Gemeente Rhenen - Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Rhenen

Geldend van 30-12-2018 t/m heden

Intitulé

Gemeente Rhenen - Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Rhenen

Het college van burgemeester en wethouders van Rhenen;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de lnvorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Rhenen geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Rhenen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Rhenen) 2019

Artikel 1 Algemene bepaling

  • 1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Rhenen op grond waarvan het college nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

  • 2. Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3. De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk liet voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtige voor:

    • a.

      de hondenbelasting;

    • b.

      de toeristenbelasting;

    • c.

      de rioolheffing;

    • d.

      de afvalstoffenheffing;

    • e.

      de precariobelasting voor buizen, kabels, draden of leidingen;

      aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2. Een door de heffingsambtenaar aan de belastingplichtige toegestuurd aangiftebiljet moet de belastingplichtige binnen twee weken na de verzenddatum hiervan volledig ingevuld en met de gevraagde stukken terugsturen naar de heffingsambtenaar, tenzij de heffingsambtenaar hiervoor een andere termijn stelt.

  • 3. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

  • 4. Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 5. Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld de online aangifte via de website van Rhenen of Ede. Idem voor het afmelden van honden.

  • 6. Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld de online aangifte via de website van Rhenen of Ede.

  • 7. Als formulier van het aangiftebiljet rioolheffing wordt vastgesteld de online aangifte via de website van Ede.

  • 8. Als formulier voor het aangiftebiljet precariobelasting voor buizen, kabels, draden of leidingen wordt het model volgens bijlage; Model aangifte precario kabels en leidingen 2019 vastgesteld.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2. De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan:

    • a.

      voor de rioolheffing geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over, dan wel met betrekking tot het meest recente tijdvak of kalenderjaar, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede niet andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn;

    • b.

      voor de toeristenbelasting geschieden op grond van het gemiddelde dat voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over elk van de twee voorafgaande jaren, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn;

    • c.

      voor de afvalstoffenheffing of reinigingsrechten maandelijks geschieden en naar evenredigheid worden vastgesteld op het per maand van het betreffende belastingtijdvak verschuldigde bedrag;

    • d.

      voor de precariobelasting voor buizen, kabels, draden of leidingen geschieden op basis van gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag;

    • e.

      voor de leges geschieden op grond van een raming van de aanlegkosten of de bouwkosten van het desbetreffende bouwwerk.

  • 3. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de voorlopige vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van dit artikel berekende bedrag, wordt het voorlopige gevorderde bedrag gesteld op dit lagere bedrag.

Artikel 5 Afvalstoffenheffing

Een beroep op een vrijstelling vanwege een medische indicatie geldt vanaf het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan. Een aanvraag met terugwerkende kracht voor eerdere jaren is niet mogelijk.

Artikel 6 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de toeristenbelasting vinden de artikelen 2, 3, 4 en 6 toepassing;

  • b.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2, 4 en 6 toepassing;

  • c.

    de rioolheffing vinden de artikelen 2, 4 en 6 toepassing;

  • d.

    de precariobelasting vinden artikelen 2, 4 en 6 toepassing;

  • e.

    de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten vinden de artikelen 5 en 6 toepassing;

  • f.

    de lijkbezorgingsrechten vinden artikelen 4 en 6 van toepassing;

  • g.

    het marktgeld vinden de artikelen 4 en 6 toepassing;

  • h.

    het kadegeld vinden artikelen 4 en 6 toepassing;

  • i.

    het staangeld vinden artikelen 4 en 6 toepassing;

  • j.

    de heffing voor ondernemersfondsen vinden de artikelen 4 en 6 toepassing;

  • k.

    de leges vinden de artikelen 4 en 6 toepassing

  • l.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 6 toepassing;

  • m.

    de roerende-zaakbelastingen vindt artikel 6 toepassing.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Rhenen.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris, de voorzitter,

dhr. P. Bonthuis drs. J.A. van der Pas