Regeling vervallen per 31-10-2015

Verordening op de raadscommissies 2010, eerste wijziging

Geldend van 27-03-2014 t/m 30-10-2015

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2010, eerste wijziging

De raad van de gemeente Reusel-De Mierden;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Agendacommissie;

overwegende, dat aanpassing van de verordening aan de nieuwe werkwijze nodig is;

besluit vast te stellen:

Verordening op de raadscommissies 2010

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie van voorbereiding van de raad als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • b.

    lid: raadslid of duo-lid van een raadscommissie;

  • c.

    duo-lid: een door de raad op voordracht van de fractie benoemde inwoner, niet zijnde een raadslid;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • e.

    griffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • f.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Commissie Inwoners en

    • b.

      Commissie Ruimte

  • 2. De raadscommissie Inwoners bereidt de besluitvorming van de raad voor en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      sociale zaken, werkgelegenheid en economische zaken

    • b.

      welzijn, gezondheidszorg en jeugdbeleid

    • c.

      onderwijs, sport, cultuur en bibliotheek

    • d.

      ouderenbeleid

    • e.

      vrijwilligersbeleid

    • f.

      communicatie en PR, coördinatie dienstverlening en kwaliteitszorg

    • g.

      intergemeentelijke samenwerking, informatie en automatisering

  • 3. De raadscommissie Ruimte bereidt de besluitvorming van de raad voor en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu, revitalisering platteland

    • b.

      recreatie en toerisme

    • c.

      inrichting en beheer van openbare ruimte

    • d.

      verkeer en vervoer

    • e.

      beheer onroerend goed (pachtzaken, aan- en verkoop onroerende zaken, gemeentelijk accommodatiebeleid)

    • f.

      projecten: - Kempisch Bedrijvenpark - industrieterrein Kleine Hoeven - iDOP’s

    • g.

      monumenten.

  • 4. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de agendacommissie beslist dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 5. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter, tenzij de agendacommissie anders bepaalt.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het voorbereiden, het verzamelen en uitwisselen van informatie, het raadplegen van deskundigen en het horen van belanghebbenden over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede en derde lid, genoemde onderwerpen die aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd;

  • b.

    het vaststellen of de commissie voldoende geïnformeerd is om in de raad daarover een politiek-bestuurlijk debat te voeren en een besluit te nemen;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede en derde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4. Samenstelling en benoeming duo-leden

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie.

  • 2. De leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Bij de benoeming wordt er rekening mee gehouden dat elk raadslid tenminste in een commissie zitting kan nemen.

  • 3. De raad kan op voordracht van de fracties maximaal 3 niet-raadsleden per fractie benoemen tot duo-lid.

  • 4. De duo-leden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende fractie.

  • 5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet en de bepalingen van het Reglement van Orde van de raad betreffende geheimhouding zijn van overeenkomstige toepassing op een duo-lid.

  • 6. De raad benoemt maximaal 2 vaste leden per fractie, zijnde een raadslid of een duo-lid voor iedere raadscommissie.

  • 7. Het derde commissielid is per fractie flexibel inzetbaar en kan zowel een raadslid als een duo-lid zijn.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde en vijfde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en zijn plaatsvervanger en de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. Griffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een griffier.

  • 2. De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen vervanger.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies Inwoners en Ruimte maandelijks plaats op dinsdag, bij voorkeur op de 1e of 2e dinsdag van de maand, aansluitend op elkaar.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissie Inwoners vangt in de regel aan om 19.30 uur en om 21.00 uur begint de commissie Ruimte.

  • 3. De vergaderingen vinden in de regel plaats in de raadszaal van het gemeentehuis of op een nader te bepalen locatie in verband met een specifiek onderwerp.

  • 4. De agendacommissie kan de aanvangstijd, de vergaderduur en de volgorde van de commissies wijzigen en kan bepalen dat commissies niet aansluitend, maar gelijktijdig of op een andere dag, bij voorkeur op maandag, plaatsvinden, als de inhoud en omvang van de agenda daartoe aanleiding geeft.

  • 5. Een raadscommissie vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 6. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de agendacommissie en de griffier.

  • 7. De agendacommissie kan besluiten tot het houden van extra informerende en beeldvormende werkbijeenkomsten over een of meerdere onderwerpen en daarbij derden, belanghebbenden en / of deskundigen uitnodigen om aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 10. Agendacommissie

  • 1. Er is een agendacommissie. De vergaderingen van de agendacommissie zijn openbaar.

  • 2. De agendacommissie bestaat uit de voorzitters van de raadscommissies, de voorzitter van de raad, de fractievoorzitters, de gemeentesecretaris en de griffier.

  • 3. De raadsleden van de agendacommissie wijzen elk een raadslid als plaatsvervanger aan.

  • 4. De taak van de agendacommissie, vastgelegd is het Reglement van Orde van de raad in artikel 6, is onder meer het voorlopig vaststellen van de agenda's van de raadscommissies en afspraken maken over dag en aanvangstijd, vergaderduur en locatie.

  • 5. De agendacommissie kan bepalen welke onderwerpen geen voorbereiding behoeven in een raadscommissie en welke rechtstreeks voor besluitvorming aan de raad kunnen worden voorgelegd.

  • 6. De raadsleden van de agendacommissie hebben elk één stem in de agendacommissie.

  • 7. De voorzitter is de 1e plaatsvervangend voorzitter van de raad en zijn plaatsvervanger is de 2e plaatsvervangend voorzitter van de raad.

Artikel 11. Oproep

  • 1. De leden van een raadscommissie ontvangen tenminste zeven werkdagen, ofwel twee weekenden, voor een vergadering een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan alle raadsleden en duo-leden beschikbaar gesteld.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12. De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 5. Aan het eind van elke raadscommissie wordt geïnventariseerd of leden onderwerpen voor behandeling in een commissie aan de agendacommissie willen voorleggen.

Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en de duo-leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17 en 18.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 15. Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16. Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende vaste leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal vaste leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17. Vragenronde burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers het woord voeren in de commissie over niet geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. De griffier bepaalt in overleg met de voorzitter in welke commissie het betreffende onderwerp aan de orde wordt gesteld.

  • 4. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 5. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6. De voorzitter kan de maximale lengte van de spreektijd beperken.

  • 7. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De deelnemers aan de commissievergadering kunnen aan de inspreker korte verhelderende vragen stellen.

    Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering

  • 8. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger en de griffier draagt er zorg voor dat dit voorgelegd wordt aan de agendacommissie.

Artikel 18. Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering over op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 3.

    Bij de aanvang van de behandeling van een agendapunt stelt de voorzitter de inspreker(s) in de gelegenheid hun mening kenbaar te maken.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde

afwijken en hij kan de maximale lengte van de spreektijd beperken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De deelnemers aan de commissievergadering worden in de gelegenheid gesteld aan de inspreker korte, verhelderendevragen te stellen.

  • 6.

    Degene die gebruik maakt van het inspreekrecht wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de discussie in eerste termijn.

  • 7.

    Na de eerste termijn van de beraadslaging krijgt de inspreker nogmaals de gelegenheid om het woord te voeren.

Artikel 19. Werkwijze en gefaseerde behandeling in termijnen

  • 1.

    Behandeling van concept voorstellen aan de raad gebeurt in de raadscommissie in 2 fasen:

    • a.

      1e fase: beeldvorming, informatievoorziening;

    • b.

      2e fase: oordeelsvorming, voorlopige standpuntbepaling.

  • 2.

    Elk concept voorstel wordt vóór behandeling kort toegelicht door een beleidsmedewerker die daarvoor plaats neemt naast de voorzitter.

  • 3.

    Door loting wordt bepaald welke fractie als eerste aanvullende en verhelderende informatieve vragen mag stellen.

  • 4.

    De vragen worden per vragensteller zo mogelijk direct beantwoord door de beleidsmedewerker.

  • 5.

    De voorzitter sluit deze fase af met een korte samenvatting en stelt eventuele insprekers in de gelegenheid nog een aanvullende reactie te geven.

  • 6.

    De fracties worden verzocht inzicht te geven in hun voorlopige standpunten over het voorstel en daarover met elkaar in debat te gaan.

  • 7.

    De portefeuillehouder wordt in de gelegenheid gesteld het standpunt van het college toe te lichten.

  • 8.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 9.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 10.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of de commissie voldoende geïnformeerd en voorbereid is om in de raad een besluit te kunnen nemen.

  • 11.

    Indien de raadscommissie concludeert dat voor een goede besluitvorming sprake is van onvoldoende voorbereiding en / of onvoldoende informatie beschikbaar is voor besluitvorming kan de commissie het college verzoeken om

    • a.

      via een Memorie van Toelichting vóór de raad nog specifieke aanvullende informatie te

verstrekken, of

b.het voorstel met aanvullende informatie opnieuw te agenderen voor een volgende commissie.

Artikel 20. Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 21. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 22. Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 24. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25. Verslag

  • 1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan alle raads- en duo- leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag houdt in:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van het besprokene per fractie en van de aanwezigen die het woord voerden;

    • e.

      een samenvatting van de conclusie van de commissie als bedoeld in artikel 19, lid 10 en 11;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 21 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 26. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 30. Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 33. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34.

Intrekking eerdere verordening en inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening “Verordening vaste commissies van advies aan de raad 2005”,vastgesteld bij raadsbesluit van 14 september 2005 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de raadscommissies 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 21 september 2010.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
G.F.H. van Ham. H.A.J. Tuerlings.

Toelichting werkwijze commissies zoals vastgelegd in de Verordening op de raadscommissies 2010

De hieronder beschreven werkwijze is het resultaat van een nieuwe manier van vergaderen die werkende weg vanaf 1 januari 2008 is ingevoerd, aangepast, gecorrigeerd, bijgesteld etc. kortom er is steeds aan gesleuteld om het beter, transparanter en vooral ook dualer te krijgen om de rol en de positie van de raad te versterken en de burger meer bij de voorbereiding van de besluitvorming te betrekken.

Op verschillende momenten is deze werkwijze geëvalueerd en zijn afspraken gemaakt ter verbetering.

Laatstelijk heeft de Agendacommissie op 25 januari 2010 de evaluatie onderschreven, de aanbevelingen ter verbetering overgenomen en de raad in zijn nieuwe samenstelling wordt geadviseerd aan deze werkwijze verder uitvoering te geven.

Deze nieuwe werkwijze is formeel vastgelegd in een nieuw reglement van orde voor de raad en in een verordening voor de commissies.

Als zodanig is dit een toelichting op de Verordening op de raadscommissies en op het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Als basis is gebruik gemaakt van de model verordeningen van de VNG.

Voor zover deze toelichting onvoldoende informatie geeft over de opgenomen bepalingen kan de algemene toelichting van de VNG geraadpleegd worden.

Waar mogelijk wordt in de toelichting verwezen naar artikelen in het Reglement van Orde van de raad en de verordening op de raadscommissies.

Algemeen

De dinsdag is de vaste vergaderdag voor alle bijeenkomsten van commissies en raad.

Er wordt gewerkt met een vergaderfrequentie per maand.

Bij de planning van het vergaderschema voor een kalanderjaar wordt uitgegaan van de laatst mogelijke raad vóór de zomervakantie en vóór kerstmis, zo laat mogelijk in de maand.

Twee weken daaraan vooraf worden de commissievergaderingen gepland en twee weken voor de commissies de agendacommissie.

Er zijn 2 raadscommissies belast met de voorbereiding van raadsbesluiten, de Commissie Inwoners en de Commissie Ruimte.

Er wordt in het nieuwe vergadermodel niet meer gewerkt met “vaste commissies van advies” maar met commissies van voorbereiding. Besluitvorming vindt altijd plaats in de raad en er wordt niet meer gewerkt met zogenaamde “hamerstukken”.

Vrije dinsdagen kunnen worden gebruikt voor werkbijeenkomsten, informatiebijeenkomsten, presentaties en ronde-tafel-gesprekken.

De Agendacommissie

Reglement van Orde raad: artikel 6.

Verordening op de raadscommissies: artikel 10.

De Agendacommissie heeft de volgende samenstelling:

  • -

    De fractievoorzitters.

  • -

    De voorzitters van de 2 commissies.

  • -

    De burgemeester als voorzitter van de raad.

  • -

    De gemeentesecretaris.

  • -

    De griffier.

Voorzitter van de Agendacommissie is de plaatsvervangend voorzitter van de raad.

Vervanging van leden is mogelijk op de gebruikelijke wijze. Het is in ieder geval van belang dat alle fracties in de commissie vertegenwoordigd zijn.

De Agendacommissie heeft tot taak;

  • -

    Opstellen van de conceptagenda’s voor de commissies Inwoners en Ruimte.

  • -

    Selecteren van onderwerpen die rechtstreeks naar de raad kunnen.

  • -

    Opstellen van de concept agenda van de raad.

  • -

    Selecteren van onderwerpen voor behandeling op locatie, overleg met belangengroepen en deskundigen, werkbijeenkomsten, werkbezoeken en presentaties.

  • -

    Initiatieven ontwikkelen voor informatiebijeenkomsten, ronde-tafel-gesprekken etc.

  • -

    Nagaan of de voorstellen procedureel in lijn zijn met gemaakte afspraken.

  • -

    Procedureafspraken maken voor de behandeling van kadernota, begroting, rekening, voortgangsrapportages, kortom de behandeling van stukken betreffende de control cyclus.

  • -

    Het opstellen van een lange termijn planning voor de behandeling van majeure onderwerpen, bijvoorbeeld aan de hand van het coalitieprogramma.

De agendacommissie onthoudt zich van een inhoudelijke behandeling en beperkt zich tot het maken van procedure afspraken.

De agendacommissie is openbaar en vergadert elke maand, bij voorkeur op dinsdag respectievelijk maandag, voorafgaand aan de bijeenkomsten van commissies en raad.

De griffier stelt vooraf een conceptagenda op waarbij bezien wordt welke voorstellen rechtstreeks naar de raad kunnen en welke onderwerpen in een beeldvormende / oordeelsvormende commissie besproken moeten worden.

De Agendacommissie beziet welke externe deskundigen en / of belangengroepen daarbij uitgenodigd moeten worden.

Presentaties die gekoppeld zijn aan een agendapunt ter bespreking in de commissie of aan een raadsvoorstel worden ingepland in de reguliere commissievergaderingen.

Overige presentaties vinden plaats op een aparte avond, zijn openbaar en worden ook gepubliceerd.

De griffier en het afdelingshoofd zien er op toe dat de informatie relevant is voor de raad en kwalitatief voldoet.

Tussentijdse aanpassing van de conceptagenda’s is mogelijk via mailverkeer met en voorzitter van de commissie en zo mogelijk met de leden van de Agendacommissie.

De griffier zorgt dat gevraagd en ongevraagd procedurevoorstellen aan de agendacommissie worden voorgelegd.

Van de gemaakte afspraken in de Agendacommissie wordt een verslag gemaakt.

Uitgangspunt is dat alle raads- en commissieleden zich conformeren aan de gemaakte (procedure)afspraken.

De Commissie Inwoners en de Commissie Ruimte

Verordening op de raadscommissies: artikelen 1 t/m 16.

De vergaderingen vinden in de regel plaats op dinsdag aansluitend op elkaar;

  • -

    19.30 uur Commissie Inwoners.

  • -

    21.00 uur Commissie Ruimte.

De vergaderingen duren tot 22.30 uur.

Indien op dat tijdstip niet alle agendapunten zijn behandeld, bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie of de vergadering gedurende een korte tijd wordt voortgezet, of dat de vergadering de volgende dag wordt hervat.

Afhankelijk van de omvang van de agenda’s kan de Agendacommissie de vergadertijd aanpassen. Het is ook mogelijk dat de Agendacommissie kiest voor twee parallelvergaderingen, waarvan een op locatie, of bij wijze van uitzondering op twee avonden.

Agenda

De vergaderingen kennen een vast stramien.

  • A.

    Opening en loting spreekvolgorde fracties.

  • B.

    Vragenronde voor burgers.

  • C.

    Vaststelling verslag vorige vergadering.

  • D.

    Voorbereiding van voorstellen college voor besluitvorming in de raad.

  • E.

    Onderwerpen ter bespreking.

  • F.

    Inventarisatie nieuwe agendapunten.

  • G.

    Sluiting.

Vragenronde voor burgers: artikel 17

Inwoners hebben de gelegenheid onderwerpen aan de orde te stellen die niet op de agenda staan. Hiervan zijn uitgesloten: besluiten waartegen bezwaar of beroep aangetekend kan worden, benoemingen of voordrachten van personen of gedragingen waarover een klacht kan worden ingediend.

Het is de bedoeling burgers in de gelegenheid te stellen om aandacht te vragen voor een bepaald onderwerp of probleem. Dit moet van te voren gemeld worden bij de griffier. Deze gaat na of het onderwerp in de betreffende commissie thuishoort.

Het is niet de bedoeling met de inspreker inhoudelijk in discussie te gaan.

De commissie bepaalt het vervolg in procedurele zin; bijvoorbeeld via de Agendacommissie agenderen voor een volgende vergadering of het college verzoeken om ter zake met een notitie of een voorstel te komen.

Inspreekrecht: artikel 18

Personen of partijen die belang hebben bij een bepaald onderwerp kunnen hun mening daarover komen geven door gebruik te maken van het inspreekrecht.

De inspreektijdis beperkt en kan door de voorzitter verder beperkt worden als er meerdere insprekers zijn. De insprekers kunnen in eerste termijn deelnemen aan de discussie. Burgers of maatschappelijke organisaties die hiervan gebruik willen maken moeten zich vooraf melden bij de griffier.

Als duidelijk is wie belang heeft bij een bepaald onderwerp of er zijn zienswijzen ingediend, dan worden deze personen of organisaties van de behandeling in de commissie in kennis gesteld en wordt hen gewezen op de mogelijkheid om in te spreken onder toezending van het betreffende voorstel.

Gefaseerde behandeling: artikel 19

Behandeling in de commissie gebeurt in twee fasen;

Fase 1: Beeldvorming;

informatie verzamelen en uitwisselen, deskundigen raadplegen, inspreken en horen burgers en belangengroepen; geen discussie.

De beleidsambtenaar zit in de commissie naast de voorzitter.

Hij / zij licht de raadsvoorstellen in de commissie toe en beantwoord technische vragen in de fase van beeldvorming.

Bij de toelichting van het voorstel wordt aandacht besteed aan;

  • -

    de rol, positie en verantwoordelijkheid van de raad,

  • -

    de status van het voorstel,

  • -

    de totstandkoming,

  • -

    de afweging van alternatieven en

  • -

    de inhoud van het voorstel.

Daarna kunnen de commissieleden aanvullende vragen stellen.

Door loting wordt bepaald welke fractie begint. De vragen worden direct beantwoord om herhaling van vragen door andere fracties te voorkomen en effectiever vergaderen te bevorderen.

Het is van groot belang om de twee fasen in het proces goed van elkaar te scheiden. Beeldvorming en oordeelsvorming moeten niet door elkaar gaan lopen. Het is van belang om de informatievoorziening in de fase van beeldvorming niet te vertroebelen door (politiek- bestuurlijke) vragen te stellen aan de portefeuillehouder of een voorlopig oordeel te geven.

Dat is nog niet aan de orde.

Het is de taak van de voorzitter om er op toe te zien dat in deze fase geen vragen gesteld worden aan de wethouder.

De commissieleden respecteren en ondersteunen de voorzitter in deze rol.

Het gaat in deze fase om informatieve technische vragen.

Bij de voorbereiding van de commissies maken de commissieleden zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheid om vooraf aanvullende informatie te halen bij de behandelend ambtenaar dan wel vragen te stellen via de griffier.

Dit om te voorkomen dat vragen gesteld worden die niet ter plekke kunnen worden beantwoord of die meer voorbereiding vragen.

De voorzitter sluit deze fase af met een korte samenvatting en stelt eventuele insprekers in de gelegenheid nog een aanvullende reactie te geven.

Vervolgens wordt overgegaan naar de tweede fase.

Fase 2 Oordeelsvorming;

uitwisselen standpunten, voor en tegen argumenten, oplossingen, randvoorwaarden, bespreken voorstel; wel discussie.

Voor een goede voorbereiding van de fracties en het college op besluitvorming in de raad is het van belang dat fracties inzicht geven in hun voorlopige standpunten.

Over de verschillen in standpunten gaan de fracties met elkaar de dialoog aan om de argumenten helder te krijgen.

Als het beleidterrein voldoende verkend is en de argumenten zijn gewisseld, wordt afgesproken over welke aspecten in de raad via een debat nog besluitvorming moet plaats vinden.

Daarna krijgt de portefeuillehouder de gelegenheid het standpunt van het college toe te lichten.

De fracties kunnen bij de voorbereiding voor de raad rekening houden met elkaars visies.

Als dat niet of onvoldoende gebeurt kan geen goede en transparante belangenafweging plaats vinden en geen goede inschatting over de uitkomst van het besluit in de raad.

Voor het publiek is deze vorm van debat aantrekkelijk omdat het duidelijk maakt waar partijen voor staan en voor het college wordt duidelijk wat ze kunnen verwachten voor de besluitvorming in de raad.

Daarna wordt geconcludeerd of voldoende informatie beschikbaar is om in de raad een besluit te kunnen nemen. Als dat niet het geval is kan dat leiden tot een verzoek om aanvullende informatie via een Memorie van Toelichting of een notitie van het college of tot een aangepast raadsvoorstel.

In de commissie vindt de voorbereiding plaats voor besluitvorming in de raad.

De commissie geeft dus geen advies aan de raad en er wordt in de raad niet gewerkt met “hamerstukken”.

Bemensing commissies: artikel 4

Bij raadsbesluit van 17 december 2007 is in afwijking van de toen geldende commissieverordening besloten per fractie 3 leden aan elke commissie deel te laten nemen en wel als volgt;

  • -

    twee vaste leden, in te vullen door een raadslid of een duo-lid

  • -

    een flexibel lid, in te vullen door een raadslid of een duo-lid.

Hierdoor ontstaat er per fractie een vaste bezetting van 2 leden en blijft het mogelijk per fractie duo-leden en raadsleden desgewenst flexibel in te zetten.

Per fractie kunnen inmiddels maximaal 4 duo-leden benoemd worden die flexibel inzetbaar zijn in de commissies Inwoners en Ruimte. Duo-leden worden ook steeds in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan werkbijeenkomsten, workshops e.d. van de raad

Om pragmatische redenen, gelet op het aantal zitplaatsen aan de vergadertafel in de raad, is toen tevens afgesproken dat het aantal commissieleden nooit meer kan zijn dan het aantal raadszetels, zijnde 15.

Door de flexibele mogelijkheid van deelname aan de commissies van zowel raadsleden als duo-leden biedt een deelname van 3 leden per fractie voldoende mogelijkheid om waar nodig fractiespecialisten aan de commissies te laten deelnemen.

De commissieleden worden door de raad benoemd op voordracht van de fracties en op basis van een voorstel van de Agendacommissie.

De raadsvergadering

Reglement van Orde van de raad: artikel 9, 4 en 43

Twee weken na de commissievergaderingen vindt op dinsdag, eens per maand, de raadsvergadering plaats.

Naast besluitvorming kent de agenda de vragenronde voor de raad, artikel 42, en actieve informatieverstrekking door het college, artikel 43. Er is geen rondvraag.

De vergaderingen beginnen om 19.30 en duren tot maximaal 22.30 uur. Indien op dat tijdstip nog niet alle agendapunten zijn behandeld, wordt in overleg met de fractievoorzitters de vergadering voortgezet of hervat op de volgende dag om 17.00 uur.

Inventarisatie spreekrecht burgers:artikel 19

Nu de mogelijkheid bestaat dat raadsvoorstellen rechtstreeks naar de raad gaan, zonder behandeling vooraf in een commissie, wordt aan burgers de mogelijkheid geboden om in te spreken bij voorstellen die niet behandeld zijn in een commissie.

Insprekers dienen zich vóór de vergadering te melden bij de griffier.

De Agendacommissie bepaalt of een voorstel rechtstreeks naar de raad kan. Het zal hierbij veelal gaan om onderwerpen van technische, procedurele of organisatorische aard en niet om voorstellen met enige politiek-bestuurlijke inhoud of autonome beleidsvrijheid voor de gemeente.

Besluitvormende raad: artikelen 30, 31, 33, 34 en 35

De fracties worden in de gelegenheid gesteld met elkaar in debat te gaan om een politiek-bestuurlijke afweging te maken alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan.

Dit is de 3e fase in het proces BOB, via Beeldvorming en Oordeelsvorming in de commissies naar Besluitvorming in de raad.

Behandeling van een voorstel vindt plaats in twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

Besluitvorming kan plaats vinden met algemene instemming, stemming per fractie of hoofdelijke stemming.

Keuzemogelijkheden en alternatieven in raadsvoorstel

Voor de opbouw van het raadsvoorstel wordt een format gehanteerd.

Op zich voldoet deze format als leidraad voor de opstelling van een raadsvoorstel prima, in die zin dat vele aspecten voor de invulling van de rol van de raad, kaderstelling, budgetrecht en controle, aan de orde worden gesteld.

Daarnaast is het van belang aan te geven welke politiek-bestuurlijke ruimte er is voor het maken van een politieke afweging door de raad. Daarvoor is het nodig in het raadsvoorstel waar mogelijk melding te maken van de alternatieven die bij de (ambtelijke) voorbereiding in beeld zijn geweest en van de overwegingen en argumenten waarom gekozen is voor het gedane voorstel en niet voor een of meerdere alternatieve mogelijkheden.

Bij de voorbereiding in de commissies kunnen de fracties daarover hun voorlopige standpunten kenbaar maken.

Moties en amendementen: artikelen 32, 36 en 37

Gebleken is dat voor een goede inhoudelijk afweging van moties en amendementen vaak aanvullende informatie gewenst is. Dat geldt met name voor moties omdat die kunnen gaan over een onderwerp dat niet op de agenda staat.

Als het een motie betreft van algemene strekking is aanvullende informatie vaak niet nodig maar bij specifieke onderwerpen is het voor een goede besluitvorming vereist.

Daarnaast is het in de praktijk niet wenselijk en handig om het college en de overige fracties te verrassen met een motie over een onderwerp waarop ze zich niet hebben kunnen voorbereiden.

De afspraak is gemaakt dat moties en amendementen uiterlijk om 12.00 uur op de dag vóór de raad in concept worden gemeld bij de griffier en dat deze vervolgens de raad en het college daarover informeert.

Het college verstrekt in de raad aanvullende informatie en de raad beslist of voldoende informatie beschikbaar is om een besluit te nemen over de motie of het amendement.

Schriftelijke vragen en vragenronde raad: artikelen 42 en 43

De vragenronde is in de plaats gekomen van de rondvraag.

Het is de bedoeling dat deze vragen betrekking hebben op de actualiteit van dat moment en politiek bestuurlijk relevant zijn.

Over de vragenronde en schriftelijke vragen zijn de volgende aanvullende afspraken gemaakt.

Schriftelijke vragen:

  • -

    Kunnen altijd ingediend worden bij voorzitter of griffier.

  • -

    Vragen worden ter kennis gebracht van college en raad.

  • -

    Beantwoording binnen 30 dagen aan alle raadsleden via Raadsnet.

  • -

    Vraag en antwoord wordt geagendeerd bij ‘Ingekomen stukken” voor volgende raad.

Vragenronde:

  • -

    Vragen uiterlijk om 12.00 uur op de dag vóór de raad indienen bij de griffier met vermelding van onderwerp en gewenste informatie.

  • -

    Vragen worden in de raad herhaald door de fractie en beantwoord door het college, geen moties, geen interrupties, wel gelegenheid voor aanvullende vragen.

  • -

    Geen schriftelijke beantwoording, wel vermelding in de notulen.

Actieve informatieverstrekking: artikel 44

Door de invoering van het dualisme is ook de actieve informatieplicht van het college aan de raad in de Gemeentewet verankerd.

Meer taken en bevoegdheden zijn aan het college toebedeeld en de raad wordt geacht meer te sturen op hoofdlijnen.

Op verzoek van de raad of als uitoefening van de bevoegdheden van het college “ingrijpende gevolgen kan hebben” voor de gemeente wordt de raad in de gelegenheid

gesteld wensen en bedenkingen in te brengen.

Met name in een kleine gemeente als Reusel-De Mierden is tijdige en spontane informatieverstrekking door het college gewenst over de uitvoering van tal van politiek-bestuurlijke onderwerpen. Ook al is dat formeel niet altijd vereist.

Het gaat hier primair om het delen van relevante informatie met de raad. Het is niet de bedoeling dat de mededeling leidt tot een inhoudelijke discussie. Als daar behoefte aan is kan het onderwerp geagendeerd worden.

Het is van belang dat de raad via het instrument actieve informatieverstrekking tijdig en goed geïnformeerd wordt over actuele politiek- bestuurlijke onderwerpen.

Actieve informatieverstrekking door het college is niet vrijblijvend en heeft een min of meer verplichtend karakter als sprake is van afwijking van de afgesproken kaders, de beschikbaar gestelde middelen, de tijdsplanning en als sprake is van gewijzigde omstandigheden.

Procedure toezending van stukken

Agendacommissie

De concept agenda en bijbehorende stukken worden op donderdag, voorafgaand aan de bijeenkomst van de Agendacommissie op maandag of dinsdag, via de mail toegestuurd.

Commissies Inwoners en Ruimte

Gemeenteraad

De uitnodiging met concept agenda wordt aan de leden toegestuurd. Raadsvoorstellen en notities ter bespreking worden twee weekenden vóór de vergadering beschikbaar gesteld aan alle raadsleden en alle duo-leden en gedeponeerd in een persoonlijke postbus op de leeskamer.

De stukken, inclusief alle bijlagen, liggen ter inzage op de leeskamer.

Alle stukken worden geplaatst op raadsnet en op de website van de gemeente.

Raadsnet

In toenemende mate vindt informatieverstrekking digitaal plaats.

Naast de voor iedereen toegankelijke website van de gemeente is er een digitaal informatiekanaal voor raads- en duo-leden.

Dit is toegankelijk via een speciaal wachtwoord.

Naast de voor raadsleden van belang zijnde algemene informatie over projecten, gemeentelijke regelgeving, financiële stukken, zoals kadernota, begroting, jaarrekening etc. wordt het raadsnet ook gebruikt voor informatieverstrekking op het gebied van:

  • -

    Ingekomen post

  • -

    Uitnodigingen

  • -

    Vergaderstukken, besluitenlijsten, verslagen, actiepuntenlijsten

  • -

    Mededelingen en notities

  • -

    Vraag en antwoord

  • -

    Nieuw op de site, hier vindt u steeds de laatste berichten.

Het is voor raadsleden van belang dit regelmatig te raadplegen.

Er is voor gekozen raads- en duo-leden een maandelijkse vergoeding te geven voor het gebruik van eigen computerapparatuur en internetverbinding.

Publicatie, communicatie en verslaglegging

Commissievergaderingen, raadsvergaderingen en werkbijeenkomsten zijn openbaar

tenzij anders wordt besloten.

De agenda wordt gepubliceerd op de website en in D’n Uitkijk.

Op de website en op raadsnet zijn ook alle voorstellen en bijlagen in te zien.

Verslaglegging vindt plaats op hoofdlijnen, is concluderend ten aanzien van besluiten en afspraken met vermelding van afwijkende standpunten en nuanceringen per fractie.

Alle vergaderingen worden op band opgenomen. De banden worden bewaard tot de verslagen zijn vastgesteld.

Opmerkingen op de verslagen van commissies en raad moeten vóór de raad ingediend worden bij de griffier.

Per commissie en raad wordt gewerkt met actiepuntenlijsten om de voortgang van bepaalde onderwerpen te volgen en de afdoening van afspraken en toezeggingen te bewaken.

Daarnaast wordt gewerkt met een besluitenlijst van de raad en de besluiten worden ook gepubliceerd in D’n Uitkijk.

Reusel, september 2010.

Gerrit van Ham, griffier.