Regeling vervallen per 01-11-2019

Verordening Commissie bezwaarschriften

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-10-2019

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rheden, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2003;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening Commissie bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op alle bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      die rechtstreeks betrekking hebben op de interne organisatie en/of de rechtspositie van personen in dienst van de gemeente;

    • b.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waarderingde zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet woonachtig in de gemeente Rheden.

Artikel 3-a Instelling kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2. De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4. De leden van de commissie zullen elkaar over en weer bij afwezigheid vervangen.

Artikel 4 Secretaris

Het college wijst voor de commissie een of meer ambtelijk secretarissen aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van zes jaar. Het is mogelijk om eenmaal herbenoemd te worden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt door of namens het bestuursorgaan tot wie het bezwaarschrift is gericht de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden en verplichtingen ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie:

  • a.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • b.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • c.

    artikel 7:4 tweede lid;

  • d.

    artikel 7:6 vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste 2 leden van een kamer, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2. Bij afwezigheid van de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, wijzen de aanwezige leden uit hun midden één van hen aan om als voorzitter te fungeren.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. Belanghebbenden, de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden kunnen verzoeken de zitting met gesloten deuren te laten plaatsvinden.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt als bijlage bij het advies gevoegd.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter;

    • c.

      van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

Vervallen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met ingang van 1 januari 2014 in werking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie bezwaarschriften.

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2003;

besluit van burgemeester d.d. 23 september 2003; en

raadsbesluit d.d. 28 oktober 2003, nr. 9.

Ondertekening

De Steeg, 23 september 2003
Burgemeester en wethouders voornoemd,
burgemeester.
secretaris.
De Steeg, 23 september 2003
De burgemeester voornoemd,
burgemeester.
De Steeg, 28 oktober 2003
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.

Toelichting algemeen

Uitgegaan is van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgestelde herziene modelverordening commissie bezwaarschriften met bijbehorende toelichting, verzonden bij ledenbrief, nummer Lbr.02/60, op 25 april 2002. Ten aanzien van enkele artikelen heeft een aanpassing plaatsgevonden, die hierna voor zover nodig per artikel is toegelicht.

Artikel 2

De behandeling van bezwaarschriften op grond van de onder lid 2 sub a vermelde verordeningen behoort tot de bevoegdheid van een afzonderlijke commissie.

Ten aanzien van de onder lid 2 sub b genoemde zaken dient opgemerkt te worden dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de WOZ afwijkende of aanvullende bepalingen bevatten over beslistermijnen, het horen en de geheimhouding. In de praktijk waren deze zaken reeds uitgezonderd. Met de vaststelling van de nieuwe verordening is deze uitzondering thans geformaliseerd.

Artikel 9

Lid 2 van dit artikel is overgenomen uit de oude verordening. Het is in zoverre in praktische zin van belang dat anders de voorzitter van geval tot geval zal moeten aangeven of een machtiging moet worden overgelegd.

Artikel 11

Met de vaststelling van de nieuwe verordening is tevens het vereiste quorum herzien. De oude verordening schreef voor dat voor het houden van een zitting de voorzitter en ten minste twee leden aanwezig moesten zijn, hetgeen tot praktische problemen kan leiden.

Artikel 14

Lid 5 van dit artikel is aangepast aan de huidige praktijk waarbij geen verslag meer wordt opgesteld van de hele vergadering, maar per agendapunt. Het verslag wordt niet meer ondertekend, maar wordt als bijlage bij het advies gevoegd en maakt daarvan onderdeel uit.