Regeling vervallen per 01-05-2021

Beleidsregel Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun gemeente Reusel-De Mierden 2021

Geldend van 17-03-2021 t/m 30-04-2021

Intitulé

Beleidsregel Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun gemeente Reusel-De Mierden 2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden 2021tot vaststelling van beleidsregel voor de uitvoering van tijdelijke subsidies met betrekking tot coronasteun (Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun gemeente Reusel-De Mierden 2021).

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden;

gelezen het voorstel BW21.0077 van 1 maart 2021;

overwegende dat,

het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent de verstrekking van incidentele subsidies met betrekking tot coronasteun

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Tijdelijke subsidieregeling coronasteun gemeente Reusel-De Mierden 2021

Hoofdstuk 1 . Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvrager: maatschappelijke organisaties actief in de gemeente Reusel-De Mierden zonder winstoogmerk;

  • 2.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden.

  • 3.

    Culturele organisatie: een organisatie die haar kernactiviteiten ontleent aan één of meerdere kunst- en cultuurdisciplines te noemen: theater, dans, muziek, beeldende kunst, fotografie, film en animatie, grafisch ontwerp, literatuur en cultureel erfgoed.

  • 4.

    Dorps- en gemeenschapshuizen: een stichting met als doelstelling om het beheer en de exploitatie van een dorps- of gemeenschapshuis in stand te houden en daarmee ruimte te bieden aan maatschappelijke organisaties, verenigingen en bewoners uit de buurt en omgeving die activiteiten willen organiseren.

  • 5.

    Lokale vrijwilligersorganisaties voor jeugd: een organisatie die valt in een van de volgende categorieën: scoutinggroepen, speeltuinen, jeugd- en jongerenwerk, kindervakantiewerk en jeugdkampen.

Artikel 2. Doel en reikwijdte van de subsidieregeling

Culturele organisaties, dorps-/buurthuizen en lokale vrijwilligersorganisaties voor jeugd die worden getroffen door de coronacrisis en die in hun voortbestaan worden bedreigd, (gedeeltelijk) compenseren voor de nadelige financiële consequenties van de coronacrisis in de periode van 16 maart tot en met 31 december 2020.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1. Aan deze beleidsregel is een subsidieplafond van € 86.508,- verbonden. Dit bedrag is uitgesplitst naar een deelplafond ter hoogte van € 72.572 voor culture organisaties, een deelplafond van € 8.181,- voor dorps- en buurthuizen en een deelplafond van € 5.755 voor lokale vrijwilligersorganisaties voor jeugd. Bovenstaande verdeling is gebaseerd op de tegemoetkoming die de gemeente Reusel-De Mierden heeft ontvangen vanuit het Rijk.

  • 2. Niet benutte middelen van een deelplafond kunnen worden toegevoegd aan de andere deelplafonds.

  • 3. Bij overschrijding van het totale subsidieplafond wordt het beschikbare bedrag naar rato over de aanvragen verdeeld.

Hoofdstuk 2. Subsidievaststelling

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd via het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier door een culturele organisatie, dorps- en buurthuis of lokale vrijwilligersorganisatie voor jeugd die:

    • a.

      met haar kernactiviteiten het algemeen belang dient en geen winstoogmerk heeft;

    • b.

      op de datum van indiening aanvraag minimaal 3 jaar bestaat;

    • c.

      zich met haar activiteiten richt op inwoners van gemeente Reusel-De Mierden.

  • 2. Er kan slechts één aanvraag op grond van deze regeling worden ingediend.

  • 3. De subsidieaanvraag moet vergezeld gaan van minimaal de volgende documenten :

    • a.

      Jaarrekening van de organisatie over 2018, 2019 en indien beschikbaar 2020 waaruit blijkt over welke reserves de organisatie beschikt en welke aantoont wat ‘normaliter’ de inkomsten en uitgaven van de organisatie zijn. Als over 2020 (nog) geen jaarrekening beschikbaar is, dan moet een volledig financieel overzicht van inkomsten en uitgaven over 2020 worden overgelegd;

    • b.

      Een toelichting van omstandigheden die de financiële situatie van de organisatie als gevolg van COVID-19 negatief hebben beïnvloed (bijvoorbeeld: minder sponsorinkomsten, minder contributiegelden geïnd dan gebruikelijk);

    • c.

      een toelichting of de organisatie gebruik heeft gemaakt van vangnetregelingen zoals TOGS, TOZO, NOW en/of TVL, of steunmaatregelen van de provincie Noord-Brabant of (Rijks)cultuurfondsen en de bedragen die daaruit zijn toegekend, of een toelichting dat zij buiten de kaders van de vangnetregelingen vallen;

    • d.

      saldo-opgave van de bank(en), waarop alle bankrekeningen staan en het saldo per 1 januari 2019, 1 januari 2020 en 1 januari 2021;

  • 4. Specifiek voor organisaties die hun (bestemmings)reserves hebben ingezet om de financiële nadelen van corona op te vangen gelden naast de onder lid 1, 2 en 3 genoemde voorwaarden dat zij:

  • een toelichting kunnen geven welke kosten zijn gedekt door inzet van reserves.

  • 5. Het college kan bepalen dat naast de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, andere bescheiden dienen te worden overgelegd.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend als tegemoetkoming van hogere kosten of verminderde inkomsten die zijn ontstaan als gevolg van de COVID -19 maatregelen in de periode 16-3-2020 tot en met 31-12-2020.

  • 2. De voorwaarde is dat zo veel als mogelijk kostenbesparingen zijn doorgevoerd.

  • 3. Organisaties die minimaal 25% van hun eigen reserve hebben ingezet kunnen voor maximaal 75% worden gecompenseerd voor het bedrag dat is onttrokken uit de reserve ter compensatie van de financiële consequenties van corona.

Artikel 6. Subsidievaststelling

  • 1. Aanvragen, die tijdig zijn ingediend, worden beoordeeld door toetsing van de voorgenomen activiteiten aan de reikwijdte van artikel 2, 3 en 4 en de weigeringsgronden opgenomen in artikel 8.

  • 2. De subsidie wordt toegekend in de vorm van een beschikking tot het vaststellen van subsidie, die vermeldt:

    • a.

      het subsidiebedrag;

    • b.

      waarvoor de subsidie wordt toegekend;

    • c.

      de verplichtingen die aan de subsidievaststelling worden verbonden.

  • 3. Alle beschikte subsidiebedragen zullen direct worden vastgesteld.

Artikel 7. Termijnen

  • 1. De aanvraag kan worden ingediend tot en met 30 april 2021;

  • 2. De subsidiebeschikking wordt binnen zes weken na sluiting van de aanvraagtermijn bekend gemaakt. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Een aanvraag wordt geweigerd wanneer:

  • 1.

    de aanvrager niet valt onder de definitie culturele organisatie, dorps- en buurthuizen of lokale vrijwilligersorganisaties voor jeugd, als bedoeld in artikel 1;

  • 2.

    de activiteiten van de organisatie zich niet op inwoners van de gemeente Reusel-De Mierden richten;

  • 3.

    subsidie voor loonkosten is of wordt aangevraagd;

  • 4.

    als blijkt dat met de extra ondersteuning extra eigen vermogen hoger dan de stand op 1 februari 2020 wordt opgebouwd;

  • 5.

    de schade al is afgedekt of afgedekt had kunnen worden door andere steunmaatregelen of subsidieregelingen;

Artikel 9. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De culturele organisatie, het dorps-/buurthuis of lokale vrijwilligersorganisatie voor jeugd onthoudt zich van handelingen die de continuïteitspositie kunnen verslechteren, waaronder in elk geval het aangaan van financiële verplichtingen die leiden tot extra lasten gedurende de periode tot en met 1 juli 2021.

  • 2. De aanvrager verstrekt voorafgaand aan en na vaststelling van de subsidie alle informatie die door het college ter uitvoering van deze regeling nodig worden geacht.

Artikel 10. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun gemeente Reusel-De Mierden 2021.

  • 3. Deze regeling vervalt op 30 april 2021, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden in de vergadering van 9 maart 2021.

Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden,

de secretaris,

mr. R.P.B.M. Brekelmans

de burgemeester,

mw. A.J.M.H van de Ven

Afwegingskader financiële steun als gevolg van Corona

Het Rijk heeft diverse regelingen om gemeente (en hun organisaties) tegemoet te komen. Voor nu is het goed om af te bakenen waar de beschikbaar gestelde middelen voor bedoeld zijn. De middelen zijn bestemd voor de lokale culturele infrastructuur, buurt- en dorpshuizen en vrijwillige jeugdorganisaties. Sportverenigingen komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming. Zij hebben doorbetaling van vaste lasten voor een groot gedeelte gecompenseerd kunnen krijgen via de TASO en TVL.

Omschrijving

2020

Alg

Lokale culturele voorzieningen

72.572

Alg

Buurt- en dorpshuizen

8.181

Alg

Vrijwilligersorganisaties (specifiek voor jeugd)

5.755

TOTAAL

86.508

Het totale beschikbare bedrag (dus het subsidieplafond) is € 86.508,- en onderverdeeld in de volgende deelplafonds:

  • Deelplafond lokale culturele voorzieningen: € 72.572,-

  • Deelplafond Buurt- en dorpshuizen: €8.181,-

  • Deelplafond Vrijwillige jeugdorganisaties: €5.755,-

Niet benutte middelen van een deelplafond kunnen worden toegevoegd aan de andere deelplafonds. Bij overschrijding van het totale subsidieplafond wordt het beschikbare bedrag naar rato over de aanvragen verdeeld. Op die manier creëren we enige flexibiliteit in het toekennen en inzetten van de budgetten.

Hulpvragen bij toetsing aanvragen

  • 1.

    Behoort de aanvrager tot de doelgroep van deze subsidieregeling (Culturele organisatie – Buurt- of dorpshuis – vrijwillige jeugdorganisatie)?

  • 2.

    Is de organisatie ingeschreven in de gemeente?

  • 3.

    Bestaat de organisatie langer dan 3 jaar?

  • 4.

    Is er een aantoonbaar verschil tussen de omzet in de periode waarin het financiële effect van de coronacrisis in 2020 optreedt en de omzet van een vergelijkbare periode vorig jaar?

  • 5.

    Bestaat een passende landelijke, regionale of lokale maatregel?

  • 6.

    Zijn deze regelingen benut?

  • 7.

    Bieden deze regelingen voldoende soelaas?

  • 8.

    Zijn er manieren gevonden om financiële schade te beperken?

  • 9.

    Is er een eigen vermogen ingezet om de financiële schade te beperken? Zo ja: hoe veel van het eigen vermogen is ingezet?

Toelichting op de hulpvragen

1.Doelgroep

De subsidiegelden die vanuit het Rijk zijn toegekend aan gemeenten en de basis vormen voor deze tijdelijke subsidieregeling zijn specifiek bedoeld voor culturele organisaties, buurt- of dorpshuizen of vrijwillige jeugdorganisaties. Alleen organisaties die zich scharen onder één van deze categorieën komen in aanmerking voor een tegemoetkoming.

2. Actief in de gemeente

De subsidiegelden vanuit het Rijk zijn toegekend op basis van inwoneraantal/aantal jeugdigen en specifiek gericht op de lokale maatschappelijke infrastructuur. Daarom is het vereist dat activiteiten van een organisatie specifiek gericht zijn op inwoners van de gemeente Reusel-De Mierden.

3. Hoe lang is de organisatie actief

Vanuit de financiële adviseur is het advies gekomen om jaarrekeningen van de afgelopen jaren te vergelijken om te kunnen checken of de financiële problemen te wijden zijn aan de maatregelen om het coronavirus te bestrijden. De jaarrekeningen van 2018, 2019 en 2020 moeten hiervoor overlegd worden. Daarom de vereiste dat een organisatie langer dan drie jaar moet bestaan.

4. Causaal verband tussen corona en financiële problemen

De financiële problemen moeten veroorzaakt zijn door de coronacrisis. De aanvrager kan dit ook onderbouwen met cijfers.

5, 6 en 7. Landelijke, regionale of lokale maatregelen

Er bestaat al een groot aantal regelingen die financiële steun bieden. Als er landelijke- of regionale regelingen beschikbaar zijn heeft de gemeente geen primaire rol. De aanvrager heeft zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van alle bestaande regelingen. Pas als deze regelingen niet van toepassing (of onvoldoende) zijn voor aanvrager om te blijven bestaan, kan deze een aanvraag bij de gemeente indienen. Als een aanvrager via landelijke of regionale regelingen alsnog steun ontvangt is de aanvrager verplicht dit zo spoedig mogelijk bij de gemeente te melden.

8. Beperken financiële schade

Om in aanmerking te komen voor de gemeentelijke steunmaatregelen moet de aanvrager laten zien dat er maximaal is gestuurd op het beperken van uitgaven en/of behouden van inkomsten. De aanvrager kan laten zien dat hij zelf heeft geprobeerd om een oplossing te vinden door in kosten te snijden, opbrengsten te behouden, ze te verhogen of andere financiering te vinden.

9. Inzet eigen vermogen

Financieel gezonde verenigingen kunnen (bestemmings)reserves hebben moeten inzetten om de financiële gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen. Dit terwijl deze reserves eigenlijk als doel hadden om de vereniging of de accommodatie toekomstbestendig te maken. Vanuit maatschappelijk oogpunt kunnen we organisaties die minimaal 25% van het eigen vermogen hebben moeten inzetten tot maximaal 75% compenseren. Dit moet dan blijken uit de cijfers. Daarnaast moet de organisatie kunnen aantonen welke kosten zijn gedekt door inzet van reserves. Zo voorkomen we dat we organisaties zonder eigen vermogen ‘belonen’ voor het niet hebben van reserves, terwijl organisaties met (bestemmings)reserves deze wel moeten aanspreken.