Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening Afvalstoffenheffing

Geldend van 24-12-2009 t/m 31-12-2016

Intitulé

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009, nummer 275;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer (Stb.1994,80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a)

      degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b)

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van het Besluit tarieven gemeentelijke heffingen en invordering.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel met toepassing van de in Hoofdstuk 2 van het Besluit tarieven gemeentelijke heffingen en invordering opgenomen tarieven hoger wordt als gevolg van wijziging in het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel, is de belasting respectievelijk de hogere belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel met toepassing van de in Hoofdstuk 2 van het Besluit tarieven gemeentelijke heffingen en invordering opgenomen tarieven lager wordt als gevolg van wijziging in het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar met een gelijk aantal personen een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Ten aanzien van de termijnen van betaling geldt de regeling in hoofdstuk 11 van het Besluit tarieven gemeentelijk heffingen en invordering.

Artikel 8 Verlenen kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, als bedoeld in artikel 2 juncto artikel artikel 2.3 van het Besluit tarieven gemeentelijke heffingen en invordering, wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 2. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor het bedrag zoals opgenomen in hoofdstuk 10 van het Besluit tarieven gemeentelijke heffingen.

  • 3. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2009” van 18 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
JvH/257