Regeling vervallen per 01-05-2018

Subsidieregeling Samenlevingsbeleid Rheden

Geldend van 21-10-2010 t/m 30-04-2018 met terugwerkende kracht vanaf 05-03-2009

Intitulé

Subsidieregeling Samenlevingsbeleid Rheden

Het college van de gemeente Rheden;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Rheden 2006;

b e s l u i t :

vast te stellen de Subsidieregeling Samenlevingsbeleid Rheden

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteitenplan: plan waarin staat welk product, prestatie of dienst de instelling wil leveren met gebruikmaking van de subsidie en hoe zij dat wil realiseren;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Rheden 2006;

  • c.

    basissubsidie: een structurele subsidie, die gedurende het daarvoor vastgestelde subsidietijdvak wordt verstrekt ter ondersteuning van (een deel van) de activiteiten van de instelling;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

  • e.

    instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten voor inwoners van de gemeente Rheden;

  • f.

    kaderkosten: kosten die gemaakt worden om vrijwilligers te kunnen inzetten bij de bestuurlijke en uitvoerende taken van de instelling;

  • g.

    subsidiebudget: het bedrag dat voor het uitvoeren van deze subsidieregeling in de gemeentebegroting is opgenomen;

  • h.

    subsidietijdvak: een periode van ten hoogste vier boekjaren waarop de subsidieverstrekking van toepassing is;

  • i.

    Wijk- en Dorpsgericht Werken-belangengroep: een georganiseerde bewonersgroep die bestaat uit vrijwilligers die:

    • -

      zich inzet voor de algemene belangen en leefbaarheid van wijk of dorp of zich inzet om de betrokkenheid van de bewoners bij de wijk of dorp te vergroten;

    • -

      die binnen het wijk- en dorpsgericht werken als gesprekspartner fungeert.

Artikel 2 Subsidiëring

  • 1. Het college kan aan instellingen als bedoeld in de hoofdstukken 2 tot en met 8 basissubsidie verstrekken voor het uitvoeren van activiteiten op het gebied van samenlevingsbeleid.

  • 2. Het tijdvak waarvoor de subsidie wordt toegekend beslaat maximaal vier jaren.

  • 3. Op de subsidieverstrekking zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Rheden 2006 van toepassing.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie dient vóór 1 juni van het jaar voorafgaande aan het jaar, waarin het activiteitenplan wordt uitgevoerd, bij het college ingediend te worden.

  • 2. Voor de indiening van de subsidieaanvraag wordt gebruikgemaakt van het hiervoor aangewezen formulier. De aanvraag gaat vergezeld van een overzicht van de activiteiten en de daarvoor geraamde inkomsten en uitgaven.

  • 3. Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de aanvrager tevens:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm voor zover deze niet reeds uit de statuten blijkt;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een overzicht van haar financiële toestand op het moment van het indienen van de aanvraag.

  • 4. Het college kan overlegging eisen van andere bescheiden voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

Artikel 4 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidieaanvrager ontvangt vóór 15 november van het jaar voorafgaande aan het subsidietijdvak een schriftelijk besluit van het college aangaande de duur van het subsidietijdvak en de berekening van de subsidie.

  • 2. Ten behoeve van de mogelijkheid van controle op de verrichte activiteiten in relatie tot de subsidie kan het college in de beschikking tot subsidievaststelling nadere voorwaarden stellen.

Artikel 5 Verplichtingen van de instelling

Indien het subsidietijdvak meer dan 1 jaar omvat verstrekt de vereniging gedurende het subsidietijdvak jaarlijks vóór 1 oktober de verlangde informatie op het daarvoor aangewezen formulier.

Artikel 6 Subsidieafwijzing en subsidie-intrekking

  • 1. Een subsidieverzoek wordt afgewezen als de activiteiten niet binnen de doelstelling van deze regeling passen dan wel niet aan de in deze regeling of de ASV gestelde voorwaarden wordt voldaan.

  • 2. Een subsidieverzoek wordt tevens afgewezen, indien aannemelijk is, dat de aanvrager de activiteit(en) uit eigen middelen kan bekostigen, dan wel daarvoor uit middelen van derden kan beschikken. Dit geldt ook in het geval de eigen bijdrage van deelnemers zeer laag is vastgesteld en door een redelijke verhoging hiervan subsidieverlening achterwege kan blijven.

  • 3. De financiële toetsing als bedoeld in het derde lid blijft achterwege als de subsidie wordt verstrekt als een bijdrage in de kaderkosten tot een bedrag van maximaal € 400,00.

  • 4. Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken, indien de activiteiten niet worden uitgevoerd dan wel geen of onjuiste gegevens zijn verstrekt.

Artikel 7 Fusietoeslag

In het geval twee of meer gesubsidieerde instellingen fuseren, kan op verzoek gedurende twee jaren een toeslag worden verstrekt aan de nieuwe instelling tot maximaal het bedrag dat als gevolg van de fusie op jaarbasis bespaard kan worden op het subsidiebudget.

Hoofdstuk 2 Vrijwillig jeugdwerk

Artikel 8 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd jeugdigen in staat te stellen om in georganiseerd verband deel te nemen aan sociaal culturele of andere activiteiten die gericht zijn op ontspanning, ontmoeting en creatieve ontplooiing, om daarmee een positieve bijdrage te leveren aan de vorming van hun persoonlijkheid. Voor de subsidieverstrekking wordt onderscheid gemaakt in scoutinggroepen, jeugdverenigingen en kinderkamporganisaties. Daarbij gelden de volgende beleidsuitgangspunten:

  • 1.

    Scouting

    Er wordt gestreefd naar één gesubsidieerde scoutinggroep in de drie grote kernen (Velp, Dieren en Rheden). De subsidiëring van een watertak beperkt zich tot één instelling in de gemeente. Vanuit historische gronden is dit de scoutinggroep in Dieren.

  • 2.

    Jeugdverenigingen

    Jeugdgroepen die gelieerd zijn aan een kerkelijke organisatie komen niet voor subsidiëring in aanmerking, tenzij sprake is van een zelfstandige vereniging, waarbij het lidmaatschap niet beperkt wordt tot de kerkelijke doelgroep.

  • 3.

    Kindervakantiekampen

    De subsidiëring van kinderkampen beperkt zich tot maximaal één kamp per jaar in de dorpen Velp, Dieren en Rheden.

Artikel 9 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Voor Scoutinggroepen:

    • -

      wekelijks gevarieerd aanbod van activiteiten;

    • -

      minimaal 50 contributiebetalende jeugdleden per tak;

    • -

      aansluiting bij Scouting Nederland.

  • 2.

    Voor jeugdverenigingen:

    • -

      wekelijks gevarieerd aanbod van activiteiten;

    • -

      minimaal 30 contributiebetalende jeugdleden.

  • 3.

    Voor kinderkamporganisaties:

    • -

      het organiseren van een kinderkampweek gedurende de zomervakantieperiode voor basisschoolleerlingen in de groepen 3 t/m 8.

Artikel 10 Subsidieberekening

De basissubsidie bedraagt:

  • 1.

    Voor scoutinggroepen:

    • -

      basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00;

    • -

      aanvullend basisbedrag per scoutingtak, zijnde € 1.000,00 voor een landtak en € 2.500,00 voor de watertak;

    • -

      toeslag van € 20,00 per jeugdlid uit de gemeente Rheden op basis van de laatst bekende afdrachtnota van Scouting Nederland.

  • 2.

    Voor jeugdverenigingen:

    • -

      basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00.

  • 3.

    Voor kinderkamporganisaties:

    • -

      basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00;

    • -

      toeslag van € 5,00 per deelnemende leerling uit de gemeente Rheden, op basis van het gemiddelde aantal over de achterliggende drie jaren.

Hoofdstuk 3 Ouderenbonden

Artikel 11 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd door middel van het organiseren van activiteiten door ouderenbonden een bijdrage te leveren aan de participatie van ouderen in de samenleving.

Artikel 12 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden: 

  • -

    gevarieerd aanbod van activiteiten gericht op ontspanning, ontwikkeling en maatschappelijke participatie van ouderen;

  • -

    aansluiting bij landelijke koepelorganisatie;

  • -

    aansluiting bij lokale koepelorganisatie Cosbo met verplichte ledenafdracht.

Artikel 13 Subsidieberekening

  • 1. Voor de gezamenlijke ouderenbonden is jaarlijks een budget beschikbaar van € 4.200,00. Elke bond ontvangt hieruit een evenredig aandeel op basis van het aantal uit de gemeente Rheden afkomstige leden.

  • 2. De subsidie voor de lokale koepelorganisatie Cosbo bedraagt € 0,40 per lid uit de gemeente Rheden tot een maximum van € 700,00 per jaar.

  • 3. De hoogte van de subsidies wordt 1 x per 4 jaar vastgesteld op basis van de ledenaantallen op 1 januari voorafgaande aan de nieuwe subsidieperiode.

Hoofdstuk 4 Vrouwenverenigingen

Artikel 14 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd door middel van activiteiten van vrouwenverenigingen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de participatie van vrouwen in de samenleving.

Artikel 15 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden: 

  • -

    uitvoering van een activiteit die past binnen de doelstelling;

  • -

    aansluiting bij een landelijke koepelorganisatie.

Artikel 16 Subsidieberekening

De subsidie bedraagt € 100,00 per jaar voor kaderkosten.

Hoofdstuk 5 EHBO-verenigingen

Artikel 17 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de deskundigheid van inwoners op het terrein van de EHBO te bevorderen en gebruik te kunnen maken van de assistentie van EHBO-verenigingen tijdens evenementen en bij eventuele calamiteiten.

Artikel 18 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden: 

  • -

    organisatie van cursussen voor inwoners uit de gemeente Rheden;

  • -

    aansluiting bij een landelijke koepelorganisatie.

Artikel 19 Subsidieberekening

De subsidie bedraagt € 400,00 per jaar voor kaderkosten.

Hoofdstuk 6 Wereldwinkels

Artikel 20 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de exploitatie van een wereldwinkel te bevorderen in de dorpen Velp, Dieren en Rheden.

Artikel 21 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt de volgende voorwaarde:

aansluiting bij de landelijke vereniging van Wereldwinkels.

Artikel 22 Subsidieberekening

De subsidie bedraagt € 400,00 per jaar voor kaderkosten.

Hoofdstuk 7A Kleine kernen

Artikel 23 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid in de vier kleine kernen (Ellecom, Laag-Soeren, Spankeren en De Steeg) en de maatschappelijke participatie van de inwoners in deze dorpen.

Artikel 24 Aanvraag

Een aanvraag voor een subsidie in het kader van het kleine kernenbeleid kan in afwijking van artikel 3, lid 1, van de Algemene subsidieverordening en artikel 11, lid 1, van de regeling Samenlevingsbeleid Rheden, gedurende het lopende jaar worden ingediend.

Artikel 25 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    een Wijk- en Dorpsgericht Werken-belangengroep van de kern dient een activiteitenplan in bij de door het college hiervoor aangewezen functionaris;

  • -

    de inhoud van het activiteitenplan is door de belangengroep vooraf afgestemd met alle groepen die binnen de kern voor een deelsubsidie in aanmerking willen komen.

Artikel 26 Subsidieberekening

  • 1. Het totale budget voor de 4 kleine kernen gezamenlijk bedraagt maximaal € 5.000,00 per jaar.

  • 2. Per kern kan hieruit door de daarvoor aangewezen functionaris een subsidie worden verstrekt tot maximaal € 1.500,00 per jaar.

  • 3. Het college kan voor de beoordeling van activiteitenplannen specifieke wegingsfactoren of verdeelmaatstaven vaststellen.

  • 4. Iedere belangengroep heeft eenmaal in de vier jaar, op basis van de reeds bestaande cyclus, recht op een bijdrage van € 1.500,00 in het kader van de kleine kernenweek.

Artikel 27 Overgangsbepaling

De Belangenorganisatie Laag-Soeren kan binnen de gestelde voorwaarden een beroep doen op een subsidie tot maximaal € 2.000,00 per jaar, mits hiervoor ruimte is binnen het beschikbare budget als bedoeld in artikel 25, eerste lid.

Hoofdstuk 7B Wijk- en dorpsgericht werken

Artikel 28 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd bij te dragen aan de organisatieontwikkeling van de belangengroep en dan specifiek de communicatie van de belangengroepen met hun achterban.

Artikel 29 Aanvraag

Een aanvraag voor een subsidie in het kader van het wijk- en dorpsgericht werken kan inafwijking van artikel 3, lid 1, van de Algemene subsidieverordening en artikel 11, lid 1, van de regeling Samenlevingsbeleid Rheden, tot 15 januari van het lopende jaar worden ingediend.

Artikel 30 Subsidievoorwaarde

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een wijk- en dorpsgericht werken-belangengroep van de kern een activiteitenplan in bij de door het college hiervoor aangewezen functionaris.

Artikel 31 Subsidieberekening

  • 1. Het totale budget voor de belangengroepen gezamenlijk bedraagt maximaal € 10.000 per jaar.

  • 2. Iedere belangengroep ontvangt afhankelijk van het aantal 1 of meer persoonshuishoudens een bijdrage. Hierbij wordt de volgende verdeling gehanteerd:

    • -

      0 tot 750 huishoudens: € 750,00;

    • -

      750 tot 1.500 huishoudens: € 1.000,00;

    • -

      meer dan 1.500 huishoudens: € 1.500,00.

  • 3. Het college kan voor de beoordeling van activiteitenplannen specifieke wegingsfactoren of verdeelmaatstaven vaststellen.

Hoofdstuk 8 Vrijwillige brandweerverenigingen

Artikel 32 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de samenwerking te bevorderen van de vrijwilligers binnen de vrijwillige brandweerkorpsen van de gemeente Rheden.

Artikel 33 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden: 

  • 1.

    jaarlijks wordt een activiteitenplan opgesteld dat binnen de doelstelling past;

  • 2.

    per brandweerkorps is maximaal één vereniging functioneel.

Artikel 34 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt € 400,00 per jaar voor kaderkosten.

  • 2. Als bijdrage in de uitvoeringskosten van de activiteiten wordt een toeslag van € 200,00 verleend.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 36 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Samenlevingsbeleid Rheden.

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 2009.

Ondertekening

De Steeg, 26 februari 2009
Burgemeester en wethouders van Rheden,
burgemeester.
secretaris.

Toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Bij de begripsomschrijvingen is aansluiting gezocht bij de Algemene wet bestuursrecht en de ASV.

Het begrip instelling is van toepassing op alle subsidieaanvragers die een beroep op de regeling kunnen doen. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de instelling rechtspersoonlijkheid bezitten en in de gemeente Rheden zijn gevestigd.

De subsidie op grond van de deze regeling wordt veelal verstrekt als een subsidie voor kaderkosten, al of niet met een toeslag voor de kosten van activiteiten. De subsidie voor kaderkosten is bedoeld als algemene waardering voor de vrijwilligersorganisatie en bedraagt maximaal € 400,00.

 

Artikel 2 Subsidiëring

  • 1.

    De subsidieregeling berust op de bevoegdheid van het college om ‘nadere regels’ te stellen op grond van artikel 3 van de ASV. Dit betekent dat de subsidieregeling als een uitwerking van de ASV moet worden beschouwd. Deze subsidieregeling is van toepassing voor activiteiten op het terrein van:

    • -

      vrijwillig jeugdwerk;

    • -

      ouderenbonden;

    • -

      Vrouwenverenigingen;

    • -

      EHBO-verenigingen;

    • -

      wereldwinkels;

    • -

      kleine kernen;

    • -

      vrijwillige brandweerverenigingen;

    • -

      verenigingen ter bevordering van de integratie van allochtone bewonersgroepen (bij het vaststellen van deze regeling is het beleid dienaangaande nog niet geformuleerd en is besloten dit onderdeel eventueel op een later moment in te voegen. De bestaande subsidie-ontvangers betreft de Stichting Turkse Gemeenschap en de Italiaanse Vereniging. Zolang dit onderdeel niet is ingevuld, worden deze subsidies onder de categorie ‘basissubsidies met een uniek karakter’ ingedeeld (en verstrekt op basis van artikel 4:23, derde lid, onder c)).

  • 2.

    In overeenstemming met de ASV beslaat het tijdvak waarvoor subsidie wordt toegekend maximaal 4 jaar. Dit betekent niet dat de subsidie daarna stopt, maar het college voor een volgend subsidietijdvak een nieuw besluit neemt.

  • 3.

    De ASV is onverkort van toepassing op de regeling. Essentiële bepalingen uit de ASV die betrekking hebben op het verstrekken van basissubsidies, zijn overgenomen om de zelfstandige leesbaarheid van de subsidieregeling te bevorderen.

 

Artikel 3 Aanvraag

Dit artikel regelt de aanvraagprocedure. Indien het besluit van het college een subsidietijdvak betreft van meerdere jaren, wordt in het laatste jaar van het lopende subsidietijdvak een nieuwe aanvraag ingediend. Uit het aanvraagformulier blijkt welke aanvullende informatie daarbij overleg moet worden.

 

Artikel 4 Subsidievaststelling

De subsidiebeschikking wordt vóór 15 november toegezonden, mits de aanvraag tijdig is ingediend.

 

Artikel 5 Verplichtingen van de instelling

Indien de subsidievaststelling betrekking heeft op meerdere jaren wordt jaarlijks vóór 1 oktober een informatieformulier ingeleverd. Dit formulier bevat de informatie om het recht op de jaarsubsidie te kunnen vaststellen en is tevens de aanvraag voor de uitbetaling van het subsidiebedrag in het daarop volgende jaar.

Artikel 6 Subsidieafwijzing en subsidie-intrekking

Indien niet aan de subsidievoorwaarden kan worden voldaan en hiervan geen ontheffing wordt verleend, wordt het subsidieverzoek afgewezen. Dit geldt ook als de financiële noodzaak voor de subsidieverlening ontbreekt. Inkomsten van derden en eigen ledenbijdragen hebben daarbij een hogere prioriteit dan subsidie. Een uitzondering op de toetsing op de financiële noodzaak geldt voor de zgn. kaderkostensubsidies. Deze zijn specifiek bedoeld om een bijdrage te leveren in de kosten die de instelling moet maken voor het kunnen inzetten van vrijwilligers bij de bestuurlijke en uitvoerende taken en bedragen maximaal € 400,00. Indien naast de kaderkostensubsidie geen aanvullend subsidiebedrag wordt verleend, blijft de financiële toetsing achterwege. In deze subsidieregeling betreft dit de vrouwenverenigingen, EHBO-verenigingen en wereldwinkels.

Intrekken van subsidie is mogelijk als de activiteiten niet worden uitgevoerd of onjuiste gegevens zijn geleverd. Daarbij wordt naar ‘billijkheid’ beoordeeld of het om een deel of het gehele subsidiebedrag en subsidietijdvak gaat. Het feit dat een vereniging onjuiste gegevens heeft geleverd met als doel een hogere subsidie te ontvangen, wordt in alle gevallen gesanctioneerd met het intrekken van de subsidie.

 

Artikel 7 Fusietoeslag

Indien twee of meerdere verenigingen fuseren leidt dit meestal tot een vermindering van de subsidieaanspraken. In dat geval kan de nieuwe vereniging een beroep doen op een toeslag. De toeslag geldt gedurende maximaal twee jaren en bedraagt maximaal het bedrag dat ten opzichte van de oude situatie wordt  ‘bespaard’. De toeslag is bedoeld om verenigingen te stimuleren tot een fusie over te gaan en als vergoeding van de hiervoor te maken kosten.

 

Artikel 8, 11, 14, 17, 20, 23, 27 en 30 Doelstelling

In deze artikelen staan de doelstellingen die de gemeente wil bereiken met het uitvoeren van de subsidieregeling samenlevingsbeleid. In artikel 8 worden voor het onderdeel vrijwillig jeugdwerk een aantal specifieke beleidsuitgangspunten benoemd, waaraan een subsidieaanvraag getoetst wordt.

 

Artikel 9, 12, 15, 18, 21, 24, 28 en 31 Subsidievoorwaarden

In deze artikelen staan aanvullend op de algemene subsidievoorwaarden in de ASV, de specifieke voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.

De aangewezen functionaris als bedoeld in artikel 24 is in principe de coördinator in het kader van het wijk- en dorpsgericht werken.

 

Artikel 10, 13, 16, 19, 22, 25, 29 en 32 Subsidieberekening

Op basis van deze artikelen wordt de hoogte van het subsidiebedrag berekend. De subsidie aan de scoutinggroepen worden jaarlijks herberekend op basis van het aantal jeugdleden zoals vermeld op de laatstbekende afdrachtnota van Scouting Nederland. De overige subsidies gelden voor het gehele subsidietijdvak, met uitzondering van de subsidies voor de activiteiten in de kleine kernen. Deze worden jaarlijks vastgesteld op basis van een ingediend activiteitenplan door de daarvoor op grond van artikel 24 aangewezen functionaris.

 

Artikel 27 Overgangsbepaling

De nieuwe regeling leidt tot een lagere subsidie voor de gezamenlijke activiteiten in de kern Laag Soeren. De overgangsbepaling is bedoeld om de ‘pijn’ te kunnen verzachten in de periode dat het beschikbare budget voor de kleine kernen hiertoe ruimte biedt.