Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats en rouwcentrum in de gemeente Renswoude 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats en rouwcentrum in de gemeente Renswoude 2012

Nr. 107877

De raad van de gemeente Renswoude;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2011 ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T: vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats en rouwcentrum in de gemeente Renswoude 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van het rouwcentrum en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of het rouwcentrum.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4 Tarief voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten

van asbussen

  • 1.

    Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarboven wordt € 853,-- geheven.

  • 2.

    Voor het begraven van overleden kinderen beneden het jaar en van levenloos geborenen wordt een vierde gedeelte geheven en voor het begraven van overleden kinderen van 1 tot 12 jaar wordt de helft van het in het eerste lid genoemde bedrag geheven.

  • 3.

    Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het begrafenisrecht eenmaal geheven terwijl geen recht geheven wordt voor het begraven van stoffelijke resten van kinderen, die kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder worden begraven.

  • 4.

    Voor het bijzetten van een asbus in een graf of het plaatsen van een asbus in een columbarium wordt € 853,-- geheven.

  • 5.

    Voor het plaatsen van een stoffelijk overschot in een grafkelder wordt € 938,70 geheven en bovendien wordt hier een extra recht geheven ten behoeve van de aanleg van de grafkelder van € 2090,00.

Artikel 5 Grafrecht

  • 1. Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijke overschotten in een bepaald graf te doen begraven en begraven houden wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4 geheven een recht van € 938,70, zulks met uitzondering van de graven in vak K, bestemd voor het begraven en begraven houden van een stoffelijk overschot van een persoon, jonger dan 6 jaar, waarvoor het recht wordt bepaald op € 255,--.

    Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijke overschotten bij te zetten in een grafkelder en te houden, wordt boven en behalve het bedrag ad € 938,70, genoemd in artikel 4, lid 5, een recht geheven van € 938,70 per grafkelder, bestemd voor twee stoffelijke overschotten.

  • 2. Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar een asbus of twee asbussen in een bepaald columbarium te doen plaatsen en geplaatst houden, wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4, een recht geheven van € 938,70.

  • 3. Bij elke verlenging van een tijdvak van 10 jaar van het uitsluitend recht van begraven of het plaatsen van een asbus in een bepaald graf, respectievelijk een bepaald columbarium wordt € 16,85 geheven.

Artikel 6 Tarieven gebruik rouwcentrum

  • 1. Voor het gebruik van het rouwcentrum in welke hoedanigheid dan ook, is een vastrecht verschuldigd van € 101,00

  • 2. Voor het incidenteel gebruik van de opbaarruimte van het rouwcentrum wordt een recht geheven van € 157,65 voor de 1e dag en voor de volgende dagen € 56,65 per dag of een gedeelte daarvan plus het recht genoemd onder 1.

  • 3. Voor het uitsluitend gebruiken van het rouwcentrum op de dag van de begrafenis wordt een recht geheven van € 208,10.

  • 4. Voor het gebruik van het rouwcentrum vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis, wordt een recht van € 107,20 per dag geheven plus het tarief genoemd onder 1.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten, als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag staat vermeld.

De rechten worden verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip waarop de te verlenen dienst wordt verleend.

Artikel 8 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Nakoming van verplichting

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 12 Rente

  • 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingwet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van deze rechten.

  • 2. De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 22,69 niet te boven gaat.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats en rouwcentrum in de gemeente Renswoude”, van 7 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats en het rouwcentrum in de gemeente Renswoude 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude, gehouden op 6 december 2011.
de griffier, de voorzitter,