Regeling vervallen per 24-11-2010

Verordening identiteitskaart

Geldend van 01-01-1993 t/m 23-11-2010

Intitulé

Verordening identiteitskaart

De raad van de gemeente Reimerswaal;overwegende dat er een maatschappelijke behoefte bestaat aan een officiële gemeentelijke identiteitskaart naast de bestaande documenten die als identiteitsbewijs worden gebruikt;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Reimerswaal;

gelet op artikel 168 van de gemeentewet;besluit vast te stellen de volgende: Verordening op de gemeentelijke identiteitskaart.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 Deze verordening verstaat onder:

  • A identiteitskaart: het door burgemeester en wethouders verstrekte document aan de hand waarvan is vast te stellen of waarmee is aan te tonen welke persoon iemand is;

  • B houder: degene op wiens naam de identiteitskaart is gesteld en ten behoeve van wie de identiteitskaart door burgemeester en wethouders is uitgereikt;

  • C verstrekken: de beslissing tot het uitreiken van een identiteitskaart;

  • D uitreiken: het feitelijk ter beschikking van de houder stellen van de op zijn naam gestelde identiteitskaart;

  • E inhouden: het feitelijk aan de beschikking van de houder onttrekken van de op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 2

Vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 3

  • 1 De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.

  • 2 De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigendom.

Artikel 4

Vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Hoofdstuk 2 De identiteitskaart

Artikel 5

De identiteitskaart is het document zoals dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en bekendgemaakt.

Artikel 6

  • 1 De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van de houder:a. de geslachtsnaam;b. de voornamen;c. de geboortedatum;d. de gemeente van geboorte;e. het geslacht;f. de Nederlandse nationaliteit;g. het adres;h. de woonplaats;i. de lengte.

  • 2 De identiteitskaart vermeldt voorts:a. de afgevende autoriteit;b. het tijdvak waarvoor het document geldig is;c. het documentnummer;d. het persoonsnummer;e. het druknummer.

  • 3 De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aantekeningen afgevende autoriteit.

  • 4 De in het eerste lid onder a genoemde geslachtsnaam omvat tevens de voorvoegsels en adellijke titels.

  • 5 De in het eerste lid, onder b, genoemde voornamen worden voluit geschreven en omvatten tevens de adellijke predikaten. Voornamen die door de beperkte ruimte niet voluit zijn te vermelden worden met de voorletter vermeld.

  • 6 Aan hen die ingevolge de wet van 9 september 1976, Stb. 468 (Wet betreffende de positie van Molukkers) als Nederlander worden behandeld, wordt op hun verzoek een identiteitskaart verstrekt met vermelding van de Nederlandse nationaliteit. Wordt dit verzoek niet gedaan dan wordt aan de vermelde nationaliteit als bedoeld in het eerste lid onder f. toegevoegd: 1. In de rubriek - aantekeningen afgevende autoriteit -, wordt in dat geval vermeld: 1.Stb.76.468. (lid 6 is gewijzigd bij raadsbesluit van 31 augustus 1993)

  • 7 De in het eerste lid, onder g en h, genoemde gegevens, zijn het adres en de woonplaats op het moment waarop de identiteitskaart wordt verstrekt.

  • 8 De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pasfoto van 3 bij 4 cm van de houder en van de handtekening van de houder.

Artikel 7

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 8

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 9

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 10

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 11

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 12

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 13

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 14

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 15

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 16

  • 1 leden 1 en 2; vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

  • 3 Burgemeester en wethouders melden aan het hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters bij verstrekking, vermissing (incl. diefstal), of inhouding/levering van een identiteitskaart van een in het centrale persoonsregister opgenomen persoon:a. de (geslachts)naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van deze persoon;b. de gegevens als bedoeld in artikel 24.

Artikel 17

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 18

vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Hoofdstuk 4 Verval van rechtswege en inhouden

Artikel 19

De identiteitskaart vervalt van rechtswege, indien:a. de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken;b. Vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.c. de geslachtsnaam, de geboortedatum of het geslacht van de houder op grond van wettelijke voorschriften of rechtelijke uitspraak is gewijzigd;d. de houder de Nederlandse nationaliteit heeft verloren;e. de identiteitskaart kennelijke spel- of schrijffouten bevat;f. de houder niet meer op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld;g. de houder is overleden;h. vervallen bij raadsbesluit van 20 december 1994.

Artikel 20

  • 1 Burgemeester en wethouders houden een identiteitskaart onmiddellijk in, indien:a. het document zodanig is beschadigd dat de vermelde gegevens niet meer leesbaar zijn of een deel van de gegevens ontbreekt;b. in of aan het document wijzigingen zijn aangebracht, of een deel ervan ontbreekt;c. de foto van de houder onvoldoende gelijkenis vertoont;d. de identiteitskaart op grond van artikel 19 vervallenis.

  • 2 Een document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn, wordt door burgemeester en wethouders onmiddellijk ingehouden.

Artikel 21

  • 1 De houder van de op grond van artikel 19, onder a t/m f, vervallen identiteitskaart levert het document binnen twee weken na de dag waarop het verval ingaat in bij burgemees-ter en wethouders van de gemeente waarin hij zijn woonplaats heeft.

  • 2 Burgemeester en wethouders vernietigen de ingehouden en de ingeleverde identiteitskaarten en de identiteitskaarten waarop artikel 19, aanhef en onder h, van toepassing is.

  • 3 Het vernietigen van de in het tweede lid genoemde identiteitskaarten gebeurt, onmiddellijk na inhouding of inlevering dan wel na verloop van 3 maanden als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder h, door versnippering, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is.

  • 4 Het bepaalde in het tweede en het derde lid is niet van toepassing op het document waarin of waaraan wijzigingen zijn aangebracht of op het document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn.

  • 5 Documenten waarop het vierde lid van toepassing is, worden door burgemeester en wethouders aan de Centrale Recherche Informatiedienst beschikbaar gesteld voor onderzoek.

Artikel 22

  • 1 Een ieder die, anders dan voor ambtelijke doeleinden, in het bezit is van een identiteitskaart waarvan hij niet de houder is, draagt zorg dat het document zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van burgemeester en wethouders van de gemeenten die het document hebben verstrekt.

  • 2 Burgemeester en wethouders die de in het eerste lid bedoelde identiteitskaart in hun bezit krijgen vernietigen deze identiteitskaart op de wijze als bedoeld in artikel 21, derde lid, tenzij uitreiking aan de houder mogelijk is.

Hoofdstuk 5 Administratie

Artikel 23

  • 1 Burgemeester en wethouders houden een administratie bij van de verstrekte, uitgereikte, vermiste, gestolen, gevonden ingehouden en aan de Centrale Recherche Informatiedienst ter beschikking gestelde identiteitskaarten.

  • 2 De administratie bevat het aanvraag-/identiteitsformulier, de tweede pasfoto en voor over van toepassing de verklaring over de vermissing.

  • 3 De gegevens in de administratie zijn op naam en op documentnummer toegankelijk.

  • 4 Burgemeester en wethouders verstrekken op verzoek van burgemeester en wethouders van een andere gemeente binnen één week de aanvraagbescheiden, als bedoeld in het tweede lid, in verband met het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid.

Artikel 24

  • 1 Het verstrekken, de vermissing, de diefstal, de inhouding en het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart wordt geregistreerd op de persoonskaart.

  • 2 In vak 23 van de persoonskaart worden de volgende gegevens met betrekking tot de identiteitskaart opgenomen:a. de code “ID” en de datum van verstrekking;b. het documentnummer;c. de naam van de gemeente die het document heeft verstrekt;d. in geval van inhouding van de identiteitskaart de code “I” en de datum van de inhouding;e. in geval van vermissing of diefstal de code “V” en de datum van de schriftelijk verklaring over de vermissing;f. in geval van ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst de code “I”. In vak 24 wordt aangetekend dat er een onderzoek plaatsvindt.

  • 3 Bij verstrekking van een nieuwe identiteitskaart wordt de registratie van de eerder verstrekte identiteitskaart met de pen doorgehaald.

Artikel 25

  • 1 Burgemeester en wethouders vernietigen het aanvraag-/identiteitsformulier en de tweede pasfoto zes jaar na de datum waarop de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders het aanvraag-/identiteitsformulier en de tweede pasfoto vernietigen nadat een nieuwe identiteitskaart is uitgereikt of na het overlijden van de houder.

Hoofdstuk 6 Documentbeheer

Artikel 26

  • 1 De voorraad identiteitskaarten en de materialen worden opgeslagen in een waardekast of kluis, met een waardebergingsindicatie overeenkomstig de richtlijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van reisdocumenten. Deze voorziening is in een af te sluiten ruimte geplaatst.

  • 2 De plaatsen waar de identiteitskaarten en materialen zijn opgeslagen, zijn uitgerust met een elektronisch inbraakalarmeringssysteem dat voorziet in een zogenoemde permanente vaste-lijn-verbinding met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale.

  • 3 De werkvoorraad identiteitskaarten en de te gebruiken materialen bevinden zich tijdens de werkuren, onder voortdurend toezicht, op een voor het publiek onzichtbare en voor onbevoegden onbereikbare plaats. Buiten de werkuren wordt de werkvoorraad opgeslagen in de in het eerste lid bedoelde voorziening. De werkvoorraden bedragen niet meer dan het gemiddelde verbruik van twee dagen.

  • 4 Met betrekking tot de toegang van personen tot de hoofdvoorraad en het zorgvuldig beheer van de werkvoorraad worden organisatorische maatregelen getroffen, die regelmatig op hun effectiviteit worden onderzocht en zo nodig verbeterd.

  • 5 Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de bij de uitvoering van de verordening betrokken ambtenaren regelmatig worden geïnformeerd over ontvreemdingsrisico’s en geïnstrueerd met betrekking tot risicobeperkende afspraken en maatregelen ter zake.

Artikel 27

In het geval van ontvreemding dan wel vernietiging van identiteitskaarten of materialen tengevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins doen Burgemeester en wethouders daarvan terstond aangifte bij de plaatselijke politie.

Artikel 28

Burgemeester en wethouders stellen als nadere regels het VNG-Reglement vast betreffende inkoop, aflevering, werkvoorraad, uitgifte, verschrijven, vermissen, diefstal en innemen van identiteitskaarten.

Hoofdstuk 7 Slot- en strafbepalingen

Artikel 29

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze verordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van het ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit-zijn taak bij de uitvoering van deze verordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 30

  • 1 Het is een ieder verboden een identiteitskaart valselijk op te maken of te vervalsen, of een identiteitskaart op grond van valse gegevens te doen verstrekken dan wel een aan hem of een ander uitgereikte identiteitskaart ter beschikking te stellen van derden, met het oogmerk het door dezen te doen gebruiken als ware het aan hen uitgereikt.

  • 2 Het is een ieder verboden in het bezit te zijn van een identiteitskaart waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals of vervalst is, dan wel gebruik te maken van een niet op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 31

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikelen 21, eerste lid, 22, 29 of 30 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 32

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening identiteitskaart.

  • 2 Zij treedt in werking op 1 januari 1993.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Reimerswaal, gehouden op 26 oktober 1992.De secretaris,
D. Boone
 
De voorzitter,A. VerbreeOpgenomen zijn de wijzigingen zoals vastgesteld bij raadsbesluiten van 22 februari 1994 en 20 december 1995