Regeling vervallen per 01-01-2016

Tarieventabel Legesverordening 2015, behorende bij de Legesverordening

Geldend van 20-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Tarieventabel Legesverordening 2015, behorende bij de Legesverordening

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, nummer 96147;

gelet op artikel 229, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

vast te stellen de

Tarieventabel Legesverordening 2015, behorende bij de Legesverordening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1. Het tarief van de voltrekking van een huwelijk,de registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in hetgemeentehuis aan het Koningsplein bedraagt op:

1.1.1.1. maandagochtend om 9:00 of om 9:30 uur Kosteloos;

1.1.1.2. maandag tot en met vrijdag compleet huwelijk icl. Trouwboekje € 360,00

1.1.1.3. Zaterdag € 720,00

1.1.1.4. maandag tot en met zondag, indien er sprake is van een spoedeisendheid, met een doktersverklaring en toestemming van de officier van justitie € 300,00

1.1.2. Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis of in een ander daartoe aangewezen huis der gemeente:

1.1.2.1. maandag tot en met vrijdag compleet huwelijk icl. Trouwboekje € 410,00

1.1.2.2. Zaterdag € 770,00

1.1.3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.3.1. een trouwboekje of partnerschapboekje inclusief een uittreksel van de huwelijksakte of partnerschapregistratieakte € 30,00

1.1.3.2. een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Dit tarief wordt niet geheven, indien van het onvermogen van partijen blijkt door een verklaring van de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats.

1.1.3.3. Het tarief bedraagt voor gemeentelijke getuigen € 31,00

1.1.4. Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van

de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier € 17,00

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1. van een nationaal paspoort:

1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.2. van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan

een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.3. van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de

Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.4. van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.5. van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.5.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.6. voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 1 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs € 37,00

1.3.2 Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering

vermeerderd met het door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde tarief.

1.3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen € 7,00

1.3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aangifte

van vermissing van een rijbewijs. € 31,50

Dit tarief wordt niet geheven, indien uit het proces-verbaal blijkt dat er sprake is van overmacht.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

1.4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.1.1 tot het verstrekken van gegevens (inlichtingen en/ of uittreksel)

aan particulieren en aan particuliere instellingen en bedrijven, per verstrekking € 10,00

1.4.1.2 tot het verstrekken van gegevens (inlichtingen en/ of uittreksel

omtrent nalatenschap en genealogisch onderzoek) aan particulieren en

aan particuliere instellingen en bedrijven, per kwartier € 10,00

1.4.2 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens

op papier uit de Basisregistratie Personen aan afnemers en bijzondere derden

gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 37a, tweede lid van de Regeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.4.3 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van Basisregistratie

Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier € 10,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet € 3,50

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: € 10,00

1.6.1.1.1 ten hoogste 100 pagina’s, per pagina is het tarief het bedrag dat vermeld is in artikel 2, lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden, met een maximum per bericht dat vermeld is in artikel 2, lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.1.2 meer dan 100 pagina’s bedraagt het tarief het bedrag dat vermeld is

in artikel 3, sub a van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp,

zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt

afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.2 bij verstrekking anders dan op papier is het tarief gelijk aan het bedrag

dat vermeld is in artikel 2, lid 2 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.1.3 dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverstrekking bedraagt het tarief het bedrag dat vermeld is in artikel 3, sub b van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, die verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.6.2 Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3

meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens is het tarief gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 2, lid 2 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

1.7.1 Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale of hypothecaire toestand van een kadastraal perceel, bedraagt het tarief het bedrag dat is opgenomen in het Besluit Kadastrale

1.7.2.1 Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van analoog kaartmateriaal bedraagt het tarief:

1.7.2.1.1 per A4 € 8,50

1.7.2.1.2 per A3 € 17,50

1.7.2.1.3 per A2 € 35,50

1.7.2.1.4 Per A1 € 71,00

1.7.2.1.5 Per A0 €142,50

1.7.3 Indien de aanvraag tot de afgifte van analoog kaartmateriaal strekt tot

gebruik maken van ander materiaal dan het standaard gehanteerd materiaal wordt het overeenkomstig 1.7.2.1.1 tot en met 1.7.2.1.5 berekende bedrag verhoogd met € 7,00

1.7.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een straatnaamlijst van de gemeente € 6,00

1.7.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag voor de levering van digitale bestanden van de Ridderkerkse basiskaart bedraagt € 59,50

1.7.6 Het tarief genoemd in 1.7.5 wordt verhoogd met:

1.7.6.1 Categorie 1, landelijk gebied, per hectare € 5,50

1.7.6.2 categorie 2, open bebouwing, per hectare € 15,00

1.7.6.3 categorie 3, aaneengesloten bebouwing, per hectare € 35,50

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1 een verklaring omtrent het gedrag het in artikel 1, lid 1 van de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen vermelde bedrag met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.8.2 tot het verkrijgen van een attestatie de vita € 12,70

1.8.3 tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening € 5,00

1.8.4 een waarmerking van een stuk € 10,00

1.8.5 een verklaring inzake Nederlanderschap € 10,00

1.8.6 Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie of afleggen van een optieverklaring als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit naturalisatiegelden, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief te Rotterdam berusten stukken, de tarieven zoals deze op het moment van aanvraag geldt in de legesverordening Rotterdam

1.9.2 Het tarief voor het op verzoek doen van naspeuringen in het Gemeentearchief, voor ieder daaraan besteed kwartier €17,00

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

1.10 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraagvoor het bepalen van urgentie conform een op grond van artikel 4 lid 1 Huisvestingswet gesloten overeenkomst € 40,00

Hoofdstuk 10A Leegstandswet

1.10A Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

op basis van de Regeling vergunningen voor tijdelijke verhuur:

1.10A.1.1 voor het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van

leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van

de Leegstandswet € 131,00

1.10A.1.2. voor verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van

woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet € 63,00

1.10A.2 Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.10A.1.1 en 1.10A.1.2gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Hoofdstuk 11 Standplaatsen

1.11 1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

een verzoek tot het plaatsen op de wachtlijst voor het verkrijgen van een

vaste standplaats op de weekmarkt € 52,50

1.11.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

  • 1.11.2.1 artikel 5:18, standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd € 210,00

  • 1.11.2.2 artikel 5:18, standplaatsvergunning voor maximaal zes weken € 105,00

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit

Winkeltijdenwet € 53,50

Hoofdstuk 13 Kansspelen

1.13.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

  • 1.13.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor één kansspeelautomaat € 56,50

  • 1.13.1.2 voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspeelautomaten € 90,50

  • 1.13.1.3 voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode

van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd € 226,50

1.13.1.4 voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periodevan meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd € 362,50

1.13.1.5 Voor een periode langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jarenworden de in 1.13.1.1 en 1.13.1.2 genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd.

1.13.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) € 25,00

1.13.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) € 25,00

Hoofdstuk 14 Gereserveerd

Hoofdstuk 15 Kabels en Leidingen

1.15.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verbandmet het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening en voortvloeiend uit de aanleg van niet-openbare netwerken ( lijnen in eigen beheer of voor eigen exploitatie):

  • 1.15.1.1 Indien het tracé niet meer dan 1.000 strekkende meter is € 115,50

  • 1.15.1.2 Indien het tracé meer dan 1.000 strekkende meter doch niet meerdan 3.999 meter is € 215,00

  • 1.15.1.3 Indien het tracé meer dan 3.999 strekkende meter is € 324,50

  • 1.15.2 De in 1.15.1.1 tot en met 1.15.1.3 genoemde bedragen worden indien metbetrekking als bedoeld in 1.15.1 overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieders van het netwerk, verhoogd met:

  • 1.15.2.1 Indien het tracé niet meer dan 1.000 strekkende meter is € 60,50

  • 1.15.2.2 Indien het tracé meer dan 1.000 strekkende meter doch niet meer dan

  • 3.999 meter is € 72,00

  • 1.15.2.3 Indien het tracé meer dan 3.999 strekkende meter is € 106,00

  • 1.15.3 Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status vande kabel plaatsvindt, worden de in 1.15.1.1 tot en met 1.15.1.3 genoemde bedragen verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding als bedoeld in 1.15.1 aan de melder medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.15.4 Indien een begroting als bedoeld in 1.15.3 is uitgebracht, wordt een meldingin behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 16 Verkeer en vervoer

1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

  • 1.16.1.1 voor een dag € 7,90

  • 1.16.1.2 voor een week € 18,75

  • 1.16.1.3 voor een jaar € 91,70

  • 1.16.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraagTot het verkrijgen van een ontheffing voor voertuigen en/of lading welke niet voldoen Aan de voorschriften van het Voertuigenreglement € 10,35

1.16.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraagTot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) € 13,00

1.16.4 De bijdrage in de kosten van het medisch onderzoek verbonden aan het

verkrijgen van een invalidenparkeerkaart of Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.16.3 bedraagt € 30,00

1.16.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraagtot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, eerst lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen € 110,80

1.16.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraagtot het verkrijgen van een ontheffing voor exceptionele transporten € 36,70

Hoofdstuk 17 Diversen

1.17.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

  • 1.17.1.1 artikel 5:13, vergunning voor het inzamelen van geld of goederen kosteloos

  • 1.17.2 Verlof tot ontleding € 14,90

  • 1.17.3 Uitstel van lijkbezorging € 14,90

  • 1.17.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tothet verstrekken van:

1.17.4.1 fotokopieën van stukken voor zover deze niet betreffen de kadernota,

de programmabegroting, de programmarekening, notulen van een raadsvergadering, voorstellen van het college van burgemeester en wethouders aan de raad, verordeningen, wijzigingen op verordeningen en overige beleidsnota's; per pagina € 0,15tot een maximum van € 10,- per aanvraag

1.17.4.2 fotokopieën van stukken, vervaardigd op grond van een aanvraag

ingevolgde de Wet openbaarheid van bestuur, per fotokopie A4 € 0,15

1.17.5 een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabelof in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen € 23,00

1.17.6 de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats € 106,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1 aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2 bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid,van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werkenen van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk,of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting,bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijkis vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheidgeschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3 sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald

voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.1.5 Principeplan: Een aanvraag voor overleg over een ruimtelijk initiatief dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Over het algemeen is een grote planologische

ingreep noodzakelijk om het initiatief te kunnen realiseren. Het resultaat is een schriftelijke reactie van het college. Uit deze reactie blijkt of het college bereid is planologische medewerking te verlenen aan het ruimtelijk initiatief.

2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling principeplan

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1 om beoordeling van een schetsplan € 163,00

2.2.2 om beoordeling van een principeplan € 2.101,50

2.2.3 Het tarief genoemd onder 2.2.2 kan worden verhoogd met de kosten voor

externe adviseurs, indien deze adviseurs nodig zijn voor de beoordeling van het principeplan. Hierover worden vooraf afspraken gemaakt met de aanvrager van het principeplan.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor deverschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking

van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1 Bouwactiviteiten

2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1 indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen: €107,00

2.3.1.1.2 indien de bouwkosten € 7.500 tot € 25.000 bedragen: € 214,50

vermeerderd met 3% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 7.500 te boven gaan;

2.3.1.1.3 indien de bouwkosten € 25.000 tot € 250.000 bedragen: € 778,00

vermeerderd met 2,9% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000 te boven gaan;

2.3.1.1.4 indien de bouwkosten € 250.000 tot € 1.000.000 bedragen: € 7.783,00

vermeerderd met 2,4% van het bedrag waarmee de bouwkosten

€ 250.000 te boven gaan;

2.3.1.1.6 indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: € 27.106,50

vermeerderd met 1,2% van het bedrag waarmee de bouwkosten

€ 1.000.000 te boven gaan, met een maximum van € 200.000

2.3.1.1.7 het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel 2.3.1.1. wordt verminderd met 30% wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1. lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.

Welstandstoets

2.3.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief,

indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

2.3.1.2.1 Indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen € 45,00

2.3.1.2.2 Indien de bouwkosten € 4.000 tot € 25.000 bedragen € 45,00

2.3.1.2.3 Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 120.000 bedragen € 135,00

vermeerderd met 1,8 ‰ van de bouwkosten

2.3.1.2.4 Indien de bouwkosten € 120.000 tot € 230.000 bedragen € 325,00

vermeerderd met 1,8 ‰ van de bouwkosten

2.3.1.2.5 Indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen € 625,00

vermeerderd met 1,8 ‰ van de bouwkosten

2.3.1.2.6 Indien de bouwkosten € 455.000 of meer bedragen € 2.250,00

2.3.1.2.7 De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: € 626,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 110%van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Aanlegactiviteiten

2.3.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft

op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de

Wabo, bedraagt het tarief: € 214,50

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.3 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op

een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en

tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt

toegepast (binnenplanse afwijking): € 262,50

2.3.3.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt

toegepast (buitenplanse kleine afwijking): € 262,50

2.3.3.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt

toegepast (buitenplanse afwijking): € 2.101,50

2.3.3.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast

(tijdelijke afwijking): € 420,00

2.3.3.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van exploitatieplan): € 210,00

2.3.3.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de

Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 210,00

2.3.3.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): € 210,00

2.3.3.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van voorbereidingsbesluit): € 210,00

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft

op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,

en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,

eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt

toegepast (binnenplanse afwijking): € 262,50

2.3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt

toegepast (buitenplanse kleine afwijking): € 262,50

2.3.4.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt

toegepast (buitenplanse afwijking): € 2.101,50

2.3.4.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast

(tijdelijke afwijking) € 420,00

2.3.4.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van exploitatieplan): € 210,00

2.3.4.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de

activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 210,00

2.3.4.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de

activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): € 210,00

2.3.4.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van voorbereidingsbesluit): € 210,00

2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 788,00

2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumenten-verordening 1997 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen

van een monument: € 262,50

2.3.6.1.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een

monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 262,50

2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op

het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1 in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: € 144,50

2.3.8 Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 210,00

2.3.9 Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 210,00

2.3.10 Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in

een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 26,00

2.3.11 Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1 indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,

bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: € 210,00

2.3.11.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde

of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: € 210,00

2.3.12 Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft

op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: € 210,00

2.3.12.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft

op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: € 210,00

2.3.13 Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief € 210,00

2.3.14 Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen

categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving,

als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 52,902.3.14.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft € 53,50

2.3.14.2.2 als het een provinciale of waterschapsverordening betreft € 53,50

2.3.15 Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking

met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking

met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16 Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport € 138,00

2.3.16.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport € 138,00

2.3.17 Advies

2.3.17.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit

hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt

een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit

hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen

moet afgeven: € 268,50

2.3.18.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen

bedenkingen moet afgeven: € 268,50

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.1.1 bij 5 tot 10 activiteiten: 2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.2 bij 10 tot 15 activiteiten: 3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.3 bij 15 of meer activiteiten: 5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteitenAls een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt: 50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit vechuldigde leges;

2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteitenAls de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen

2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt: 25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke

2.5.4 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18

wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: € 107,00

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening € 2.101,50

2.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 2.101,50

Hoofdstuk 8 Sloopmelding (vervallen per 1-1-2013)

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: € 85,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank-

en Horecawet € 268,50

3.1.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet € 80,50

3.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank-

en Horecawet € 35,50

3.1.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in

artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening € 268,50

3.1.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen in de omschrijving van de gegevens in exploitatievergunning

horecabedrijf € 80,50

3.1.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing sluitingsuur horeca als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening € 80,50

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1 Een kermis, circus of een andere meerdaags evenement € 210,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het verkrijgen van om een exploitatievergunning sexinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening € 375,50

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

3.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligings-verordening € 78,50

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere

beschikking € 51,50

Hoofdstuk 6 Kinderopvang

3.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau of peuterspeelzaal € 2.329,00

3.6.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang € 490,00

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerkvan 11 december 2014.

De griffier,

De voorzitter,

mr. J.G. van Straalen

mw. A. Attema