hebben gevolgd, voor akkoord getekend door de leraar, welke de lessen geeft, en de directeur van de school.

Artikel 9

In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede, in gevallen, waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden zou leiden, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10

Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2011 en kan worden aangehaald als de “Verordening subsidie godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 23 november 2010.
 
De griffier,
T. Jansen
 
De voorzitter,
A.J. Huisman