Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening forensenbelasting Rheden 2002

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening forensenbelasting Rheden 2002

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3. De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt bij een waarde van:

  • -

    € 77.561,00 of minder € 154,34;

  • -

    meer dan € 77.561,00 € 154,34 vermeerderd met € 0,94 voor elke

    € 865,00 waarmee de waarde € 77.561,00 te boven gaat.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in geval dat:

    • a.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen forensenbelasting of andere heffingen € 60,00 of minder is, in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later;

    • b.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen forensenbelasting of andere heffingen meer dan € 60,00 is, maar minder dan € 4.538,00 in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

    • c.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen forensenbelasting of andere heffingen € 4.538,00 of meer is, in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In gevallen bedoeld in het eerste lid onder b geldt in afwijking van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening forensenbelasting Rheden 1999', vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 1998, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 november 2000, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting Rheden 2002’.

    Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 13 december 2001, nr. 5.5.

Ondertekening

De Steeg, 13 december 2001
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.