Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening handhaving Wet werk en bijstand en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Geldend van 15-07-2010 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Verordening handhaving Wet werk en bijstand en bijstand en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

De raad van de gemeente Rheden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2007;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 212 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder: 

    • a.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • b.

      IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden.

Artikel 2 Handhavingsbeleid

Het college biedt een Meerjarenbeleidsplan aan de raad aan, waarin maatregelen staan opgenomen gericht voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, IOAW en IOAZ.

Artikel 3 Doelstelling

Beoogd wordt dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de WWB, IOAW of IOAZ. De subdoelstellingen daarbij zijn: 

  • -

    vergroten spontane naleving van aan bijstand verbonden verplichtingen;

  • -

    vroegtijdige detectie;

  • -

    het optimaliseren van handhavingmiddelen;

  • -

    daadwerkelijk sanctioneren.

Artikel 4 Afstemming van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover bepaald is in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en de Maatregelverordening IOAW en IOAZ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand op grond van artikel 4 te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt ten tijde van de aangifte geldende uitgangspunten.

Artikel 6 Inwerkingtreding verordening

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

De verordening handhaving Wet werk en bijstand vastgesteld d.d. 2 november 2004 wordt per 1 januari 2008 ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening handhaving WWB, IOAW en IOAZ.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 juni 2010, nr. 9A.

Ondertekening

De Steeg, 29 juni 2010
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.

Toelichting op de artikelen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van de betreffende definities in de WWB of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd. In de WWB wordt er bijvoorbeeld in voorzien dat met de gehuwde gelijk gesteld wordt degene met een geregistreerd partnerschap en de gezamenlijke huishouding.

 

De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

 

Artikel 2 Handhavingsbeleid

Dit artikel regelt dat het college een Meerjarenbeleidsplan aan de raad aanbiedt. In dit plan staan maatregelen gericht op voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

Artikel 3 Doelstelling

Er wordt naar gestreefd dat alleen degenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de wet.

 

De subdoelstellingen zijn de volgende:

Spontane naleving

Cliënten moeten spontaan de juiste en volledige gegevens aan de afdeling Werk en Inkomen verstrekken, zodat deze afdeling kan vaststellen of iemand ook echt recht heeft op een uitkering.

 

Vroegtijdige detectie

Gestreefd wordt naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude (door o.a. signaal-sturing, risicosturing en themacontroles).

 

Optimalisering handhavingsmiddelen

Gestreefd wordt naar het optimaliseren van de controle- en opsporingsorganisatie. Middelen hiervoor zijn kwaliteits- en kwantiteitsverbetering, een duidelijk gestructureerde inzet, alsmede risico- en signaalsturing.

 

Daadwerkelijk sanctioneren

Afstemming van de uitkering op grond van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand.

 

Artikel 4 Afstemming van de uitkering

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering (tijdelijk) verlaagd worden conform de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand. Wanneer dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van bijstand, wordt de uitkering met een hoger bedrag verlaagd.

Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen.

 

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Door het college van procureurs-generaal is een ‘Aanwijzing sociale zekerheidsfraude’ opgesteld waarin de strafrechtelijke handhaving wordt beperkt tot gevallen met een in de aanwijzing genoemd financieel nadeel. Wij conformeren aan deze Aanwijzing sociale zekerheid.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding verordening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.