Verordening Klantenparticipatie Sociale Zaken gemeente Ridderkerk 2009

Geldend van 11-09-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening Klantenparticipatie Sociale Zaken gemeente Ridderkerk 2009

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2009,

nummer R109-00537-SPO;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 12 lid 1 onderdeel d van de Wet investeren in jongeren en artikel 4 van de Inspraakverordening gemeente Ridderkerk 2009;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening Klantenparticipatie Sociale Zaken gemeente Ridderkerk 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    Klanten Platform: een groep personen die woonachtig is in de gemeente Ridderkerk en personen vertegenwoordigt die een uitkering ontvangen ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), artikel 10, lid 2 van de Algemene nabestaandenwet (Anw); de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of niet uitkeringsgerechtigd zijn en aanspraak hebben op ondersteuning bij arbeidsinschakeling op grond van de artikelen 7 en 10 van de WWB, of jongere zijn als bedoeld in artikel 2 van de Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • b.

    Sociaal Platform: groep personen die de doelgroepen van het Klanten Platform vertegenwoordigt en daartoe is voorgedragen op grond van het reglement zoals genoemd in artikel 3 van deze verordening;

  • c.

    klantenparticipatie: het betrekken van het Klanten Platform of het Sociaal Platform bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid op basis van de onder a genoemde wetgeving;

  • d.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid op grond van de onder a genoemde wetgeving

Artikel 2 Onderwerpen van de klantenparticipatie

  • 1. Klantenparticipatie wordt in ieder geval toegepast:

    • a.

      indien de wet daartoe verplicht;

    • b.

      ten aanzien van beleidsvoornemens.

  • 2. Geen klantenparticipatie wordt toegepast indien:

    • a.

      sprake is van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • c.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.

Artikel 3 Nadere regels

Burgemeester en wethouders stellen reglementen vast waarbij de instelling en de werkwijze van het Klanten Platform en het Sociaal Platform worden geregeld.

Artikel 4 Procedure

Het Klanten Platform en het Sociaal Platform worden op een zodanig tijdstip betrokken bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid dat gebaseerd is op de in artikel 1, onder a, genoemde wetgeving dat de ingebrachte adviezen en reacties van invloed kunnen zijn op de besluitvorming.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1. De door het Klanten Platform en het Sociaal Platform uitgebrachte adviezen worden, voorzien van een reactie daarop van het college van burgemeester en wethouders, gevoegd bij de aan de gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken.

  • 2. De reactie van het college van burgemeester en wethouders op het uitgebrachte advies wordt toegezonden aan het Klanten Platform en het Sociaal Platform.

  • 3. Jaarlijks wordt de gemeenteraad schriftelijk op de hoogte gesteld van het functioneren van beide platforms.

  • 4. De burgemeester vermeldt de uitkomsten van de klantenparticipatie op het gebied van de sociale wetgeving in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking. Op dezelfde dag wordt de Verordening Klantenparticipatie Sociale wetgeving, gemeente Ridderkerk 2004, ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Klantenparticipatie Sociale Zaken Ridderkerk 2009.

Ondertekening

Ridderkerk, 3 september 2009
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;

gelet op artikel 3 van de Verordening Klantenparticipatie Sociale Zaken, gemeente Ridderkerk 2009;

b e s l u i t :

vast te stellen het

REGLEMENT KLANTENPARTICIPATIE SOCIALE ZAKEN GEMEENTE RIDDERKERK

2009

Voor de Klantenparticipatie wordt gebruik gemaakt van:

A. het Klanten Platform en

B. het Sociaal Platform.

A.HET KLANTEN PLATFORM

Artikel I Doel

  • 1.

    Doel van de Klanten Platform is het adviseren aan het college van burgemeester en wethouders omtrent de uitkerings- en / of sociale situatie van uitkerings- en niet-uitkeringsgerechtigden in Ridderkerk;

  • 2.

    De deelnemers van dit Platform zijn personen die of een uitkering ontvangen ingevolge de WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz van de afdeling sociale dienstverlening, personen die een uitkering ontvangen op grond van de Anw, artikel 10, lid 2 en niet-uitkeringsgerechtigden en die aanspraak hebben op ondersteuning bij arbeidsinschakeling op grond van artikel 7 en 10, van de Wet Werk en Bijstand WWB), of personen die voor de Wsw geïndiceerd zijn, dan wel hun vertegenwoordigers, of jongeren als bedoeld in de WIJ artikel 2;

  • 3.

    De deelnemers van dit Platform worden reeds in de fase van beleidsvoorbereiding betrokken bij de te maken keuzen.

Artikel II Taken

  • 1.

    Het Klanten Platform geeft gevraagd en ongevraagd advies over informatie vanuit de gemeente over nieuwe regelingen dan wel voornemens daartoe (landelijk als plaatselijk), betreffende het bijstandsbeleid, het werkloosheidsbeleid, het Wsw-beleid, de WIJ en organisatorische veranderingen, voor zover deze gevolgen hebben voor de (niet-) uitkeringsgerechtigden, als bedoeld in artikel I;

  • 2.

    Het Klanten Platform is alert op ontwikkelingen en knelpunten in het stelsel van de sociale zekerheid en in de arbeidsvoorziening, voor zover deze betrekking hebben op uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden van de afdeling sociale dienstverlening en Wsw-geïndiceerden en kan daarover signalen afgeven;

  • 3.

    Het Klanten Platform houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele klachten c.q. individuele klantsituaties.

Artikel III Samenstelling

  • 1.

    Het Klanten Platform telt maximaal 14 leden;

  • 2.

    Het Klanten Platform bestaat uit vaste leden;

  • 3.

    Zij hebben zitting op persoonlijke titel;

  • 4.

    Aan het Klanten Platform wordt door het college van burgemeester en wethouders

toegevoegd:

-de portefeuillehouder van Sociale Zaken c.a., (dan wel diens plaatsvervanger) die als voorzitter optreedt;

  • 5.

    Van het aantal leden dat in het eerste lid is genoemd, hebben er twee een rechtstreekse relatie met de Wsw. Zij zijn aan te merken als Wsw-geïndiceerde, of vertegenwoordigers van Wsw-geïndiceerde.

  • 6.

    Van het aantal leden dat in het eerste lid is genoemd, hebben er twee een rechtstreekse relatie met de WIJ. Zij zijn aan te merken als jongeren als bedoeld in artikel 2 van de WIJ.

Artikel IV Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    Teneinde mensen de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen wordt iedere persoon, bedoeld in artikel I, schriftelijk aangeschreven;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de leden van het Platform aan. Het dient daarbij de representativiteit in het oog te houden;

  • 3.

    De leden van het Platform treden om de 4 jaar af;

  • 4.

    Leden kunnen na 1 zittingsperiode opnieuw aangesteld worden. Zij kunnen maximaal 8 jaren zitting hebben in het Platform;

  • 5.

    Indien een lid van het Platform in zijn / haar zittingsperiode tussentijds ophoudt (niet-)

Uitkeringsgerechtigde, WIJ jongere of Wsw-geïndiceerd te zijn, dan wel niet meer voldoet aan de in artikel 7 en 10, WWB bedoelde voorwaarden, dan treedt hij / zij in dat geval uit het Platform op het moment dat een nieuw lid is aangewezen.

Artikel V Werkwijze

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat alle onder artikel II, eerste lid genoemde onderwerpen, voorafgaande aan diens beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan het Platform, tenzij naar het oordeel van het hoofd van de afdeling sociale dienstverlening advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de informatieverstrekking aan de klanten. In dat geval zal een en ander achteraf aan het Platform worden voorgelegd. Indien het college van burgemeester en wethouders een beslissing neemt, die afwijkt van het eenstemmige of van het meerderheidsadvies van het Platform dan brengt het college dit gemotiveerd ter kennis aan het Platform.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor de inrichting van een secretariaat dat ten dienste staat van alle leden van het Platform. Dit secretariaat stelt onder andere aan de hand van de ingediende punten de agenda voor de vergadering op. Voorts wordt het secretariaat belast met het opstellen van de notulen.

  • 3.

    Het secretariaat bestaat uit een medewerker van de afdeling sociale dienstverlening.

  • 4.

    Het secretariaat verzamelt steeds actuele informatie over de ontwikkelingen en brengt deze ter kennis van de leden van het Platform.

  • 5.

    De inhoud van de adviezen wordt door het Platform als volgt vastgesteld;

    • -

      eenstemmig, of

    • -

      bij meerderheid van stemmen (de helft plus één).

Daarbij worden meerderheids- en minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 6.

    De leden van het Platform hebben ieder één stem.

  • 7.

    Voor een geldige advisering is de aanwezigheid van tenminste de helft + 1 van het aantal leden vereist met dien verstande dat de aanwezigheid van de voorzitter (of diens plaatsvervanger) te aller tijde vereist is.

  • 8.

    Ten minstens eenmaal per jaar wordt een evaluatie gehouden over het functioneren van dit Platform.

Artikel VI Vergadering

  • 1.

    Het Platform komt minimaal 4 keer per jaar bijeen;

  • 2.

    De voorzitter is bevoegd het Platform in vergadering bijeen te roepen.

  • 3.

    Tevens kan op voorstel van tenminste 3 leden een vergadering worden uitgeschreven.

  • 4.

    De deelnemers van het Platform worden 14 dagen voor een vergadering uitgenodigd en ontvangen dan de schriftelijke stukken.

  • 5.

    Tijdens de vergadering kunnen in overleg afspraken worden gemaakt voor de bespreking van onderwerpen voor een volgende vergadering. Afhankelijk van het onderwerp en de gemaakte afspraken daarover wordt bepaald wie de uitvoering van de afspraken ter hand neemt.

  • 6.

    In principe zijn de vergaderingen van het Platform openbaar.

  • 7.

    Indien de meerderheid van de aanwezige leden zulks kenbaar maakt, dan wordt met gesloten deuren vergaderd.

  • 8.

    Eens per jaar wordt in een vergadering verantwoording afgelegd over de gang van zaken in het Platform.

Artikel VIl Bevoegdheden

  • 1.

    Het Platform kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen.

  • 2.

    De bevindingen van de werkgroepen worden aan het Platform voorgelegd.

  • 3.

    Op verzoek van het Platform kunnen deskundigen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

  • 4.

    Leden, die schriftelijke stukken nodig hebben voor de voorbereiding op een vergadering dan wel voor het raadplegen van derden kunnen deze kosteloos via het secretariaat verkrijgen, althans voor zover deze van de gemeentezijde afkomstig zijn.

Artikel VIII Bepalingen

  • 1.

    De deelnemers van het Platform, de leden van adhoc werkgroepen, deskundigen die een vergadering bijwonen en derden die geraadpleegd worden zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen zij in de hiervoor aangeduide hoedanigheid vernemen in zoverre zij dit door het Platform opgelegd krijgen.

  • 2.

    Het voornemen tot geheimhouding moet van te voren bekend zijn gemaakt.

  • 3.

    De duur en de inhoud van de geheimhoudingsplicht moet vooraf zo exact mogelijk zijn aangegeven. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van het Platform of adhoc werkgroep.

  • 4.

    Leden van het Platform behouden hun uitkeringsrechten gedurende de voorbereidingstijd op vergaderingen, het uitvoeren van werkzaamheden voor het Platform, de tijd waarin zij derden raadplegen en het deelnemen aan adhoc werkgroepen.

  • 5.

    In zaken waarin deze Verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

B.HET SOCIAAL PLATFORM

Artikel I Doel

Doel van de Sociaal Platform is het adviseren aan het college van burgemeester en wethouders omtrent de uitkerings- en / of sociale situatie van uitkerings- en niet-uitkeringsgerechtigden die recht hebben op ondersteuning bij arbeidsinschakeling op grond van artikel 7 en 10, van de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en van personen die voor de Wsw geïndiceerd zijn in Ridderkerk De deelnemers van dit Platform worden reeds in de fase van beleidsvoorbereiding betrokken bij de te maken keuzen.

Artikel II Taken

  • 1.

    Het Sociaal Platform geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college met betrekking tot bijstands- en / of sociale uitkeringen, de sociale werkvoorziening, arbeidsmarktvoorzieningen en werkloosheidsbeleid.

  • 2.

    Door de gemeente wordt informatie verstrekt aan het Platform over nieuwe regelingen dan wel voornemens daartoe (landelijk als plaatselijk), het bijstandsbeleid, het Wsw-beleid, het WIJ-beleid, het werkloosheidsbeleid en organisatorische veranderingen, voor zover deze gevolgen hebben voor de uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden.

  • 4.

    Het Sociaal Platform is alert op ontwikkelingen en knelpunten in het stelsel van de sociale zekerheid en in de arbeidsvoorziening, voor zover deze individuen raken.

  • 5.

    Het Platform pleegt overleg over ontwikkelingen in het stelsel van de sociale zekerheid, de arbeidsvoorziening en het werkloosheidsbeleid.

Artikel III Samenstelling

  • 1.

    Het Platform telt maximaal 17 leden.

  • 2.

    Het Platform bestaat uit vaste leden, alsmede een plaatsvervanger die worden voorgedragen door de maatschappelijke instellingen / organisaties waaraan zij zijn verbonden.

  • 3.

    Aan het Platform wordt vanuit de gemeente toegevoegd:

    • a.

      de wethouder van Sociale Zaken c.a., (dan wel diens plaatsvervanger) die als voorzitter optreedt;

    • b.

      medewerker(s) van de gemeente die respectievelijk te maken hebben met de uitvoering van het beleid voor (niet-) uitkeringsgerechtigden, personen die vallen onder de sociale werkvoorziening, arbeidsmarktvoorzieningen en werkloosheidsbeleid.

Artikel IV Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    Teneinde organisaties de gelegenheid te geven een medewerker kandidaat te stellen wordt hiertoe een uitnodiging verstuurd.

  • 2.

    Kandidaten kunnen worden voorgedragen door de instelling / organisatie, die zij in het Platform vertegenwoordigen.

  • 3.

    De leden worden op voordracht van het Platform door het college van burgemeester en wethouders benoemd.

  • 4.

    De leden van het Platform treden om de 4 jaar af.

  • 5.

    Leden kunnen na 1 zittingsperiode opnieuw aangesteld worden. Zij kunnen maximaal 8 ` jaren zitting hebben in het Platform.

  • 6.

    Indien een lid van het Platform in zijn / haar zittingsperiode tussentijds uittreedt dan moet uit de instelling / organisatie, die hij / zij vertegenwoordigt een voordracht voor de opvolging komen.

Artikel V Werkwijze

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat alle onder artikel II, eerste lid genoemde onderwerpen, voorafgaande aan diens beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan het Platform, tenzij naar het oordeel van het hoofd van de afdeling sociale dienstverlening advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de informatieverstrekking aan de klanten. In dat geval zal een en ander achteraf aan het Platform worden voorgelegd. Indien het college van burgemeester en wethouders een beslissing neemt, die afwijkt van het eenstemmige of van het meerderheidsadvies van het Platform dan brengt het college dit gemotiveerd ter kennis aan het Platform.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor de inrichting van een secretariaat dat ten dienste staat van alle Leden van het Platform. Dit secretariaat stelt onder andere aan de hand van de ingediende punten de agenda voor de vergadering op.

  • 3.

    Voorts wordt het secretariaat belast met het opstellen van de notulen.

  • 4.

    Het secretariaat bestaat uit een medewerker van de gemeente.

  • 5.

    Het secretariaat verzamelt steeds actuele informatie over de ontwikkelingen en brengt deze ter kennis van de leden van het Platform.

  • 6.

    Voor het vaststellen van zowel interne als externe adviezen en standpunten worden binnen het Platform besluiten als volgt genomen:

    • -

      eenstemmig, of

    • -

      bij meerderheid van stemmen (de helft plus één). Daarbij worden meerderheids- en minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 7.

    De leden van het Platform hebben stemrecht, ieder één stem.

  • 8.

    Voor een geldige advisering is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal leden vereist.

  • 9.

    Ten minstens eenmaal per jaar wordt een evaluatie gehouden over het functioneren van het Platform.

Artikel VI Vergadering

  • 1.

    Het Platform komt minimaal 4 keer per jaar bijeen.

  • 2.

    De voorzitter is bevoegd het Platform in vergadering bijeen te roepen.

  • 3.

    Tevens kan op voorstel van tenminste 3 leden een vergadering worden uitgeschreven.

  • 4.

    De deelnemers van het Platform worden 14 dagen voor een vergadering uitgenodigd en ontvangen dan de schriftelijke stukken.

  • 5.

    Tijdens de vergadering kunnen in overleg afspraken worden gemaakt voor de bespreking van onderwerpen voor een volgende vergadering. Afhankelijk van het onderwerp en de gemaakte afspraken daarover wordt bepaald wie de uitvoering van de afspraken ter hand neemt.

  • 6.

    In principe zijn de vergaderingen van het Platform openbaar.

  • 7.

    Indien de meerderheid van de aanwezige leden zulks kenbaar maakt, dan wordt met gesloten deuren vergaderd.

  • 8.

    Eens per jaar wordt in een vergadering verantwoording afgelegd over de gang van zaken in het Platform.

Artikel VIl Bevoegdheden

  • 1.

    Het Platform kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen.

  • 2.

    De bevindingen van de werkgroepen worden aan het Platform voorgelegd.

  • 3.

    Leden, die schriftelijke stukken nodig hebben voor de voorbereiding op een vergadering dan wel voor het raadplegen van derden kunnen deze kosteloos via het secretariaat verkrijgen, althans voor zover deze van de gemeentezijde afkomstig zijn.

Artikel VIII Bepalingen

  • 1.

    De deelnemers van het Platform, de leden van adhoc werkgroepen, die een vergadering bijwonen en derden die geraadpleegd worden zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen zij in de hiervoor aangeduide hoedanigheid vernemen in zoverre zij dit door het Platform opgelegd krijgen.

  • 2.

    Het voornemen tot geheimhouding moet van te voren bekend zijn gemaakt.

  • 3.

    De duur en de inhoud van de geheimhoudingsplicht moet vooraf zo exact mogelijk zijn aangegeven. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van het Platform of adhoc werkgroep.

  • 4.

    In zaken waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 augustus 2009.

Het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk,

de secretaris de burgemeester,