Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening toeristenbelasting 2011

Geldend van 24-12-2011 t/m 31-12-2017

Intitulé

VERORDENING TOERISTENBELASTING 2011

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010, nummer 56;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor zakelijke-, vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Artikel 2 Belastbaar feit Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Artikel 4 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2..

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. De belasting wordt geheven over de vergoeding die ter zake van het houden van verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

2.Indien omzetbelasting verschuldigd is, wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens het houden van verblijf met overnachten aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 6 Belastingtarief

De belasting bedraagt 3,5% van de in artikel 5 bedoelde vergoeding.

Artikel 7 Belastingtijdvak

De belasting wordt geheven per kalenderkwartaal.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 9 Termijn voor aangifte en betaling

1. De belasting moet in overeenstemming met de aangifte worden betaald binnen één maand na de datum van uitreiking van het aangiftebiljet.

2.De naheffingsaanslag dient te worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot het houden van verblijf met overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

  • 2. De belastingplichtige die niet tijdig een aangiftebiljet ontvangt om aan zijn aangifteplicht te voldoen is gehouden voor de afloop van de termijn voor het doen van aangifte en betaling om uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

  • 3. Steekproef gewijs zal de Gemeente Ridderkerk controles (doen) uitvoeren op de aangifte van de belastingplichtige, door middel van een controle ter plaatse en inzage in het relevante register en of andere relevante bescheiden waaruit de omzet uit overnachtingen van de desbetreffende periode blijkt.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing, controle en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
JvH/257