Regeling vervallen per 02-01-2017

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Renkum 2016

Geldend van 27-07-2016 t/m 01-01-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2016

Intitulé

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Renkum 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2015; 

besluit vast te stellen het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Renkum 2016-1

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, hierna (wet) en het daarop berustende landelijke uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (uitvoeringsbesluit) en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Renkum 2015 (verordening), zijn van overeenkomstige toepassing op dit besluit.

HOOFDSTUK 2: MELDING, GESPREK EN AANVRAAG

Artikel 2. Gespreksverslag en handelingsplan

  • 1. Het college onderzoekt in een gesprek de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt, de mogelijkheden van de cliënt en zijn sociale netwerk en het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning. Indien sprake is van mantelzorg, wordt ook de behoefte aan ondersteuning van de mantelzorger onderzocht. 

  • 2. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. In dit verslag wordt het oordeel van het college vastgelegd over de eventuele mogelijkheden van zelfredzaamheid van de cliënt, gebruikelijke hulp, algemeen gebruikelijke voorzieningen, mantelzorg, hulp vanuit het sociale netwerk, gebruik van algemene voorzieningen en indien van toepassing een maatwerkvoorziening onder vermelding van de aan de cliënt kenbaar gemaakte gevolgen.

  • 3. Indien het gesprek naar het oordeel van het college leidt tot de wenselijkheid van een maatwerkvoorziening, wordt bovendien in overleg met de clënt een handelingsplan opgesteld, tenzij dit gelet op de aard van de te leveren ondersteuning niet noodzakelijk is.

  • 4. Om voorafgaand aan de inzet van de maatwerkvoorziening inzichtelijk te maken welke bijdrage(n) cliënt hiervoor verschuldigd is, verstrekt het college tijdens het onderzoek en voordat het tot een aanvraag komt, aan de cliënt uitleg en informatie over de wijze van berekening van de bijdrage. Het college ondersteunt de cliënt - voorzover redelijkerwijs mogelijk en noodzakelijk - bij het maken van een indicatieve berekening van de verschuldigde bijdrage of verwijst cliënt naar derden die hierbij kunnen helpen.

  • 5. Cliënt kan geen rechten ontlenen aan de indicatieve berekening van de verschuldigde bijdrage.

  • 6. Zo spoedig mogelijk na het gesprek verstrekt het college aan de cliënt, het gespreksverslag, in voorkomend geval het handelingsplan

  • 7. Opmerkingen of latere aanvullingen van de cliënt worden aan het verslag of handelingsplan toegevoegd.

  • 8. Het door het college ondertekend verslag en het handelingsplan worden door de cliënt, dan wel diens vertegenwoordiger, voor akkoord ondertekend.

Artikel 3. De aanvraag

Een voor akkoord ondertekend verslag van het gesprek en, in voorkomend geval, een ondertekend handelingsplan worden door het college als complete aanvraag voor een maatwerkvoorziening beschouwd.

Artikel 4. Advisering

In het kader van een zorgvuldige besluitvorming op aanvragen om een maatwerkvoorziening, wijst het college een gecontracteerde arts aan voor het uitbrengen van medisch advies. Dit is kosteloos voor de cliënt tenzij anders vermeld.

HOOFDSTUK 3: MAATWERKVOORZIENING

Artikel 5. Ingezetene

  • 1. Bepalend voor de vaststelling of een cliënt een ingezetene is, als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de verordening, is de woon- of verblijfplaats van de cliënt op welk adres de cliënt in de basisregistratie personen staat ingeschreven of ingeschreven zal staan, dan wel het feitelijk woonadres in Nederland.

  • 2. Gedurende de periode van verblijf in het buitenland, ongeacht het adres waarop de cliënt in de basisregistratie personen is ingeschreven, verstrekt het college geen maatwerkvoorzieningen.

Artikel 6. Beschikking

  • 1. In de beschikking tot verstrekking van een maatwerkvoorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of in de vorm van een pgb wordt verstrekt.

  • 2. Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke de te treffen voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • b.

      wat de geldigheidsduur van de verstrekking is;

    • c.

      welke gecontracteerde of gesubsidieerde aanbieder de maatwerkvoorziening verstrekt, en indien van toepassing,

    • d.

      welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

    • e.

      welke bijdrage in de kosten verschuldigd is die conform artikel 2.1.4 van de wet, met uitzondering van die voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen, wordt vastgesteld en geïnd door het CAK.

  • 3. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking vastgelegd:

    • a.

      wat het beoogde resultaat van het pgb is;

    • b.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • c.

      wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend;

    • d.

      wat de geldigheidsduur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld; en

    • e.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het bruto pgb, waarbij geldt dat het gehele bestede bedrag moet worden verantwoord;

    • f.

      welke bijdrage in de kosten verschuldigd is die conform artikel 2.1.4 van de wet, met uitzondering van die voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen, wordt vastgesteld en geïnd door het CAK.

HOOFDSTUK 6: Kwaliteit en veiligheid

Artikel 12. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning.

Het college houdt jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek waarbij waar nodig in overleg met de cliënt ter plaatse de maatwerkvoorzieningen worden gecontroleerd.

HOOFDSTUK 7: Waardering mantelzorgers en tegemoetkoming meerkosten

Artikel 13. Jaarlijkse waardering mantelzorgers

  • 1.

    • Een mantelzorger biedt hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep. De geboden hulp overstijgt de gebruikelijke hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. 

  • 2. De waardering kan bestaan uit:

    • a.

      een financiële tegemoetkoming van € 150,- per jaar; of

    • b.

      een waardebon die recht geeft op 10 uur huishoudelijke hulp ter waarde van € 225,-. Over deze incidentele extra uren is geen eigen bijdrage verschuldigd.

  • 3. De voorwaarden voor het toekennen van de jaarlijkse waardering mantelzorgers zijn uitgewerkt in de "Regels waardering voor mantelzorgers - 2016".

Artikel 14. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen

  • 1. Het college verstrekt een tegemoetkoming in de meerkosten als deze het gevolg zijn van een beperking en de aanvrager een inkomen heeft tussen de 120% en 150% van de toepasselijke bijstandsnorm en geen vermogen heeft boven de toepasselijke vermogensgrens voor de leefsituatie zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.  

  • 2. De voorwaarden voor het verstrekken van een tegemoetkoming in de meerkosten zijn uitgewerkt in de "Regels tegemoetkoming meerkosten als gevolg van een beperking Wmo ".

Artikel 15. Persoonsgebonden budget betreffende kosten voor verhuizen, bezoekbaar maken woning, liften, (bruikleen)auto, (rolstoel)taxi en sportvoorziening.

Per 1 januari 2016 zijn voor het pgb betreffende de kosten voor verhuizen, bezoekbaar maken van de woning, liften, (bruikleen)auto, (rolstoel)taxi en sportvoorziening - in het kader van de Wmo-2015 - richtlijnen vastgesteld (bijlage 2).  

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 16 inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1. Dit besluit nadere regels treedt in werking op 1 juli 2016.

  • 2. Dit besluit nadere regels wordt aangehaald als: Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2016 - 1.

Ondertekening

Aldus besloten op 28 juni 2016 te Renkum,
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
De secretaris de burgemeester,
A.E.J. Steverink MBA mr. H.L.M. Bloemen

BIJLAGE 1: AFSCHRIJVINGSSYSTEMATIEK

Voorziening

Jr 0-1

Jr 1-2

Jr 2-3

Jr 3-4

Jr 4-5

Jr 5-6

Jr 6-7

> 7 Jr

Categorie 1

2,5 % p/m

70

40

10

5

0

0

0

Categorie 2

2,5 % p/m

70

50

30

15

10

5

0

Categorie 1: ·Kinderrolstoelen, incidenteel en permanent

Kinderrolstoelen elektrisch voor binnen en buiten

Kinderdriewielfietsen

Kinderwandelwagens/buggy’s

Badlift

Handbike

Categorie 2: · Rolstoelen voor incidenteel, passief en actief gebruik

Elektrische rolstoelen voor binnen/buiten gebruik

Scootmobielen

Driewielfietsen

Transferlift (actief en passief)

Douche- en toiletstoel

Bad en douchehulpmiddelen

Douchebrancard

Fiets met lage instap

Bijlage 2 PERSOONSGEBONDEN BUDGET BETREFFENDE KOSTEN VOOR verhuizen, Bezoekbaar maken van de woning, liften, (bruikleen)auto, (rolstoel)taxi en sportvoorziening

Richtlijnen per 1 januari 2016 betreffende de kosten - in het kader van de Wmo-2015 - voor verhuizen, bezoekbaar maken van de woning, liften, (bruikleen)auto, (rolstoel)taxi en sportvoorziening. De bedragen zijn conform verordening geïndexeerd met 0,75%.

Het college past maatwerk toe en de richtlijnen worden als indicatief kader gehanteerd.  

 

2016

Verhuiskostenvergoeding voor verhuizing naar een aangepaste woning.

€ 2.065

Verhuiskostenvergoeding voor verhuizing naar een rolstoel toe- en doorgankelijke woning.

€ 5.038

Hoogte vergoeding bezoekbaar maken.

€ 2.065

Vast bedrag per jaar voor verzekering.

€ 25

 

Onderhoud, reparatie van liften

(onderstaande bedragen zijn excl. BTW)

 

Keuring van:

 

 

2016

Stoellift

€ 267

Rolstoelplateaulift

€ 267

Sta-plateaulift

€ 267

Woonhuislift

€ 330

Hefplateaulift

€ 330

Balanslift

€ 95 (per uur)

 

Periodiek onderhoud van:

 

 

2016

Stoellift

€ 183

Rolstoelplateaulift

€ 183

Sta-plateaulift

€ 183

Woonhuislift

€ 267

Hefplateaulift

€ 183

Balanslift

€ 183

 

Tegemoetkoming in vervoerskosten:

 

 

2016

Gebruik eigen auto

€ 1.145

Gebruik bruikleenauto

2500 x Y

Gebruik van een taxi

€ 1.145

Gebruik van een rolstoeltaxi

€ 1722

 

Gedeeltelijke kostenvergoedingen (50 %)

 

 

2016

Bij gebruik auto, taxi e.d.

€ 572

Bij gebruik rolstoeltaxi

€ 859

 

Verzekering

 

 

2016

Vast bedrag per jaar voor verzekering

€ 25

  

Regiotaxi

 

 

2016

Tarief Regiotaxi (Wmo indicatie)

Zone 1 t/m5 € 0,70 per zone/

vanaf zone 6: regulier tarief

€ 10,30

 

Sportvoorziening

 

 

2016

Sportvoorziening

€ 2.826

 

Verzekering

 

 

2016

Vast bedrag per jaar voor verzekering

€ 25