Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregel Scholingsplicht

Geldend van 29-07-2016 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregel Scholingsplicht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen;

overwegende dat:

het wenselijk is regels te stellen ten aanzien personen onder de 27 jaar met een uitkering op grond van de WWB en personen onder de 27 jaar die een WWB-uitkering aanvragen, dieuit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen.

gelet op:

Artikel 13, tweede lid onderdeel c van de Wet werk en bijstand Re-integratieverordening van de gemeente Rhenen.

besluit:

vast te stellen: de Beleidsregel Scholingsplicht

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Re-integratieverordening van de gemeente Rhenen.

a.College

Het college van burgemeester en wethouders

b.Jongere

Jongeren tussen de 18 en 27 jaar die een WWB-uitkering aanvraagt of ontvangt.

c.Scholingsplicht

De plicht om scholing te volgen in uit ’s rijkskas bekostigd onderwijs als deze mogelijkheid nog bestaat en men (nog) niet kan voorzien in een eigen inkomen

d.Startkwalificatie

Een afgeronde opleiding op HAVO, VWO of MBO 2 niveau

e.Wet:

Wet Werk en Bijstand

Hoofdstuk 2. Uitvoeringsregels

Artikel 2. Doelgroep

Jongeren woonachtig in Rhenen die zich bij het UWV melden voor een WWB-uitkering en Bijstandsgerechtigden onder de 27 jaar die mogelijkheden hebben tot het gebruikmaken van Studiefinanciering als voorliggende voorziening.

Artikel 3. Uitvoeren scholingsplicht

  • 1. Uitgangspunt van de gemeente Rhenen is dat jongeren onder de 27 jaar werken of een opleiding volgen.

  • 2. Als een jongere mogelijkheden heeft tot het volgen van uit ’s rijkskas bekostigd onderwijs en aanspraak kan maken op studiefinanciering, zal de gemeente betrokkene het recht op een uitkering ontzeggen op grond van artikel 13 van de Wet.

Artikel 4. Besluit

In het besluit tot opleggen van de scholingsplicht, wordt in ieder geval vermeld:

  • 1.

    de reden van de verplichting overeenkomstig artikel 3 van deze beleidsregel;

  • 2.

    de gevolgen bij niet nakomen van de scholingsplicht;

  • 3.

    de termijn waarin aan de scholingsplicht moet worden voldaan. Deze termijn is mede afhankelijk van de eerstmogelijke startdatum van te volgen opleiding en daarmee het ontstaan van het recht op studiefinanciering.

Artikel 5. Uitwerking voor bestaande klanten uit bestand:

  • 1. Het recht op uitkering wordt ingetrokken als een jongere:

    • a.

      geen startkwalificatie heeft en aanspraak kan maken op studiefinanciering;

    • b.

      wel een startkwalificatie heeft, maar met doorleren de kans op inschakeling arbeidsmarkt aanzienlijk vergroot;

    • c.

      uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen zonder studiefinanciering (BBL) en dit niet doet;

    • d.

      verwijtbaar de scholingsplicht niet nakomt.

  • 2. Het recht op uitkering wordt voortgezet als een jongere:

    • a.

      een startkwalificatie heeft en geen mogelijkheid heeft een vervolgstudie af te ronden binnen de periode waarop hij/zij aanspraak kan maken op studiefinanciering;

    • b.

      geen startkwalificatie heeft, aanspraak kan maken op studiefinanciering, maar bewijs kan overleggen dat hij/zij op medische gronden niet in staat is onderwijs te volgen;

    • c.

      geen startkwalificatie heeft, maar vanwege aantoonbare beperkte leerbaarheid niet gevraagd kan worden deel te nemen aan onderwijs;

    • d.

      geen startkwalificatie heeft, maar vanwege persoonlijke omstandigheden niet gevraagd kan worden deel te nemen aan onderwijs.

Artikel 6 Uitwerking voor jongeren die zich melden:

  • 1. Er wordt geen recht op uitkering toegekend als een jongere:

    • a.

      geen startkwalificatie heeft en aanspraak kan maken op studiefinanciering;

    • b.

      wel een startkwalificatie heeft, maar doorleren de kans op inschakeling arbeidsmarkt aanzienlijk vergroot

    • c.

      uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen zonder studiefinanciering (BBL) en dit niet doet;

    • d.

      Verwijtbaar de scholingsplicht niet nakomt.

  • 2. Er wordt wel recht op uitkering toegekend als een jongere:

    • a.

      wel een startkwalificatie heeft, geen mogelijkheid heeft een vervolgstudie af te ronden binnen de periode waarop hij/zij aanspraak kan maken op studiefinanciering;

    • b.

      geen startkwalificatie heeft, aanspraak kan maken op studiefinanciering, maar bewijs kan overleggen dat hij/zij op medische gronden niet in staat is onderwijs te volgen;

    • c.

      geen startkwalificatie heeft, maar vanwege aantoonbare beperkte leerbaarheid niet redelijkerwijs gevraagd kan worden deel te nemen aan onderwijs;

    • d.

      geen startkwalificatie heeft, maar vanwege persoonlijke omstandigheden niet gevraagd kan worden deel te nemen aan onderwijs.

Artikel 7. Informatieplicht

  • 1. Een jongere is verplicht zelf bewijslast te overleggen om aan te tonen dat het volgen van een opleiding niet mogelijk is.

  • 2. Bij ontheffing van de scholingsplicht op medische gronden, moet betrokkene een verklaring overleggen van een medisch specialist.

  • 3. Bij aantoonbare beperkte leerbaarheid moet betrokkene een negatief studieadvies overleggen van een studieadviseur van een onderwijsinstelling of van het Regionaal Meldpunt voortijdig Schoolverlaten (RMC)

Artikel 8. Verwijtbaarheid niet nakomen scholingsplicht

  • 1. Er is sprake van verwijtbaarheid indien de belanghebbende zonder dringende reden geen gebruik maakt van scholingsmogelijkheden en deze scholingsmogelijkheden onvoldoende onderzoekt.

  • 2. Onder dringende reden wordt in ieder geval verstaan aantoonbaar geoorloofd verzuim door werk, verzuim door zorgtaken, ziekte (waarbij een verklaring van een arts zal worden gevraagd), ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten.

  • 3. Of de belanghebbende verwijtbaarheid kan worden aangerekend, bepaalt het college per individueel geval.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel Scholingsplicht.

Vastgesteld in de vergadering van 16 april 2013

W.g.

de heer P. Bonthuis

de heer J.H.A. van Oostrum