Regeling vervallen per 08-05-2021

Beleidsregels leerlingenvervoer 2016

Geldend van 13-05-2017 t/m 07-05-2021

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer 2016

1 Schooltijden

Het vervoer als bedoeld in artikel 1 onder t van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Reusel-De Mierden 2014 vindt plaats in aansluiting op het begin en einde van de schooldag, zoals aangegeven in de schoolgids: de reguliere schooltijden. Met afwijkende roosters, zoals deze voorkomen in het voortgezet onderwijs, wordt geen rekening gehouden. Verder zijn uitgesloten: introductiedagen, verkorte lesdagen, proefwerkweken, sportdagen, excursies, studiedagen etc. Uitzondering hierop is het vervoer tijdens de examenweken.

2 Regels met betrekking tot incidenten in het leerlingenvervoer

  • 1.

    Indien de vervoerder, de school of de ouders/verzorgers een incident meldt dat mogelijk gevolgen kan hebben voor het vervoer van de leerling(en) start het college een onderzoek. Het resultaat van het onderzoek wordt besproken met de ouders/verzorgers.

  • 2.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat het incident terug te voeren is op de ernstige verstandelijke handicap van de leerling en dus aan de leerling niet kan worden toegerekend, dan wordt met vervoerder, ouders/verzorgers en eventueel school een passende oplossing gezocht (bijv. begeleiding vervoer door ouders/verzorgers, eigen vervoer).

  • 3.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat het incident niet terug te voeren is op de handicap van de leerling, dan wordt het ongewenst gedrag aan de leerling toegerekend en treft het college sancties.

  • 4.

    Afhankelijk van de ernst van het incident ontvangen de ouders/verzorgers van het college een beschikking met:

    • a.

      een eerste waarschuwing, of

    • b.

      een tijdelijke uitsluiting, of

    • c.

      een (tijdelijke) uitsluiting zonder voorafgaande waarschuwing. Het college koppelt de actie terug aan de vervoerder en de school.

  • 5.

    Voor het bepaalde in het vorige lid geldt het volgende:

    • a.

      Waarschuwingsbrief: In deze brief wordt medegedeeld dat bij herhaling van het ongewenste gedrag de leerling voor een termijn van maximaal 4 weken wordt geschorst van leerlingenvervoer.

    • b.

      Tijdelijke uitsluiting: Vindt opnieuw ongewenst gedrag plaats dan ontvangen de ouders een brief waarin hen, onder verwijzing naar de waarschuwingsbrief, wordt medegedeeld dat de leerling voor een termijn van 1 dag tot maximaal 4 weken wordt uitgesloten van het leerlingenvervoer. Als de leerling zich na de schorsing opnieuw schuldig maakt aan ongewenst gedrag, dan wordt de leerling geschorst van het leerlingenvervoer met een maximum van 2 maanden (exclusief vakanties).

    • c.

      (Tijdelijke) uitsluiting zonder voorafgaande waarschuwing: Indien de leerling zich schuldig maakt aan een zeer ernstig incident dan wordt de leerling, zonder waarschuwing vooraf, gedurende een periode van minimaal 3 maanden uitgesloten van het leerlingenvervoer. Onder zeer ernstig incident wordt verstaan: een situatie waarin een leerling dreigt met geweld of feitelijk geweld gebruikt tegen medeleerlingen en/of chauffeur (bijvoorbeeld: zwaaien met een mes of wapen dan wel het feitelijk gebruik ervan.

  • 6.

    Als uit het onderzoek blijkt dat het voorval moet worden toegerekend aan de chauffeur, dan treft het college met de vervoerder een gepaste maatregel tot oplossing van het probleem. Het college stelt de ouders en de school op de hoogte van het resultaat.

3 Tweede opstap- of afzetadres

Leerlingen in het aangepast vervoer die (nog) geen gebruik kunnen maken van de centrale opstapplaats worden op het woonadres opgehaald en teruggebracht. Indien ouders/verzorgers verzoeken om een tweede opstap- of afzetadres gelden onderstaande voorwaarden:

  • a.

    er is één opstap- of afzetadres naast het huisadres toegestaan;

  • b.

    het tweede adres ligt binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Reusel-De Mierden;

  • c.

    er dient sprake te zijn van een vast patroon, dat wil zeggen één vast adres en vaste dagen per week;

  • d.

    een volwassene moet aanwezig zijn op het tweede opstap- of afzetadres;

  • e.

    vervoer vanaf een tweede adres naar het huisadres behoort in geen geval tot de mogelijkheden;

  • f.

    indien het vervoer naar een tweede adres leidt tot hogere kosten dan vervoer naar het woonadres, of leidt tot een langere reistijd voor de overige leerlingen in het vervoer, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan.

4 Centrale opstapplaatsen

  • 1. Voor een efficiënte uitvoering van het leerlingenvervoer wordt voor leerlingen die aangepast vervoer aan geboden krijgen gebruik gemaakt van centrale opstapplaatsen.

  • 2. Het college stelt één centrale opstapplaats per kern vast.

  • 3. Bij het bepalen van de opstapplaatsen worden de volgende criteria in ogenschouw genomen:

    • -

      Er moet voldoende ruimte zijn voor de kinderen om, eventueel onder begeleiding van hun ouders/verzorgers, veilig te wachten.

    • -

      Bij de centrale opstapplaats moet voldoende parkeergelegenheid zijn.

    • -

      Bij de centrale opstapplaats is beschutting tegen neerslag en wind.

  • 4. Per leerling wordt in principe één opstapplaats toegewezen die het dichtst bij het woonadres is gelegen.

  • 5. De begeleiding naar de opstapplaats is een verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers.

  • 6. Het college deelt de ouders/verzorgers in de beschikking mee of voor het vervoer van de leerling gebruik wordt gemaakt van een centrale opstapplaats. Als dit het geval is, wordt de locatie van de toegewezen opstapplaats in de beschikking genoemd.

5 Overgangsbepaling

Aanvragen leerlingenvervoer voor het schooljaar 2017-2018 waarop nog niet is beschikt op 13 mei 2017 worden afgehandeld met inachtneming van deze beleidsregels zoals die sindsdien luiden.

6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

7. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer 2016.