Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rheden

Geldend van 23-06-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2018

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rheden

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Rheden;

gelet op artikel 125 Ambtenarenwet;

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg het ‘Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders,

d.d. 3 november 2009;

gelet op artikel 160 Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen: Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rheden

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR-UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de sector gemeenten.

Artikel 2 Aanstelling

Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

Artikel 3 Salaris

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, bijlage IIa van de CAR-UWO, indien voltrokken:

    • a.

      buiten het gemeentehuis op een andere aangewezen trouwlocatie, gelijk aan viermaal het uurloon;

    • b.

      in het gemeentehuis, gelijk aan driemaal het uurloon;

    • c.

      in het gemeentehuis bij een korte ceremonie, gelijk aan tweemaal het uurloon.

  • 2.

    Het salaris, bedoeld in lid 1, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR-UWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

  • 3.

    Artikel 3:12 van de CAR-UWO (buitendag venstertoelage) is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Vakantie

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,26 uur vakantie per voltrokken huwelijk.

  • 2.

    De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

  • 3.

    Indien de buitengewoon ambtenaar hiermee instemt kan het niet-genoten verlof worden uitbetaald. Op de salarisspecificatie wordt dit expliciet inzichtelijk gemaakt.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1, 7:2, 7:3, 7:9 tot en met 7:14 en 7:19 tot en met 7:21 van de CAR-UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1, 8:2 en 8:2a, 8:3, 8:4, 8:5 en 8:5a, 8:6, 8:7, 8:8, 8:12 en 8:12:1 en 8:13 van de CAR-UWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 tot en met 8:15:3 van de CARUWO.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De volgende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar:

  • a.

    artikel 3:21 CAR-UWO inzake een vergoeding reis- en verblijfskosten is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • b.

    de verplichtingen rond integriteit op basis van artikel 15:1 en 15:1b tot en met 15:1g CAR-UWO zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • c.

    de buitengewoon ambtenaar kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de gemeente geleden schade, voor zover deze aan zijn schuld of nalatigheid te wijten is op grond van artikel 15:1:12 CAR-UWO;

  • d.

    periodieke beoordeling van de buitengewoon ambtenaar op grond van artikel 15:1:15 CAR-UWO;

  • e.

    de buitengewoon ambtenaar is verplicht tijdens de vervulling van zijn betrekking de voorgeschreven dienstkleding te dragen op grond van artikel 15:1:16 CAR-UWO;

  • f.

    aan de buitengewoon ambtenaar kan een ontzegging van de toegang worden gegeven op grond van artikel 15:1:19 CAR-UWO

  • g.

    artikel 15:1:20 CAR-UWO in verband met het melden van infectieziekten is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • h.

    de buitengewoon ambtenaar kan aanspraak maken op vergoeding van geleden schade op grond van artikel 15:1:23 tot en met 15:1:25 CAR-UWO;

  • i.

    de Klokkenluidersregeling zoals bedoeld in artikel 15:2 CAR-UWO is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • j.

    de Klachtenregeling ongewenst gedrag van de werkgever is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar.

Artikel 8 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR-UWO.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 1 mei 2018. De regeling ‘Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaren van de gemeente Rheden

d.d. 3 november 2009 is door in werking treden van bovengenoemde regeling ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de ‘Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rheden’.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 7 mei 2018.

De Steeg, 7 mei 2018

Carol van Eert,

burgemeester.

Hans Kettelerij,

secretaris.

Toelichting op de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot babs kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR-UWO niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (artikel 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband (behoudens ontslag). Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever (geen onredelijke) inspanningen gevergd worden door het UWV.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De ketenregeling geldt niet omdat noch de CAR-UWO (artikel 1:2, sub c CAR-UWO), noch het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:615 BW) van toepassing is.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, die wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CAR-UWO geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a.

Lokaal kunnen salaristoelagen worden toegekend. Hierbij kan gedacht worden aan een toelage voor het voltrekken van een huwelijk op bijzondere tijden of dagen, zoals een zon- of feestdag.

Artikel 4 Vakantie

In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. LOGA-partijen hebben er daarom voor gekozen om de afkoop van vakantie met ingang van 2018 niet meer op te nemen in de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vakantie moet in overeenstemming met de werkgever opgenomen worden, hetgeen in de praktijk betekent dat de buitengewoon ambtenaar gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een huwelijk.

Per voltrokken huwelijk (gelijkgesteld aan 3 uur) wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd. Dat aantal is gebaseerd op het vakantierecht van 158 uren per 1836 gewerkte uren van een ‘gewone’ gemeenteambtenaar.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR-UWO op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoelagen bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de babs niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden. Ook het tijdstip van uitbetaling tijdens ziekte dient lokaal nader bepaald te worden (bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR-UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR-UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris en salaristoelagen, staat de verplichting van werkgever en de babs (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot reïntegratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt de reïntegratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie van waaruit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot reïntegratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR-UWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 lid 2 en artikel 8:2a CAR-UWO bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR-UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR-UWO. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf.

Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.