Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

Geldend van 14-01-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening handhaving Wet investeren in jongeren

De raad van de gemeente Rheden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2009;

gelet op artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 212 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen: de ‘Verordening handhaving Wet investeren in jongeren’

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet investeren in jongeren;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

    • c.

      inkomensvoorziening: de voorziening als bedoeld in artikel 24 van de wet.

Artikel 2 Handhavingsbeleid

Het college biedt een Meerjarenbeleidsplan aan de raad aan, waarin maatregelen staan opgenomen gericht voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 3 Doelstelling

Beoogd wordt dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een inkomensvoorziening hebben, een inkomensvoorziening ontvangen die in overeenstemming is met de wet. De subdoelstellingen daarbij zijn:

  • -

    vergroten spontane naleving van aan het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening verbonden verplichtingen;

  • -

    vroegtijdige detectie;

  • -

    het optimaliseren van handhavingmiddelen;

  • -

    daadwerkelijk sanctioneren.

Artikel 4 Afstemming van de inkomensvoorziening

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de inkomensvoorziening, verlaagt het college de inkomensvoorziening conform hetgeen hierover bepaald is in de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen inkomensvoorziening.

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de inkomensvoorziening op grond van artikel 4 te verlagen en de ten onrechte ontvangen inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt ten tijde van de aangifte geldende uitgangspunten.

Artikel 6 Inwerkingtreding verordening

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie van het besluit tot vaststelling van deze verordening.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening handhaving Wet investeren in jongeren.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2009, nr. 7.

Ondertekening

De Steeg, 15 december 2009
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.

Toelichting

Algemene toelichting

 

In artikel 12, eerste lid, onderdeel c, WIJ is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren (WIJ). De reikwijdte van de verordeningsplicht lijkt beperkter te zijn dan die onder de Wet werk en bijstand (WWB). In artikel 8a WWB is immers bepaald dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Artikel 12, eerste lid, onderdeel c, WIJ bevat niet deze bewoordingen. Uit de wetshistorie kan worden afgeleid dat bedoeld is de gemeenteraad op te dragen om regels te stellen over het te voeren beleid op het gebied van fraudebestrijding. Vermoedelijk is de zinsnede ‘voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand’ geschrapt, omdat deze bewoordingen vaak (ten onrechte) zijn opgevat als opdracht om het terugvorderingsbeleid in een verordening vast te leggen, hetgeen evenwel een taak van het college is, getuige de beschikbare jurisprudentie (zie o.a. CRvB 30 januari 2007, LJN: AZ8022). Beoogd is hetzelfde te regelen als in artikel 8a WWB, nl. het vastleggen van regels over fraudebestrijding. Bij het opstellen van deze verordening is daarom ook gebruik gemaakt van de huidige Verordening handhaving Wet werk en bijstand (2007).

 

De Verordening handhaving heeft een ‘procedureel’ karakter, dat wil zeggen dat in de verordening is opgenomen dat een Meerjarenbeleidsplan voor handhaving wordt vastgesteld en naar dat plan wordt verwezen voor het beleid. Het ligt voor de hand bij de vormgeving van het beleid met betrekking tot fraudebestrijding in het kader van de WIJ aansluiting te zoeken bij het reeds geregelde en bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB. Het handhavingsbeleid in het kader van de WIJ kan dan zonder veel problemen toegevoegd worden in het Meerjarenbeleidsplan WWB.

 

Toelichting op de artikelen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WIJ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van de betreffende definities in de WIJ of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

 

Artikel 2 Handhavingsbeleid

Dit artikel regelt dat het college een Meerjarenbeleidsplan aan de raad aanbiedt. In dit plan staan maatregelen gericht op voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Er zal een geïntegreerd Meerjarenbeleidsplan komen voor de WIJ en de WWB.

 

Artikel 3 Doelstelling

Er wordt naar gestreefd dat alleen degenen die daadwerkelijk recht op een inkomensvoorziening hebben, een inkomensvoorziening ontvangen die in overeenstemming is met de wet.

 

De subdoelstellingen zijn de volgende:

 

Spontane naleving

Cliënten moeten spontaan de juiste en volledige gegevens aan de afdeling Werk en Inkomen verstrekken, zodat deze afdeling kan vaststellen of iemand ook echt recht heeft op een inkomensvoorziening.

 

Vroegtijdige detectie

Gestreefd wordt naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude (door o.a. signaalsturing, risicosturing en themacontroles).

 

Optimalisering handhavingsmiddelen

Gestreefd wordt naar het optimaliseren van de controle- en opsporingsorganisatie.

Middelen hiervoor zijn kwaliteits- en kwantiteitsverbetering, een duidelijk gestructureerde inzet, alsmede risico- en signaalsturing.

 

Daadwerkelijk sanctioneren

Afstemming van de inkomensvoorziening op grond van de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren.

 

Artikel 4 Afstemming van de inkomensvoorziening

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de inkomensvoorziening (tijdelijk) verlaagd worden conform de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren. Wanneer dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van inkomensvoorziening, wordt de inkomensvoorziening met een hoger bedrag verlaagd.

Deze verlaging van de inkomensvoorziening is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de inkomensvoorziening op elkaar af te stemmen.

 

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Door het college van procureurs-generaal is een ‘Aanwijzing sociale zekerheidsfraude’ opgesteld waarin de strafrechtelijke handhaving wordt beperkt tot gevallen met een in de aanwijzing genoemd financieel nadeel. Wij conformeren aan deze Aanwijzing sociale zekerheid.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding verordening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.