Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Rheden 2002

Geldend van 31-10-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Rheden 2002

De raad van de gemeente Rheden;

gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 september 2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Rheden 2002

Afdeling I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aansluitleiding(en): de particuliere riolering, (de) het aansluitpunt(en) en de perceelaansluitleiding(en) die op het (de) aansluitpunt(en) zijn aangesloten;

  • b.

    aansluitpunt:

    • 1.

      bij gemengde, verbeterd gemengde, gescheiden, verbeterd gescheiden rioolstelsels en voorzieningen t.b.v. infiltratie van hemelwater normaliter het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar de aansluitleiding(en) op het gemeentelijke riool en/of infiltratievoorziening worden aangesloten;

    • 2.

      bij een drukriool het punt waar de particuliere riolering wordt aangesloten op de pompput;

    • 3.

      bij woonboten het punt waar het woonschip, op dek of wand doorvoer, aangesloten wordt op de flexibele leiding richting pompput of gemeentelijke riolering;

  • c.

    bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van (tijdelijke) verlaging van de grondwaterstand;

  • d.

    drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem;

  • e.

    drukriool: de openbare riolering, voor de afvoer van afvalwater waarbij het transport door het riool plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • f.

    gemeente: de gemeente Rheden;

  • g.

    (verbeterd) gemengd stelsel: de openbare riolering voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater;

  • h.

    (verbeterd) gescheiden stelsel: de openbare riolering met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater;

  • i.

    infiltratievoorzieningen: voorzieningen in het openbare gebied met als doel het hemelwater te infiltreren in de bodem zo mogelijk met een directe of indirecte afvoer naar het oppervlaktewater;

  • j.

    openbare riolering en/of infiltratievoorziening: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen;

  • k.

    private partijen: alle personen, bedrijven, instanties, niet zijnde de gemeente Rheden;

  • l.

    particuliere riolering: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen inclusief het ontstoppingsstuk;

  • m.

    perceelaansluitleiding: het riool en de voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen de openbare riolering en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente;

  • n.

    rechthebbende:

    • 1.

      de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel of woonschip ten behoeve waarvan de aansluiting op de openbare riolering wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden;

    • 2.

      de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1 bedoelde personen;

  • o.

    tarievenlijst: door de raad bij de Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2015 vast te stellen lijst met de aansluitkosten van een aansluitleiding;

  • p.

    aansluitvergunning: het document met daarin opgenomen de bepaling geldend voor de perceelaansluitleiding zoals vermeld in deze aansluitverordening.

Afdeling II De aansluitvergunning

Artikel 2 Vergunningsplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende vergunning, aansluiting van een particuliere riolering op de openbare riolering tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders verlenen een vergunning voor het tot stand brengen en in stand houden van aansluitingen tussen de openbare riolering en/of infiltratievoorziening en de perceel-aansluitleiding voor de afvoer van:

    • a.

      afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel of verbeterd gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • c.

      hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel dan wel de infiltratievoorziening, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van particuliere riolering op de openbare riolering tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      de wijze waarop (een) aansluiting(en) tot stand word(t)(en) gebracht;

    • b.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • c.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien deze een tijdelijk karakter heeft.

Artikel 3 De vergunningaanvraag

  • 1. De aanvraag van een aansluitvergunning en de realisatie van de aansluiting wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2. Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;

    • d.

      de ligging van het aan te sluiten perceel:

      • 1.

        aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel;

      • 2.

        aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

    • e.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • f.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of dat er huishoudelijk afvalwater inclusief hemelwater zal worden afgevoerd;

    • g.

      van de aan te sluiten of te wijzigen particuliere riolering ten minste de volgende gegevens:

      • 1.

        het leidingverloop en de diameter;

      • 2.

        de diepteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      • 3.

        een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de droogweer en hemelwaterafvoerleidingen;

      • 4.

        de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van de particuliere riolering ter plaatse van het (de) aansluitpunt(en) zullen (zal) worden gemarkeerd.

  • 3. Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning(en).

  • 4. De aanvraag voor een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na schriftelijke kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van de particuliere riolering op de openbare riolering of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van particuliere riolering op de openbare riolering of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm en de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding (1%);

    • b.

      de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening (hemelwater + vuilwater) betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • d.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e.

      de openbare riolering niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f.

      het een lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of door middel van retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • h.

      een bouwvergunning of een Wet milieubeheervergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • i.

      de diameter van de gevraagde aansluiting groter of gelijk is dan die van het gemeentelijk riool;

    • j.

      bij aansluitingen van infiltratievoorzieningen de benedenonderkant van de particuliere leiding op het aansluitpunt beneden maaiveld is gelegen.

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij het Burgemeester en Wethouders de nadere eisen aangeven waaraan de particuliere riolering dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

  • 1. Burgemeester en Wethouders besluiten binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houden Burgemeester en Wethouders de behandeling omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet;

    • b.

      terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer.

  • 3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Na verlening van de in lid 2 onder sub a en b bedoelde vergunningen, nemen Burgemeester en Wethouders alsnog binnen acht weken een besluit over de aanvraag.

Artikel 6 Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de private partij afwijken van de bepalingen in Afdeling II, indien toepassing van deze bepalingen tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kunnen Burgemeester en Wethouders advies vragen.

Afdeling III De aansluiting

Artikel 7 Uitvoering aansluiting

  • 1. Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek tot aansluiting te vermelden.

  • 2. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na de ontvangst van het verzoek stellen, burgemeester en wethouders, zoveel mogelijk in overleg, met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.

Artikel 8 Kosten van de aansluiting

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen de kosten van de aanleg van de aansluitleiding vast, aan de hand van de Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2015 vastgestelde tarievenlijst.

  • 2. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke uitvoering over te gaan, voordat de kosten van aansluiting door de rechthebbende aan de gemeente zijn voldaan, inclusief administratiekosten.

Artikel 9 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van de particuliere riolering op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of namens de gemeente.

  • 2. De aansluiting van de particuliere riolering op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als de kleur van het aan te sluiten particuliere riolering tot aan het aansluitpunt voldoet aan de volgende kleureisen:

    bruin: voor huishoudelijk en industrieel afvalwater wanneer de openbare riolering bestaat uit een (verbeterd) gescheiden stelsel;

    grijs: voor hemelwater wanneer de openbare riolering bestaat uit een (verbeterd) gescheiden stelsel;

    groen: voor hemelwater wanneer infiltratievoorzieningen zijn toegepast;

    grijs: voor hemelwater, huishoudelijk en industrieel afvalwater wanneer de openbare riolering bestaat uit een (verbeterd) gemengd stelsel.

Artikel 10 Onderhoud

Het onderhoud van de particuliere riolering komt v.oor rekening van de rechthebbende, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit de openbare riolering.

Afdeling IV Onderhoud

Afdeling V Beëindiging gebruik

Artikel 11 Informatieplicht

Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd of afgesloten is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV en afdeling V van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in de overeenkomsten.

  • 4. De verleende aansluitvergunning is perceelsgebonden, de huidige rechthebbende dient zorg te dragen voor de overdracht van de aansluitvergunning aan de nieuwe rechthebbende.

Artikel 13 Niet voorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haar bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Rheden 2002.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 oktober 2002, nr. 6.
De Steeg, 29 oktober 2002
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.