Regeling vervallen per 01-01-2012

Legesverordening

Geldend van 24-12-2009 t/m 31-12-2011

Intitulé

LEGESVERORDENING

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009, nummer 275;

gelet op artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    attestaties de vita tot het ontvangen van pensioen;

  • d.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning c.q. ontheffing als bedoeld in artikelen 1.11.2 en 1.17.5 van Titel 1, hoofdstuk 2 en artikel 3.5.1 van Titel 3 van bij deze verordening behorende tarieventabel voor niet-commerciële activiteiten die tijdelijk van aard zijn en die het algemeen maatschappelijk belang dienen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 5.

      onderdeel 1.8 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 13 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2009’ van 18 december 2009 vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      onderdeel 4.7.2 (gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening (gebruiksvergunning);

    • b.

      onderdelen 11.1, 11.2 en 11.3 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

    • c.

      onderdelen 15.6.1.1 en 15.6.1.2 (evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening);

    • d.

      onderdelen 15.6.1.3, 15.6.1.4 en 15.6.1.5 (exploitatievergunning horecabedrijf, wijziging vergunning en ontheffing sluitingsuur horeca als bedoeld in artikel 2.3.1.2 en 2.3.1.7, van de Algemene plaatselijke verordening);

    • e.

      onderdeel 15.6.1.6 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf als bedoeld in artikel 3.4, van de Algemene plaatselijke verordening).

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen hoofdstuk 4 (bouwgerelateerde leges) van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat dit hoofdstuk en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • 1.

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • 2.

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

  • 4. Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) in werking treedt en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
JvH/257
TARIEVENTABEL 2011,
behorende bij de Legesverordening.

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

Hoofdstuk 11 Standplaatsen

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 13 Kansspelen

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 16 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis aan het Koningsplein op:

1.1.1.1

maandagochtend om 9:00 of om 9:30 uur

Kosteloos;

1.1.1.2

maandag tot en met woensdag

€ 290,00;

1.1.1.3

donderdag en vrijdag

€ 375,00;

1.1.1.4

Zaterdag

€ 625,00;

1.1.1.5

maandag tot en met zondag, indien er sprake is van een spoedeisendheid, met een doktersverklaring en toestemming van de officier van justitie

€ 290,00.

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in een daartoe aangewezen huis der gemeente:

1.1.2.1

maandag tot en met woensdag

€ 373,00;

1.1.2.2

donderdag en vrijdag

€ 450,00;

1.1.2.3

Zaterdag

€ 720,00.

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje inclusief een uittreksel van de huwelijksakte of partnerschapregistratieakte

€ 30,00;

1.1.3.2

een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Dit tarief wordt niet geheven, indien van het onvermogen van partijen blijkt door een verklaring van de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats.

1.1.3.3

Het tarief bedraagt voor gemeentelijke getuigen

€ 30,00.

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,95.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 8.1.1 (zakenpaspoort) is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort ) is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument per kind is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 per kind is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.6

tot het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK) is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 2 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met die verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.7

tot het in behandeling nemen van een aangifte van vermissing van een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.6 Dit tarief wordt niet geheven, indien uit het proces-verbaal blijkt dat er sprake is van overmacht.

€ 30,00.

1.2.2

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd het tarief dat vermeld is in artikel 6, lid 1 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.3

Het tarief als genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.4

Het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker vermeerderd met het tarief dat vermeld is in artikel 6, lid 1 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 48,50;

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,25;

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 6,80;

1.3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aangifte van vermissing van een rijbewijs. Dit tarief wordt niet geheven, indien uit het proces-verbaal blijkt dat er sprake is van overmacht.

€ 30,00.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.1.1

tot het verstrekken van gegevens (inlichtingen en/ of uittreksel) aan particulieren en aan particuliere instellingen en bedrijven, per verstrekking

€ 10,00;

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens (inlichtingen en/ of uittreksel omtrent nalatenschap en genealogisch onderzoek) aan particulieren en aan particuliere instellingen en bedrijven, per kwartier

€ 10,00.

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens op papier uit het GBA aan afnemers en bijzondere derden gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 37a, tweede lid van de Regeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,95.

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 3,25.

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina is het tarief het bedrag dat vermeld is in artikel 2, lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

met een maximum per bericht dat vermeld is in artikel 2, lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s bedraagt het tarief het bedrag dat vermeld is in artikel 3, sub a van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier is het tarief gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 2, lid 2 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverstrekking bedraagt het tarief het bedrag dat vermeld is in artikel 3, sub b van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, die verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens is het tarief gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 2, lid 2 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

1.7.1

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale of hypothecaire toestand van een kadastraal perceel, bedraagt het tarief het bedrag dat is opgenomen in het Besluit Kadastrale Tarieven.

1.7.2.1

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van analoog kaartmateriaal bedraagt het tarief:

1.7.2.1.1

per A4

€ 8,30;

1.7.2.1.2

per A3

€ 16,60;

1.7.2.1.3

per A2

€ 33,20;

1.7.2.1.4

Per A1

€ 66,40;

1.7.2.1.5

Per A0

€ 132,80.

1.7.3

Indien de aanvraag tot de afgifte van analoog kaartmateriaal strekt tot gebruik maken van ander materiaal dan het standaard gehanteerd materiaal wordt het overeenkomstig 1.7.2.1.1 tot en met 1.7.2.1.5 berekende bedrag verhoogd met

€ 6,55;

1.7.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een straatnaamlijst van de gemeente

€ 5,75;

1.7.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag voor de levering van digitale bestanden van de Ridderkerkse basiskaart bedraagt

€ 55,55.

1.7.6

Het tarief genoemd in 1.7.5 wordt verhoogd met:

1.7.6.1

Categorie 1, landelijk gebied, per hectare

€ 5,60;

1.7.6.2

categorie 2, open bebouwing, per hectare

€ 14,40;

1.7.6.3

categorie 3, aaneengesloten bebouwing, per hectare

€ 33,30.

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

een verklaring omtrent het gedrag het in artikel 1, lid 1 van de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen vermelde bedrag met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.8.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 10,00;

1.8.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,00;

1.8.4

een waarmerking van een stuk

€ 10,00;

1.8.5

een verklaring inzake Nederlanderschap

€. 10,00;

1.8.6

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie of afleggen van een optieverklaring als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit naturalisatiegelden, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief te Rotterdam berusten stukken, de tarieven zoals deze op het moment van aanvraag geldt in de legesverordening Rotterdam

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

1.10

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag Voor het bepalen van urgentie conform een op grond van artikel 4 lid 1 Huisvestingswet gesloten overeenkomst

€ 37,35.

Hoofdstuk 11 Standplaatsen

1.11 1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het plaatsen op de wachtlijst voor het verkrijgen van een vaste standplaats op de weekmarkt

€ 16,00.

1.11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

1.11.2.1

artikel 5.3.2, standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd

€ 100,00;

1.11.2.2

artikel 5.3.2, standplaatsvergunning voor maximaal zes weken

€ 35,00;

1.11.2.3

artikel 5.3.2, standplaatsvergunning voor maximaal 5 dagen

€ 10,00.

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 50,00.

Hoofdstuk 13 Kansspelen

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.13.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50;

1.13.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee speelautomaten

€ 90,50;

1.13.1.3

Voor een periode langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaren worden de in 1.13.1.1 en 1.13.1.2 genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd.

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 13,00;

1.13.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 13,00.

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1.4.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening en voortvloeiend uit de aanleg van niet-openbare netwerken ( lijnen in eigen beheer of voor eigen exploitatie):

1.14.1.1

Indien het tracé niet meer dan 1.000 strekkende meter is

€ 107,60;

1.14.1.2

Indien het tracé meer dan 1.000 strekkende meter doch niet meer dan 3.999 meter is

€ 200,55;

1.14.1.3

Indien het tracé meer dan 3.999 strekkende meter is

€ 302,30.

1.14.2

De in 1.14.1.1 tot en met 1.14.1.3 genoemde bedragen worden indien met betrekking als bedoeld in 1.14.1 overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieders van het netwerk, verhoogd met:

1.14.2.1

Indien het tracé niet meer dan 1.000 strekkende meter is

€ 56,60;

1.14.2.2

Indien het tracé meer dan 1.000 strekkende meter doch niet meer dan 3.999 meter is

€ 67,40;

1.14.2.3

Indien het tracé meer dan 3.999 strekkende meter is

€ 98,80.

1.14.3

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, worden de in 1.14.1.1 tot en met 1.14.1.3 genoemde bedragen verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding als bedoeld in 1.14.1 aan de melder medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.14.4

Indien een begroting als bedoeld in 1.14.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

1.15.1.1

voor een dag

€ 7,30;

1.15.1.2

voor een week

€ 17,45;

1.15.1.3

voor een jaar

€ 85,40.

1.15.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor voertuigen en/of lading welke niet voldoen aan de voorschriften van het Voertuigenreglement

€ 9,60;

1.15.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 12,35;

1.15.4

De bijdrage in de kosten van het medisch onderzoek verbonden aan het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart of Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.15.3 bedraagt

€ 27,95;

1.15.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, eerst lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 103,20.

Hoofdstuk 16 Diversen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

1.16.1.1

artikel 4.4.2, handelsreclamevergunning

€ 60,00;

1.16.1.2

artikel 5.3.1, vergunning voor het inzamelen van geld of goederen

€ -,--;

1.16.2

Verlof tot ontleding

€ 13,85;

1.16.3

Uitstel van lijkbezorging

€ 13,85;

1.16.4

de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats

€ 99,15.

1.16.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.16.5.1

fotokopieën van stukken voor zover deze niet betreffen de kadernota, de programmabegroting, de programmarekening, notulen van een raadsvergadering, voorstellen van het college van burgemeester en wethouders aan de raad, verordeningen, wijzigingen op verordeningen en overige beleidsnota's; per pagina tot een maximum van € 10,- per aanvraag

€ 0,15;

1.16.5.2

fotokopieën van stukken, vervaardigd op grond van een aanvraag ingevolgde de Wet openbaarheid van bestuur, per fotokopie A4

€ 0,15.

1.16.6

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 22,00;

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 154,65.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen:

€ 100,00;

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 7.500 tot € 25.000 bedragen:

€ 200,00;

vermeerderd met 3%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 7.500 te boven gaan;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 725,00;

vermeerderd met 2,9%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000 te boven gaan;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 7.250,00;

vermeerderd met 2,4%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 250.000 te boven gaan;

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

€ 25.250,00;

vermeerderd met 1,2%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan, met een maximum van € 200.000

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

2.3.1.2.1

Indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen

€ 55,00;

2.3.1.2.2

Indien de bouwkosten € 4.000 tot € 25.000 bedragen

vermeerderd met 2 ‰ van de bouwkosten

€ 51,00;

2.3.1.2.3

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 120.000 bedragen

vermeerderd met 1,1 ‰ van de bouwkosten

€ 77,00;

2.3.1.2.4

Indien de bouwkosten € 120.000 tot € 230.000 bedragen

vermeerderd met 1,1 ‰ van de bouwkosten

€ 123,00;

2.3.1.2.5

Indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen

vermeerderd met 0,6 ‰ van de bouwkosten

€ 262,00;

2.3.1.2.6

Indien de bouwkosten € 455.000 of meer bedragen

vermeerderd met 0,25 ‰ van de bouwkosten tot een maximum van

€ 20.000.000 aan bouwkosten

€ 494,00;

2.3.1.2.7

De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 591,80;

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

110%;

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 200,00;

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 135,05;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 135,05;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 1.340,30;

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 135,05;

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 157,00;

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 135,05;

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 135,05;

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 135,05;

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 135,05;

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 135,05;

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 1.340,30;

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 135,05;

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 157,00;

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 135,05;

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 135,05;

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 135,05;

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 500,00;

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 1997 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 103,10;

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 103,10.

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 135,05;

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,

€ 257,75.

waarbij de verschuldigde leges met 50% wordt verminderd, indien de inhoud zoals gebouwd van het te slopen bouwwerk minder bedraagt dat 250 m³.

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.4.4 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ -,--

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ -,--

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ -,--

2.3.10A

Handelsreclame

2.3.10A.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:

€ 60,00;

2.3.10A.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.10A.1 bedraagt het tarief, indien voor de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een welstandstoets noodzakelijk is:

€ 55,00.

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.1 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ -,--;

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ -,--.

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ -,--;

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ -,--.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ -,--;

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 50,00;

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 50,00;

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 50,00.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 128,90;

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 128,90.

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 250,00;

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 250,00.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 100,00.

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.340,30;

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.340,30.

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

€ -,--.

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 80,00.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 250,00;

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 75,00;

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 100,00.

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 250,00;

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen in de omschrijving van de gegevens in exploitatievergunning horecabedrijf

€ 75,00;

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing sluitingsuur horeca als bedoeld in artikel 2.3.1.7 van de Algemene plaatselijke verordening

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1

Een kermis, circus of een andere meerdaags evenement

€ 200,00;

3.2.1.2

Een andere evenement dan bedoeld in artikel 3.2.1.1

€ -,--.

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van om een exploitatievergunning sexinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 350,00.

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 73,20;

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 22,00;

3.5.2

Ontheffing voor exceptionele transporten

€ 34,00.

Behorende bij raadsbesluit van 16 december 2010

De griffier,