Regeling vervallen per 31-03-2011

Regeling adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning

Geldend van 01-01-2007 t/m 30-03-2011

Intitulé

Regeling adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum,

gelet op artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 11, vierde lid, en artikel 12, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Besluit:

vast te stellen de hierna volgende Regeling adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De regeling verstaat onder:

  • a.

    WMO: de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

  • c.

    de WMO-adviesraad: de commissie als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;

d cliënt: elke inwoner van de gemeente Renkum kan als cliënt worden beschouwd.

Artikel 2 De adviesraad

Er is een commissie die de adviesfunctie aan het college als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de WMO vervult (de WMO-adviesraad).

Artikel 3 Taak

  • 1. De WMO-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over zaken die de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO betreffen. Het college draagt ervoor zorg dat de adviezen van de WMO-adviesraad en de schriftelijke reactie van het college daarop ter kennisneming worden gestuurd aan de gemeenteraad.

  • 2. Ten behoeve van de uitoefening van zijn adviestaak, wint de WMO-adviesraad actief informatie in bij de cliënten en belangenorganisaties.

Artikel 4 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1. De WMO-adviesraad bestaat uit twaalf leden, waaronder een onafhankelijk voorzitter.

  • 2. De leden worden door het college benoemd voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen eenmaal voor dezelfde duur worden herbenoemd. Bij de benoeming zal worden getracht de raad een afspiegeling van de inwoners van de gemeente Renkum te laten zijn.

  • 3. Het lidmaatschap van de WMO-adviesraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      een andere binnen de gemeente Renkum ingestelde advies- of bestuurscommissie;

    • c.

      de besturen van door de gemeente gesubsidieerde instellingen die een belang hebben bij het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO of die zijn betrokken bij de uitvoering van dat beleid.

  • 4. De leden van de WMO-adviesraad zijn ingezetene van de gemeente Renkum en hebben kennis van en/of zijn ervaringsdeskundige op het vlak van één of meer van de prestatievelden als bedoeld in artikel 1, sub g, van de WMO. Zij dienen voorts te passen binnen een door het college op te stellen profielschets. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last of ruggespraak.

  • 5. Het lid dat ophoudt te voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap zoals in deze regeling gesteld, treedt op dat moment af als commissielid.

  • 6. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de WMO-adviesraad, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

  • 7. De aftredende leden blijven zo mogelijk hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 5 Voorzitter en penningmeester

  • 1. Het dagelijks bestuur van de WMO-adviesraad bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter alsmede een secretaris / penningmeester.

  • 2. De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken van de WMO-adviesraad.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1. Het college wijst de ambtelijk secretaris en de plaatsvervangend ambtelijk secretaris van de commissie aan.

  • 2. De ambtelijk secretaris is geen lid van de WMO-adviesraad.

  • 3. De WMO-adviesraad stelt een instructie voor de ambtelijk secretaris vast na overleg met de manager van de afdeling waaronder de ambtenaar werkzaam is. De instructie behoeft de goedkeuring van het college.

  • 4. De ambtelijk secretaris dient de WMO-adviesraad desgevraagd van advies.

Artikel 7 Advisering

  • 1. Het college vraagt, behoudens in spoedeisende gevallen, aan de WMO-adviesraad vooraf schriftelijk advies over alle voorstellen met betrekking tot het beleid als in artikel 3 van deze regeling bedoeld. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. De WMO-adviesraad brengt zijn advies schriftelijk uit binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien de WMO-adviesraad van oordeel is dat een advies niet binnen deze termijn kan worden gegeven geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan het college onder opgave van redenen. In overleg wordt zo mogelijk een nieuwe termijn gesteld.

  • 3. Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het dat gemotiveerd op schrift binnen 4 weken na ontvangst van het betreffende advies.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. De WMO-adviesraad komt tenminste tien keer per jaar bijeen en zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of door tenminste drie leden met opgave van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk of per e-mail op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat de agenda en vergaderstukken tien dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden. In spoedeisende gevallen kan, met opgave van reden, deze termijn worden bekort. Voorts draagt de voorzitter er zorg voor dat de stukken voor een ieder ter inzage worden gelegd.

  • 3. De vergadering wordt door afkondiging op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. Deze afkondiging vermeldt:

    • a.

      de datum, de aanvangstijd en plaats van de vergadering, alsmede de agenda;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende voorstellen kan inzien.

  • 4. De WMO-adviesraad vergadert slechts als ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 5. Besluiten van de WMO-adviesraad worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter. De ambtelijk secretaris heeft een adviserende stem.

  • 6. De stemming over personen geschiedt schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling tenzij één van de leden een schriftelijke stemming verlangt.

  • 7. De WMO-adviesraad vergadert en besluit in het openbaar. Er wordt besloten vergaderd als tenminste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden dit vraagt of de voorzitter dit nodig acht. Vervolgens wordt met gewone meerderheid van stemmen besloten of over het aan de orde zijnde onderwerp in besloten zitting beraadslaagd en besloten zal worden.

  • 8. Het advies van de WMO-adviesraad aan het college bevat voorzover relevant de zienswijzen van de leden van de WMO-adviesraad.

  • 9. De voorzitter is bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de WMO-adviesraad.

Artikel 9 De informatievoorziening

Het college draagt ervoor zorg dat aan de WMO-adviesraad de nodige informatie vroegtijdig en

toegankelijk wordt verstrekt ten behoeve van het behoorlijk kunnen functioneren van de WMO-

adviesraad.

Artikel 10 De facilitering

  • 1. Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de WMO-adviesraad presentiegeld toegekend overeenkomstig het bepaalde in de Regeling geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

  • 2. Voor de uitoefening van de taak van de WMO-adviesraad zal jaarlijks in de gemeentebegroting een post worden opgenomen. Binnen de kaders van die begrotingspost stelt het college een budget voor de WMO-adviesraad vast. Het toekennen van het budget geschiedt op basis van een begroting die de WMO-adviesraad voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar indient bij het college. Op verzoek van de WMO-adviesraad kan het college het budget tussentijds aanpassen, voor zover daarmee de in de gemeentebegroting gestelde kaders niet worden overschreden.

  • 3. De kosten van de presentiegelden als bedoeld in lid 1 alsmede van materiële voorzieningen, zoals vergaderruimte, ambtelijke ondersteuning, kosten van inschakelen van deskundigen, kosten voor het instellen van werkgroepen, speciale voorzieningen in verband met handicap, porti, drukwerk en dergelijke komen ten laste van het budget als bedoeld in lid 2.

Artikel 11 Werkgroepen

  • 1. De WMO-adviesraad kan eventueel uit zijn midden werkgroepen instellen, hetzij ter voorbereiding van een advies over een bepaald onderwerp, hetzij ter voorbereiding van adviezen over onderwerpen op een bepaald gebied. De WMO-adviesraad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van zulke werkgroepen. De WMO-adviesraad stelt, op basis van de begroting als bedoeld in artikel 10 lid 2, aan de werkgroepen ten behoeve van hun werkzaamheden een budget beschikbaar.

  • 2. De WMO-adviesraad kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter nadere regeling van zijn functioneren. Hij geeft aan het college kennis van de inhoud van een dergelijk reglement.

Artikel 12 De verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt ervoor zorg dat van het in de vergaderingen van de WMO-adviesraad verhandelde en de genomen besluiten een beknopt verslag op wordt gesteld dat voldoende inzicht biedt in de argumentatie die tot de besluiten heeft geleid.

  • 2. Het verslag wordt ter kennisname aan het college toegezonden en openbaar gemaakt.

Artikel 13 Bestuurlijk overleg

1 Tussen het college, de Klantenraad van de Afdeling Welzijn van de gemeente Renkum (lees: de WWB-adviesraad) en de WMO-adviesraad vindt tweemaal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 2.

    Het college doet binnen een redelijke termijn schriftelijk verslag van het overleg en de daarin gemaakte afspraken. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de WMO-adviesraad gegeven adviezen is gedaan.

  • 3.

    Voorafgaand aan de vergaderingen als bedoeld in artikel 8 lid 1 vindt een vooroverleg plaats tussen de portefeuillehouder, de ambtelijk secretaris en een afgevaardigde van het dagelijks bestuur van de WMO-adviesraad.

Artikel 14 Evaluatie

Twee jaar na de instelling van de WMO-adviesraad, of zoveel eerder als de WMO-adviesraad dit nodig oordeelt, evalueert hij zijn werkzaamheden op effectiviteit en efficiëntie. Aan de hand van de uitkomsten verbetert hij de eigen werkwijze en doet voorstellen tot eventuele gewenste aanpassingen in deze regeling.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de WMO-adviesraad.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de publicatie ervan en kan worden aangehaald als: ‘Regeling WMO-adviesraad Renkum’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Renkum op 14 november 2006.
De loco-secretaris, De voorzitter,
L.Th.J. Jansen, P.M. Bruinooge