Reglement voor de Calamiteitencommissie Sociaal Domein gemeente Rheden

Geldend van 07-11-2015 t/m heden

Intitulé

Reglement voor de Calamiteitencommissie Sociaal Domein gemeente Rheden

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van 30 juli 2015;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen het Reglement voor de Calamiteitencommissie Sociaal Domein gemeente Rheden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: Calamiteitencommissie Sociaal Domein gemeente Rheden;

  • b.

    calamiteit: een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis in het sociaal domein, die betrekking heeft op de jeugdhulp/voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een jeugdige of een ouder/cliënt heeft geleid en waardoor maatschappelijke onrust is ontstaan;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de Commissie Calamiteiten in het Sociaal Domein;

  • d.

    lid: een raadslid van de gemeente Rheden;

  • e.

    raad: gemeenteraad van Rheden;

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    secretaris: griffier of plaatsvervangend griffier;

  • h.

    evaluatieverslag: evaluatieverslag van de burgemeester, opgesteld na afloop van een calamiteit;

  • i.

    inspecties: Inspectie Jeugdzorg, Inspectie Gezondheidszorg en Inspectie Veiligheid & Justitie of andere (landelijke) instanties, die als taak hebben een calamiteit te onderzoeken;

  • j.

    eenmalig: een calamiteit wordt als eenmalig aangemerkt, indien blijkens het evaluatieverslag en de inspectierapporten en naar oordeel van de commissie de oorzaak van de calamiteit zodanig van karakter is dat naar verwachting de calamiteit op grond van dezelfde oorzaak niet meer voor zal komen en niet behoeft te leiden tot het maken van nieuwe beleidsafwegingen door de raad.

Artikel 2 Doel en taak

  • 1. De commissie is ingesteld om calamiteiten als bedoeld in artikel 1, sub b te onderzoeken.

  • 2. Indien zich een calamiteit voordoet onderzoekt de commissie of er sprake is van een eenmalige calamiteit.

  • 3. Indien de commissie constateert dat er sprake is van eenmalige calamiteit dan stelt zij de raad hiervan in kennis en sluit zij het dossier.

  • 4. Indien geen sprake is van een eenmalige calamiteit adviseert de commissie de raad d.m.v. het uitbrengen van een rapport of beleid en/of regelgeving vastgesteld door de raad al dan niet aanpassing behoeft.

  • 5. De commissie treedt niet in de taken en verantwoordelijkheden van de raad.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt vijf leden van de commissie uit zijn midden.

  • 2. De leden van de commissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de raad aangewezen.

  • 3. De commissie benoemt de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie. De voorzitter draagt zorg voor het bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldig advisering aan de raad.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek. Zij maakt daarbij gebruik van het evaluatieverslag over het bestrijden van de maatschappelijke onrust en van de (conclusies en aanbevelingen uit de) rapportages c.q. onderzoeken, die één of meerdere inspecties hebben opgesteld c.q. uitgevoerd.

  • 2. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 4. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 5. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 6. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt of er betrokkenen zijn en wie als betrokkenen worden aangemerkt.

Artikel 5 Ambtelijk secretaris en ambtelijke bijstand

  • 1. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 4. De commissie kan zich daarnaast -op voorstel van de secretaris- kosteloos inhoudelijk laten bijstaan door één of meerdere medewerker(s)/ster(s) uit de gemeentelijke organisatie, die de expertise bezit die wenselijk is bij het soort calamiteit dat wordt onderzocht.

Artikel 6 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar door de raad beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      externe deskundigen die eventueel zijn ingeschakeld;

    • b.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. Binnen de taakomschrijving van de commissie zijn de voorzitter en secretaris gezamenlijk bevoegd externe deskundigen in te schakelen en overeenkomsten te sluiten, dan wel financiële verplichtingen aan te gaan binnen de kaders van deze verordening.

  • 4. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 7 Uitleg verordening

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing, beslist de meerderheid op voorstel van de voorzitter.

Artikel 8 Slotartikel

Dit reglement treedt in werking op de dag nadat dit wordt bekendgemaakt.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 22 september 2015, nr. 5.

Ondertekening

De Steeg, 22 september 2015
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.