Regeling vervallen per 01-05-2012

Koninginnedagverordening

Geldend van 05-04-2012 t/m 30-04-2012

Intitulé

Koninginnedagverordening

De Burgemeester van de gemeente Rhenen;

overwegende dat;

  • .

    op 30 april 2012 de landelijke Koninginnedagviering onder andere plaatsvindt in de gemeente Rhenen en dat Hare Majesteit Koningin Beatrix en de Koninklijke Familie daarbij aanwezig zijn;

  • .

    in verband met de aanwezigheid van de Koninklijke Familie er extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn;

  • .

    in de gemeente een zeer groot aantal bezoekers wordt verwacht;

  • .

    in de gemeente in verband met de viering van Koninginnedag een groot aantal activiteiten plaatsvindt;

  • .

    het derhalve noodzakelijk is dat er tijdelijke maatregelen worden getroffen die met gebruikmaking van de bestaande wetgeving niet kunnen worden getroffen en die in het belang van de openbare orde en het beperken van gevaar voor personen en zaken noodzakelijk zijn;

  • .

    er rekening mee dient te worden gehouden dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarbij personen of groeperingen een dusdanig gedrag vertonen dat daarmee de openbare orde wordt verstoord;

  • .

    de burgemeester in dezen een specifieke wettelijke verantwoordelijkheid draagt;

  • .

    de gewone middelen ter voorkoming van het verstoren van de openbare orde tekortschieten;

  • .

    het in dit verband ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van gevaar voor personen en zaken noodzakelijk is om algemene voorschriften te geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar, of ter handhaving van de bovengenoemde belangen, nodig zijn;

  • .

    zich, gelet op de aard en de ernst van de genoemde belangen en risico’s een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet en daarmee algemeen verbindende voorschriften dienen te worden gegeven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn;

BESLUIT:

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet, de artikelen 2, 12 en 15a van de Politiewet 1993 en artikel 443 Wetboek van Strafrecht;

vast te stellen de navolgende algemeen verbindende voorschriften ter handhaving van de openbare orde en veiligheid en ter beperking van gevaar.

Artikel 1. Reikwijdte.

  • 1. Deze verordening geldt voor het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Rhenen zoals dat is gearceerd aangegeven op de, bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte, plattegrond (bijlage 1).

  • 2. Het gedeelte van het grondgebied als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is door de burgemeester door het nemen van een separaat aanwijzingsbesluit, tevens aangewezen als veiligheidsrisicogebied (bijlage 2) als bedoeld in artikel 151b van de Gemeentewet juncto artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rhenen.

Artikel 2. Definities.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Motorvoertuigen: alle voertuigen zoals bedoeld in artikel 1 onder z RVV90;

  • b.

    Overige voertuigen: voertuigen zonder verbrandingsmotor zoals o.a. fietsen en gehandicaptenvoertuigen met uitzondering van scootmobielen;

  • c.

    Venten: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare plaats of aan bebouwde percelen;

  • d.

    Standplaats: een plaats op een openbare plaats, teneinde vanuit die plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te leveren, dan wel diensten aan te bieden of te leveren;

  • e.

    Openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • f.

    Aanrijroute: route die de Koninklijke Familie en haar gevolg zal afleggen in het gebied dat is aangegeven als aanrijroute op de, bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte, plattegrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van deze verordening;

  • g.

    Veiligheidsring: bij verordening vastgesteld gebied, binnen het veiligheidsrisicogebied als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van deze verordening, onderverdeeld in de categorieën 1 tot en met 4, waarbinnen bijzondere maatregelen ten behoeve van het bewaken en beveiligen van personen en zaken van toepassing zijn;

  • h.

    Accreditatie: bewijs van toestemming tot het betreden van het gebied, gelegen binnen veiligheidsring 2.

Artikel 3. Cameratoezicht.

  • 1. In het gedeelte van het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1, 2 en 3, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende plattegrond (bijlage 3), wordt ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op openbare plaatsen, cameratoezicht ingesteld op basis van artikel 2 van de Politiewet 1993 en de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering, door middel van de plaatsing van vaste, duidelijk zichtbare camera’s.

  • 2. Dit cameratoezicht vindt plaats via de tijdelijk geplaatste camera’s met ingang van 14 april 2012 10:00 uur tot 1 mei 2012 16:00 uur.

  • 3. Het is verboden een voorwerp of soortgelijk goed zodanig in de nabijheid van een camera te plaatsen dat daardoor de werking wordt bemoeilijkt of belemmerd.

  • 4. Het is verboden om een handeling te verrichten waardoor het maken van beeldmateriaal met een camera die aanwezig is ten behoeve van de uitoefening van toezicht op een openbare plaats ter handhaving van de openbare orde, wordt bemoeilijkt of belemmerd.

  • 5. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het derde en vierde lid, kunnen de in de verordening met toezicht en handhaving belaste ambtenaren, vorderen tot verwijdering van voorwerpen of objecten als bedoeld in het derde lid, dan wel het stopzetten van het verrichten van handelingen als bedoeld in het vierde lid, die het cameratoezicht bemoeilijken of belemmeren.

  • 6. Een ieder is verplicht onmiddellijk aan een, tot hem gerichte vordering als bedoeld in het vijfde lid, op te volgen.

  • 7. Indien geen medewerking wordt, of kan worden, verleend kunnen de in het vijfde lid bedoelde ambtenaren, op kosten en risico van de houder van het voorwerp of object, in het nodige voorzien.

Artikel 4 Geslotenverklaring voor voertuigen

  • Voor motorvoertuigen geldt het volgende.

  • 1.

    • 1.

      Voor alle motorvoertuigen geldt op 28 april 2012 vanaf 10:00 uur tot en met 30 april 2012 tot 16:00 uur een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheids-ringen 1 tot en met 3 (gelegen van de F.vd Paltshof/Herenstraat tot het Keldermanspad) zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond (bijlage 4),

    • 2.

      Voor alle motorvoertuigen geldt op 28 april 2012 vanaf 12:00 uur tot en met 30 april 2012 tot 16:00 uur een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheids-ringen 1 tot en met 3 (gelegen van het Keldermanspad tot de Rijn) zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond (bijlage 4).

    • 3.

      Voor alle motorvoertuigen geldt op 29 april 2012 vanaf 06:00 uur tot en met 30 april 2012 tot 16:00 uur een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheids-ringen 1 tot en met 3 (gelegen van de F. vd Paltshof/Herenstraat tot het Kon. Elisabeth-plantsoen), zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond (bijlage 4)

  • 2. Het is verboden binnen de in de lid 1 genoemde veiligheidsringen en op de daarin genoemde data en tijden zich met een motorvoertuig voort te bewegen, een motorvoertuig te (doen) parkeren of te (doen) plaatsen op of aan of zichtbaar vanaf een openbare plaats.

  • 3. Het is verboden met een motorvoertuig het gebied, gelegen binnen veiligheidsring 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, op 30 april 2012 tussen 06:00 uur en 16:00 uur binnen te rijden.

  • 4. Het is vanaf 30 april 2012 vanaf 00:00 tot 16:00 uur verboden een motorvoertuig tot stilstand te brengen op of aan een openbare plaats, gelegen in het gebied dat is aangegeven als aanrijroute op de bij deze verordening behorende plattegrond (bijlage 5).

  • 5. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het tweede, derde en vierde lid, kunnen de in deze verordening met toezicht en handhaving belaste ambtenaren, vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 6. Rechthebbenden of gebruikers van motorvoertuigen die binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3 en op de aanrijroute of op een openbare plaats, zich in of op een motorvoertuig voortbewegen, een motorvoertuig (doen) parkeren of (doen) plaatsen, zijn verplicht op bevel of vordering van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, deze voertuigen uit dit gebied te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie, de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

    Voor alle overige voertuigen geldt het volgende.

  • 7. Voor alle overige voertuigen geldt op 30 april 2012 van 05:00 uur tot 16:00 uur een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende, plattegrond.

  • 8. Het is verboden binnen de in het zevende lid genoemde veiligheidsringen en op de daarin genoemde datum en tijdstippen, zich met een overig voertuig voort te bewegen, een voertuig te (doen) parkeren of te (doen) plaatsen op of aan of zichtbaar van een openbare plaats.

  • 9. Het is verboden met een overig voertuig stil te staan op of aan de openbare weg of op een openbare plaats, gelegen in het gebied dat is aangegeven als aanrijroute op de, bij deze verordening behorende, plattegrond.

  • 10. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het achtste en negende lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, de nodige bevelen of vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 11. Rechthebbenden of gebruikers van overige voertuigen die, binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, op of aan de openbare weg, of op een andere plaats en in de straten gelegen in de aanrijroute, zich met een overig voertuig voortbewegen, een overig voertuig (doen) parkeren of (doen) plaatsen, zijn verplicht op bevel of vordering van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, deze overige voertuigen uit dit gebied te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

Artikel 5 Verwijdering motorvoertuigen en overige voertuigen

  • 1. Indien in strijd wordt gehandeld met de in artikel 4 opgenomen verbodsbepalingen en de bevelen of vorderingen van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren niet worden opgevolgd, worden de betreffende motorvoertuigen, of overige voertuigen, door of vanwege de gemeente verwijderd en elders onder toezicht geplaatst.

  • 2. Op de verwijdering en bewaring van de, in het eerste lid genoemde voertuigen, zijn de artikelen 3 en 4 van de Wegsleepverordening gemeente Rhenen 2011 (vastgesteld 21 september 2011) van overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwijking van de Wegsleepverordening gemeente Rhenen 2011 kunnen vanaf 28 april 2012 om 10:00 uur tot en met 30 april 2012 om 24:00 weggesleepte auto’s tijdelijk gestald op een tussendepot.

Artikel 6 Verboden objecten

  • 1. Het is van 29 april 2012 om 20:00 uur tot 30 april 2012 om 12:00 uur verboden binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, op of aan de openbare weg en openbare plaatsen objecten zoals (vuil)containers, bloembakken, terrasmeubilair, steigermateriaal en andere losse objecten te (doen) plaatsen dan wel aanwezig te hebben met uitzondering van de terrassen zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkt plattegrond (bijlage 6) die bestemd zijn voor respectievelijk bewoners van de Tollekamp, Ziderus en sponsors.

  • 2. Het is verboden binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, een terras te (doen) plaatsen dan wel aanwezig te hebben tot het moment dat van de zijde van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren van politie, de mededeling is ontvangen dat dit verbod is opgeheven.

  • 3. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, de nodige bevelen of vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 4. Rechthebbenden of gebruikers van objecten die als verdacht worden aangemerkt en geplaatst zijn op of aan de openbare weg of op een openbare plaats, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3 en in de straten gelegen in de aanrijroute, zijn verplicht op bevel of vordering van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, deze objecten onmiddellijk te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie de mededeling is ontvangen dat dit verbod is opgeheven.

  • 5. Indien geen medewerking wordt, of kan worden verleend, aan de in dit artikel bedoelde bevelen of vorderingen, kunnen de in het derde lid genoemde ambtenaren, op kosten en risico van de rechthebbende of gebruiker van het object, in het nodige voorzien.

Artikel 7 Verboden gedragingen

  • 1. Het is een ieder verboden om op 30 april 2012 vanaf 05:00 uur:

    • a.

      zich binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, te gedragen met het kennelijke doel de openbare orde en veiligheid te verstoren of zich zodanig te gedragen dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de openbare orde kan worden verstoord of de veiligheid in gevaar kan worden gebracht;

    • b.

      binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, te dragen of te vervoeren, die bestemd zijn, of kunnen worden gebruikt, om de openbare orde te verstoren of de veiligheid in gevaar te brengen;

    • c.

      binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, bivakmutsen, helmen, sjaals of andere middelen voor handen te hebben, te dragen of te gebruiken met het kennelijke doel om herkenning te bemoeilijken;

    • d.

      racistische, beledigende dan wel aanstootgevende uitingen mee te voeren en/of te roepen;

  • 2. Bij constatering van een overtreding, als bedoeld in dit artikel, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, daartoe vorderingen geven, waaronder in ieder geval het bevel zich te verwijderen uit het gebied dat wordt bestreken door de veiligheidsringen 1 tot en met 4;

  • 3. Indien geen medewerking wordt of kan worden verleend aan de in het tweede lid genoemde vorderingen, kunnen de in het vijfde lid genoemde ambtenaren, op kosten en risico van de houder van het object, in het nodige voorzien.

Artikel 8 Luchtruimverbod

  • 1. Op 30 april 2012, gedurende de periode gelegen tussen 05:00 uur en 14:00 uur, geldt een geslotenverklaring van het luchtruim boven het gebied, gelegen binnen een cirkel met een straal van twee nautische mijlen (NM), beschreven om het geografische punt 51° 57' 23.98" NB en 5°33'53.98" OL tot een hoogte van 2000 voet boven het gemiddelde zeeniveau.

  • 2. Het is verboden om zich in strijd met lid 1 te bevinden in het luchtruim.

Artikel 9 Verbod gebruik vaarwater

  • 1. Op 30 april 2012, gedurende de periode gelegen tussen 06:00 uur en 12.00 uur, geldt een verbod voor het gebruik van het vaarwater voor het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte plattegrond (bijlage 7).

  • 2. Het is verboden om zich in de, in het eerste lid genoemde periode en in het eerste lid genoemd gebied, in of op het water te bevinden dan wel dit water te gebruiken.

Artikel 10 Verboden toegang veiligheidsring 2

  • 1. Vanaf 29 april 2012 20:00 uur tot 30 april 2012 12.00 uur of zoveel eerder als het bevoegd gezag (burgemeester) besluit, is het verboden zich te bevinden in het gebied dat op de plattegrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is aangeduid als veiligheidsring 2.

  • 2. Het eerste lid is op 30 april 2012, vanaf 07:30 uur, niet van toepassing op personen die beschikken over een geldige accreditatie in combinatie met een geldig identiteitsmiddel.

  • 3. Het eerste lid is voorts niet van toepassing op leden van de Koninklijke familie, de Koninklijke dienst, de Rijksvoorlichtingsdienst, de commissaris van de Koningin in Utrecht, de burgemeester van Rhenen en ambtenaren die zijn belast met de bewaking en beveiliging van personen en objecten die zich binnen veiligheidsring 2 bevinden.

  • 4. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het eerste lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren van politie, de nodige bevelen of vorderingen geven, waaronder in ieder geval het bevel zich te verwijderen uit het gebied dat wordt bestreken door veiligheidsring 2.

  • 5. Een ieder is verplicht zich op vordering van ambtenaren van politie, te verwijderen uit het gebied, genoemd in het eerste lid.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing indien het bevoegd gezag (algemeen commandant bij mandaat) daar in spoedeisende situaties of calamiteiten opdracht voor geeft.

Artikel 11 Accreditatie

  • 1. Accreditatie als bedoeld in artikel 1 onder h wordt verleend door of namens de burgemeester en is slechts geldig in combinatie met een geldig identiteitsmiddel.

  • 2. De burgemeester verleent geen accreditatie aan een persoon dan na advies van de politie.

  • 3. De politie screent de personen waarvan de burgemeester het voornemen heeft dezen een accreditatie te verlenen.

  • 4. De burgemeester verleent geen accreditatie indien het screeningsonderzoek daartoe aanleiding geeft.

  • 5. Ambtenaren van politie die zijn belast met het bewaken en beveiligen van personen en objecten binnen veiligheidsring 2, zijn van rechtswege geaccrediteerd.

  • 6. Personen die beschikken over een accreditatie zijn verplicht deze op vordering, tezamen met een geldig identiteitsmiddel, te tonen aan de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren van politie.

  • 7. Het bepaalde in het zesde lid, met betrekking tot het identiteitsmiddel, is niet van toepassing op kinderen tot 12 jaar.

  • 8. Kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 13 jaar die niet beschikken over een eigen identiteitsmiddel, dienen, indien toegang wordt verleend tot veiligheidsring 2, te worden begeleid door een ouder, voogd, verzorger of een anderszins aangewezen persoon die voldoet aan het gestelde in artikel 10, tweede lid, aan de hand waarvan de identiteit van het kind kan worden vastgesteld.

Artikel 12 Vent- en Standplaatsverbod

  • 1. Op 30 april 2012 geldt van 06:00 uur tot 12:00 uur een ventverbod en een verbod tot het innemen van een standplaats voor het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende, plattegrond (bijlage 8) met uitzondering van de op die plattegrond aangewezen lokaties voor informatiestands ten behoeve van de organisatie en oranjemarkt/vrijmarkt.

  • 2. Het is verboden om in de in het eerste lid genoemde periode, in de in het eerste lid genoemde veiligheidsringen te venten en een standplaats in te nemen.

Artikel 13 Winkels

  • 1. Op 30 april 2012 mogen de winkels geopend zijn volgens de tijden zoals bepaald in de Winkeltijdenwet.

  • 2. Op 30 april 2012 van 06:00 tot 12:00 uur geldt binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4 het bepaalde in het eerste lid niet voor alcoholverstrekkende/-verkopende winkels.

Artikel 14 Alcoholverbod

  • 1. Op 30 april 2012 is het van 06:00 uur tot 12:00 uur verboden alcoholhoudende drank te gebruiken en voorhanden te hebben op een openbare plaats, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond.

  • 2. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen in de zin van de Drank- en Horecawet (Wet van 1 mei 1966, laatstelijk gewijzigd op 14 juli 2010, Stb. 2010, 269).

  • 3. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken in winkels in de zin van artikel 18, tweede lid, onderdelen a en b, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken in voor publiek toegankelijke besloten ruimten waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit, in de zin van artikel 18, tweede lid, onderdeel c, van de Drank- en Horecawet.

Artikel 15 Sluitingstijd horecabedrijven op 29 april 2012.

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2:29, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene plaatselijke verordening Rhenen (APV), is het de exploitant van een horecabedrijf, waar bedrijfsmatig alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, verboden dit voor bezoekers geopend te hebben, of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op 29 april 2012 vanaf 23:00 uur tot 30 april 2012, 06:00 uur in het gebied (veiligheidsringen 1 t/m 4) zoals aangegeven op de bij dit artikel behorende plattegrond die als zodanig deel uitmaakt van deze verordening.

  • 2. De in het eerste lid genoemde exploitant is verplicht, teneinde te kunnen voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, vanaf 21:00 uur zodanige maatregelen te treffen dat een tijdige exploitatieafbouw wordt gerealiseerd waardoor de in het eerste lid genoemde sluitingstijd kan worden nageleefd. Tot deze maatregelen behoort in ieder geval de beëindiging van de bedrijfsmatige verstrekking van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid, is ook van toepassing op een horecabedrijf in de zin van artikel 2:27, onderdeel a, Algemene plaatselijke verordening Rhenen waar alleen alcoholvrije dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.

  • 4. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op hotels die, als logiesverstrekkende onderneming, zijn ingeschreven in het Hotelclassificatieregister in de zin van het Hotelclassificatiebesluit 2003.

Artikel 16 Binnentreden

  • 1. De met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren zoals bedoeld in artikel 18, eerste lid van deze verordening zijn bevoegd, in verband met de handhaving van het bepaalde in deze verordening, al dan niet afgesloten terreinen, ruimten en gebouwen, alsmede woningen, binnen te treden hetgeen geschiedt met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden (Wet van 22 juni 1994, Stb.572) en de Verordening Binnentreden ter uitvoering noodverordeningen Rhenen 2012 (zoals die op 20 maart 2012 door de gemeenteraad wordt vastgesteld).

  • 2. De in het eerste lid genoemde bevoegdheid kan tevens worden uitgeoefend ter uitvoering van een last, als bedoeld in de artikelen 50, derde lid, 51, derde lid en 52, derde lid, van de Wet Wapens en Munitie (Wet van 11 juli 1997, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2006, 236) doch slechts door de in die wet bevoegd verklaarde ambtenaren.

  • 3. Het is de eigenaar of gebruiker van het, al dan niet, afgesloten terrein, ruimte, gebouw of woning, verboden om in verband met de handhaving van het bepaalde in deze verordening, de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, de toegang te beletten of te belemmeren.

Artikel 17 Ontheffing

Door of namens de burgemeester kan ontheffing worden verleend van de verboden in deze verordening, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.

Artikel 18 Bevoegdheden

  • 1. De met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren zijn in ieder geval:

    • a.

      De ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, die in het kader van de landelijke Koninginnedagviering op 30 april 2012 worden ingezet in de gemeente Rhenen;

    • b.

      De aangewezen toezichthouders van de gemeente Rhenen;

    • c.

      De militairen van de Koninklijke Marechaussee en luchtmacht, als bedoeld in 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering, die op grond van artikel 58 van de Politiewet 1993 bijstand verlenen aan de Regiopolitie Utrecht en in het kader van de landelijke Koninginnedagviering op 30 april 2012 worden ingezet in de gemeente Rhenen.

  • 2. Deze ambtenaren zijn bevoegd, alle maatregelen te treffen en die bevelen te geven en vorderingen te doen die zij noodzakelijk oordelen met het oog op de handhaving van de openbare orde en ter beperking van gevaar voor personen en zaken.

  • 3. Een ieder is verplicht de bevelen of vorderingen, door een ambtenaar als genoemd in het eerste lid, op grond van deze verordening gegeven, stipt op te volgen.

  • 4. De burgemeester kan een in de gemeente dienstdoende ambtenaar van politie machtigen om in zijn naam besluiten te nemen, of andere handelingen te verrichten met inachtneming van het bepaalde in artikel 177 van de Gemeentewet.

  • 5. Overtreding van het bepaalde in deze verordening is strafbaar op grond van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 19 Inwerkingtreding en intrekking.

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking:

  • 2. Deze verordening wordt ingetrokken op 30 april 2012 om 16:00 uur en wat betreft het tijdelijke cameratoezicht zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, op 1 mei 2012 om 16.00 uur en wat betreft het tijdelijk stallen zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, op 30 april 2012 om 24:00 uur of zodra de burgemeester van oordeel is, dat zij niet langer noodzakelijk is.

  • 3. Deze verordening wordt openbaar bekend gemaakt en ligt ter inzage in het informatiecentrum in het Gemeentehuis, Nieuwe Veenendaalseweg 75 te Rhenen. Afschriften van deze verordening worden kosteloos ter beschikking gesteld aan een ieder en zijn te verkrijgen op het Gemeentehuis, Nieuwe Veenendaalseweg 75 te Rhenen.

  • 4. Deze verordening wordt, ingevolge artikel 176, tweede lid, van de Gemeentewet, ter kennis gebracht van de gemeenteraad, de commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht en de Hoofdofficier van Justitie van het arrondissementsparket Utrecht

Artikel 18 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als Koninginnedagverordening Rhenen 2012.

Rhenen, 6 maart 2012,

De burgemeester van Rhenen,

Drs. J.H.A. van Oostrum

Bekrachtigd door de gemeenteraad van Rhenen ex. artikel 176, 3e lid, Gemeentewet in zijn vergadering van 20 maart 2012.

De voorzitter

De Griffier,

Drs. J.H.A. van Oostrum

J.H. van Beem

Bijlage 1 t/m 8

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4

Bijlage 5

Bijlage 6

Bijlage 7

Bijlage 8