Verordening Adviesraad cliënten- en inwonerparticipatie

Geldend van 01-11-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviesraad cliënten- en inwonerparticipatie

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 12 november 2014;

overwegende dat het wenselijk is de vorm van burger- en cliëntenparticipatie voor het sociaal domein vast te leggen;

gelet op de artikelen 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

b e s l u i t :

de Verordening Adviesraad cliënten- en inwonerparticipatie vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.1 Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wetgeving betreffende het sociaal domein.

  • 1.2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      sociaal domein: activiteiten en voorzieningen met gemeentelijke uitvoeringsverantwoordelijkheid op het terrein van welzijn, zorg, werk en inkomen;

    • b.

      gemeente: de gemeente Rheden;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

    • d.

      gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Rheden;

    • e.

      Adviesraad: de Adviesraad sociaal domein van de gemeenten Rheden en Rozendaal;

    • f.

      themagroep: permanente groep voor bepaald thema of doelgroep;

    • g.

      werkgroep: tijdelijke groep voor bepaald thema dat tijdelijk aandacht vraagt;

    • h.

      bestuurlijk overleg: het overleg met de verantwoordelijk wethouder.(s);

    • i.

      Dagelijks Bestuur : voorzitter, secretaris en de penningmeester van de Adviesraad;

    • j.

      cliënt: gebruiker van voorzieningen in het sociaal domein, zoals bedoeld bij a;

    • k.

      inwoner: ingezetene van de gemeente Rheden of Rozendaal.

Artikel 2 Doelstelling

  • 2.1 Het doel van de Adviesraad is inwoners en cliënten te betrekken bij en een stem te geven in de vormgeving, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke beleid met betrekking tot het sociaal domein.

  • 2.2 Beoogd wordt, door gebruik te maken van de kennis en ervaring van inwoners en cliënten, de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen, het draagvlak bij de uitvoering te vergroten en invulling te geven aan de participatie van inwoners en cliënten ten aanzien van het sociaal domein.

Artikel 3 Taken

  • 3.1 De Adviesraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren en informeren over onderwerpen die de vorming en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van het sociaal domein.

  • 3.2 De Adviesraad informeert en adviseert tevens over de uitvoering van de dienstverlening en de informatievoorziening aan cliënten.

  • 3.3 De Adviesraad wordt in de gelegenheid gesteld om te participeren in de voorbereiding van het gemeentelijk beleid en de evaluatie van de uitvoering.

  • 3.4 De Adviesraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen het sociaal domein en verzamelt op een actieve wijze relevante informatie om de genoemde adviesfunctie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren en informeert de gemeente hierover.

  • 3.5 De Adviesraad heeft tot taak aansluiting te houden met de doelgroep en cliënten- en belangenorganisaties.

  • 3.6 De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten en inwoners betrekking hebben. Evenmin kan worden geadviseerd over het personeels- en organisatiebeleid van de gemeente Rheden resp. Rozendaal.

Artikel 4 Samenstelling Adviesraad

  • 4.1 De Adviesraad bestaat uit minimaal zeven en ten hoogste twaalf leden, inclusief de voorzitter.

  • 4.2 Minimaal één zetel is beschikbaar voor een inwoner van de gemeente Rozendaal.

  • 4.3 Leden van de Adviesraad zijn inwoners van de gemeenten Rheden of Rozendaal en hebben een aantoonbare achterban en/of netwerk van inwoners binnen de gemeente Rheden of Rozendaal die zij actief kunnen benaderen en raadplegen.

  • 4.4 Leden worden, op voordracht van de Adviesraad, benoemd, geschorst en ontslagen door het college van de gemeente Rheden. Het lid woonachtig in Rozendaal wordt benoemd door het college van de gemeente Rozendaal. Daarbij toetst het college of is voldaan aan het bepaalde in dit artikel.

  • 4.5 Indien het college voornemens is om een voordracht van de Adviesraad tot benoeming van een lid niet over te nemen, pleegt zij eerst overleg met de voorzitter van de Adviesraad.

  • 4.6 De Adviesraad streeft er bij de benoemingen naar dat kennis en ervaring met betrekking tot het gehele sociaal domein in de Adviesraad aanwezig is. Bovendien wordt waar mogelijk acht geslagen op elementen als: een evenwichtige verhouding tussen mannen/vrouwen, diverse leeftijdsgroepen, vertegenwoordigers uit diverse kernen in de gemeente Rheden en allochtone en autochtone inwoners.

  • 4.7 Leden mogen geen zakelijke binding (leverancier van goederen of diensten in het sociaal domein) met de gemeente Rheden of Rozendaal hebben, voor zover een dergelijke binding naar het oordeel van het college van invloed kan zijn op de onafhankelijke positie van de leden.

  • 4.8 Voor een goede uitvoering van de taken kan de Adviesraad derden bij zijn werkzaamheden betrekken. In het Huishoudelijk Reglement kunnen daartoe nadere regels worden gesteld.

Artikel 5 Lidmaatschap en zittingsduur

  • 5.1 Bij het ontstaan van vacatures worden inwoners uit de gemeenten Rheden en Rozendaal in de gelegenheid gesteld zich kandidaat te stellen voor de Adviesraad.

  • 5.2 De leden van de Adviesraad worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Benoemingen kunnen één keer aansluitend op de eerste termijn met eenzelfde periode van maximaal vier jaar worden verlengd.

  • 5.3 De Adviesraad heeft het recht om, bij het disfunctioneren van een van zijn leden, het college te verzoeken het betreffende lid te schorsen of te ontslaan.

  • 5.4 De leden van de Adviesraad genieten een tegemoetkoming voor hun aanwezigheid in en bijdrage aan het functioneren van de Adviesraad.

  • 5.5 Het lidmaatschap van de Adviesraad eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verhuizing buiten de gemeente Rheden/Rozendaal;

    • c.

      bij overlijden;

    • d.

      na het verstrijken van de zittingsduur van 4 jaar behoudens herbenoeming;

    • e.

      bij toetreding tot de gemeenteraad, of het college, dan wel als het lid werkzaam zal worden bij de gemeente Rheden of Rozendaal of bij een instelling die actief is op het terrein van de wet; of

    • f.

      na een ontslagbesluit van het college nadat de Adviesraad, een lid of leden hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend.

Artikel 6 Organisatie en werkwijze

  • 6.1 De Adviesraad vergadert minimaal vier keer per jaar.

  • 6.2 Het college zorgt voor ondersteuning (beleidsinhoudelijk, adviserend, communicatief, financieel en organisatorisch) van de Adviesraad en wijst een ambtenaar aan als ambtelijk secretaris.

  • 6.3 Er is ambtelijk overleg tussen (een afvaardiging van) de Adviesraad en/of werkgroepen en de verantwoordelijke beleidsambtenaren met als doel het uitwisselen van relevante informatie. De frequentie en agenda van dit overleg worden in onderling overleg vastgesteld.

  • 6.4 Het Bestuurlijk Overleg met de wethouder van de gemeente Rheden vindt halfjaarlijks plaats. Het overleg met de portefeuillehouder van de gemeente Rozendaal jaarlijks.

  • 6.5 De vergaderingen van de Adviesraad, het Bestuurlijk Overleg en de themagroepen zijn openbaar. De vergadering wordt achter gesloten deuren gehouden wanneer ten minste drie van de aanwezige leden daartoe verzoeken of wanneer de voorzitter dat nodig acht.

  • 6.6 De Adviesraad kan, voor het voorbereiden van een advies, themagroepen of werkgroepen instellen en kan daarvoor leden aanwijzen. In het huishoudelijk reglement bepaalt de Adviesraad onder welke voorwaarden leden kunnen deelnemen aan themagroepen of werkgroepen en dit lidmaatschap kan worden beëindigd. De Adviesraad stelt in ieder geval een themagroep inwonersparticipatie in. Deze themagroep ondersteunt de Adviesraad in de inwonersparticipatie van en toegang naar kwetsbare en nieuwe doelgroepen.

  • 6.7 De leden van de Adviesraad, themagroepen en werkgroepen zijn verplicht tot geheimhouding van alle informatie die zij in hun hoedanigheid van lid van de Adviesraad vernemen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoeden. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door beëindiging van de activiteiten ten behoeven van de Adviesraad, themagroep of een van de werkgroepen.

  • 6.8 De Adviesraad kent een Dagelijks Bestuur (DB) bestaande uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.

  • 6.9 Het DB wordt door de Adviesraad uit haar midden gekozen.

  • 6.10 Bij ontstentenis van één hunner, treedt één van de anderen in diens plaats.

  • 6.11 Het DB is belast met:

    • -

      het plannen van de werkzaamheden van de Adviesraad in algemene zin;

    • -

      het opstellen van de agenda voor de vergaderingen van de Adviesraad;

    • -

      het uitvoeren van de besluiten van de Adviesraad;

    • -

      het vertegenwoordigen van de Adviesraad naar buiten;

    • -

      het onderhouden van contacten met de betrokken ambtenaren in het kader van zijn taakuitoefening;

    • -

      het opstellen van een begroting en jaarrekening;

    • -

      het uitnodigen van ambtenaren, externe deskundigen en vertegenwoordigers van (doel)groepen om een vergadering bij te wonen voor het geven van informatie en advies.

  • 6.12 De Adviesraad regelt via het huishoudelijke reglement een nadere taakverdeling van de DB-leden.

Artikel 7 Advisering

  • 7.1 De Adviesraad wordt door het college voorzien van alle informatie die nodig is voor zijn functioneren.

  • 7.2 Het college betrekt de Adviesraad bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het beleid binnen het sociaal domein als dit valt binnen de reikwijdte van de artikelen 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet. In samenspraak met de Adviesraad bepaalt het college bij welke beleidsvorming en beleidsevaluatie de Adviesraad betrokken wordt.

  • 7.3 Het college legt onderwerpen zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 en lid 2 door middel van een schriftelijke adviesaanvraag voor aan de Adviesraad. In de aanvraag wordt vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.

  • 7.4 De aan de Adviesraad gevraagde adviezen worden uiterlijk binnen vier weken uitgebracht, tenzij het college en de Adviesraad een andere termijn zijn overgekomen waarbinnen het advies wordt uitgebracht.

  • 7.5 Indien de Adviesraad binnen de afgesproken termijn niet heeft gereageerd wordt aangenomen dat ze instemt met de voorstellen.

  • 7.6 Het college draagt zorg voor een schriftelijke terugkoppeling aan de Adviesraad van zijn standpunten met betrekking tot de adviezen. Deze terugkoppeling wordt uiterlijk 4 weken na het collegebesluit gegeven.

Artikel 8 Budget en faciliteiten

  • 8.1 Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar ten behoeve van de werkzaamheden van de Adviesraad.

  • 8.2 Dit budget wordt toegekend in de vorm van een subsidie waarvoor jaarlijks vooraf een voorschot wordt verstrekt.

  • 8.3 De subsidie betreft een vergoeding voor:

    • a.

      Onkostenvergoeding voor de vergaderingen voor de leden van de Adviesraad, themagroepen en werkgroepen.

    • b.

      Onkostenvergoeding voor de notulist voor het bijwonen van de vergaderingen en de reiskosten.

    • c.

      Overige kosten noodzakelijk voor het functioneren van de Adviesraad, themagroepen en werkgroepen.

  • 8.4 Het college van de gemeente Rheden stelt vergaderaccommodatie en faciliteiten beschikbaar voor overleg van de Adviesraad en thema- en werkgroepen.

Artikel 9 Huishoudelijk reglement

  • 9.1 De Adviesraad stelt een Huishoudelijk Reglement vast waarin diverse zaken ten aanzien van het functioneren nader worden geregeld. De bepalingen in dit reglement mogen niet in strijd zijn met (onderdelen van) deze verordening.

  • 9.2 Het Huishoudelijk Reglement is openbaar.

Artikel 10 Verantwoording

  • 10.1 De Adviesraad brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare voorschot aan het college.

  • 10.2 De Adviesraad dient jaarlijks vóór 1 oktober een onderbouwde subsidieaanvraag met bijbehorende begroting in voor het daaropvolgende subsidiejaar.

  • 10.3 De financiële verantwoording en afrekening vindt plaats conform onderstaande uitgangspunten.

    • a.

      Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de onkostenvergoeding definitief vastgesteld op basis van de feitelijk bijgewoonde vergaderingen. Als vergaderingen niet zijn bijgewoond wordt dat subsidiedeel verrekend met (in mindering gebracht op) de subsidie van het volgende jaar.

    • b.

      Als bij de jaarafsluiting na verrekening van het eventuele saldo als bedoeld onder lid 8.3-a en 8.3-b blijkt dat de liquide middelen per 1 januari hoger zijn dan € 500,00 wordt het meerdere verrekend met (in mindering gebracht op) de subsidie van het volgende jaar.

    • c.

      Bij de definitieve vaststelling van de subsidie worden de overige kosten (lid 8.3-c) definitief vastgesteld op de verstrekte subsidie tenzij er een batig saldo is ontstaan van meer dan € 250,00. In dat geval wordt dat subsidiedeel verrekend met (in mindering gebracht op) de subsidie van het volgende jaar.

  • 10.4 Tot de overige kosten (lid 8.3-c) van de Adviesraad worden gerekend: het inhuren van deskundigen en/of derden, de kosten van vorming en scholing van de leden en de organisatiekosten en een onkostenvergoeding voor de leden van de thema- en werkgroepen. Begrote kosten worden bij vaststelling van het voorschot geaccepteerd voor zover de totale kosten beneden het gemaximeerde budget blijven. Overschrijding van het budget en extra kosten worden niet vergoed tenzij deze vooraf schriftelijk (gemotiveerd) worden aangevraagd en naar oordeel van het college noodzakelijk zijn.

Artikel 11 Evaluatie

  • 11.1 Het functioneren van de Adviesraad wordt ten minste 1x per 4 jaar geëvalueerd en vaker indien Adviesraad of het college tussentijdse evaluatie nodig achten.

  • 11.2 De evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke instantie waarbij dan o.a. aandacht dient te zijn voor het behalen van gestelde doelen, waaronder de mate waarin cliënten betrokken worden, de kwaliteit van de adviezen, de bestuurlijk-juridische verhoudingen binnen de Adviesraad en de onderlinge samenwerking tussen Adviesraad en college.

  • 11.3 De in artikel 11.2 genoemde onafhankelijke evaluatie wordt ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 12 Overige bepalingen

  • 12.1 De leden van de Adviesraad, thema- en werkgroepen zullen in de contacten met de gemeenten Rheden en Rozendaal op geen enkele wijze worden benadeeld of bevoordeeld als gevolg van hun lidmaatschap.

  • 12.2 Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. Dit vindt niet eerder plaats dan nadat de Adviesraad daarover is gehoord.

  • 12.3 Intrekking en wijziging van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de Adviesraad daarover is gehoord.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Adviesraad cliënten- en inwonerparticipatie.

Artikel 14 Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wmo-raad Cliëntenraad Rheden van 26 mei 2009 en de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Rheden van 5 november 2014.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 16 december 2014, nr. 11.

Ondertekening

De Steeg, 16 december 2014
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.