Beleidsregels activeringspremie

Geldend van 13-04-2007 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Beleidsregels activeringspremie

Beleidsregels Activeringspremie

De Wet Werk en Bijstand biedt volgens artikel 31 lid 2 onder j, de mogelijkheid om activeringspremies te verstrekken aan uitkeringsgerechtigden, voor zover die premie bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Met de premie kan de uitkeringsgerechtigde utgaven bekostigen, die te maken hebben met werkaanvaarding of activiteiten die daartoe leiden.

In de “Reïntegratieverordening WWB gemeente Ridderkerk 2007” wordt in artikel 16 de mogelijkheid geboden om activeringspremies te verstrekken. Het college bepaalt in beleidsregels de omstandigheden waaronder een premie kan worden verstrekt en de hoogte van de premie.

In deze notitie worden de beleidsregels uitgewerkt.

Paragraaf 1

Deze beleidsregels verstaan onder:

WWB: de Wet werk en bijstand (Staatsblad 2003, nummer 375);

Invoeringswet: de Invoeringswet wet werk en bijstand;

Abw: de Algemene bijstandswet;

Wiw: de Wet inschakeling werkzoekenden, zoals deze tot 1 januari 2004 van kracht was;

Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;

Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen;

uitkeringsgerechtigde: degene die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet, de Ioaw of de Ioaz;

dienstbetrekking: een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de in artikel 14, lid 1 van de Invoeringswet genoemde dienstbetrekkingen of arbeidsovereenkomst;

gesubsidieerde arbeid: de in artikel 14, lid 1 van de Invoeringswet genoemde dienstbetrekkingen of arbeidsovereenkomst;

premie: een voorziening zoals bedoeld in artikel 7 en 8 van de wet

Paragraaf 2. Uitstroompremie

De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking verricht ten gevolge waarvan hij volledig in de kosten van bestaan kan voorzien en die onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding ten minste een jaar ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de WWB, de Abw, het Bbz, de Ioaw of de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van € 2066,00.

De premie wordt slechts verstrekt indien de arbeid wordt verricht gedurende een ononderbroken periode van minimaal 6 maanden.

Toelichting

De premie wordt toegekend aan personen die langer dan 1 jaar een uitkering hebben ontvangen. Achtergrond hiervan is dat de kansen om tot de arbeidsmarkt toe te treden afnemen naarmate iemand langer werkloos is en daarmee de inspanningen om weer aan het werk te komen toenemen. De activeringspremie moet gezien worden als een stimulans om deze inspanningen te leveren.

De premie wordt verstrekt indien iemand langer dan 6 maanden ononderbroken werkt omdat na 6 maanden gesproken kan worden van een perspectief op duurzame uitstroom.

Paragraaf 3. Premie deeltijdarbeid

De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking verricht waarmee niet volledig in de kosten van het bestaan kan worden voorzien en onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding ten minste zes maanden ononderbroken een uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de WWB, de Abw, de Ioaw en de Ioaz, ontvangt éénmalig een premie ter hoogte van 25% van de in het betreffende kalenderjaar met die arbeid verkregen inkomsten, met een maximum van € 1.056,=.

De premie wordt slechts verstrekt indien de arbeid wordt verricht gedurende een ononderbroken periode van minimaal 6 maanden.

Toelichting

Bij de vaststelling van de maximale hoogte van de premie is aangesloten bij de maximale inkomstenvrijlating zoals bepaald in artikel 31 van de WWB.

Voor de periode van 6 maanden is gekozen om enerzijds de duurzaamheid van de arbeidsinschakeling te stimuleren en anderzijds uitkeringsgerechtigden te stimuleren naar volledige arbeidsinschakeling te blijven streven.

Paragraaf 4. Premie deeltijdarbeid oudere uitkeringsgerechtigden

De uitkeringsgerechtigde van 45 jaar en ouder, die arbeid in dienstbetrekking verricht waarmee niet volledig in de kosten van het bestaan kan worden voorzien en ten minste vijf jaar ononderbroken een uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de WWB, de Abw, de Ioaw en de Ioaz, ontvangt jaarlijks een premie ter hoogte van 25% van de in het betreffende kalenderjaar met die arbeid verkregen inkomsten, met een maximum van € 1.056,=.

De premie wordt slechts verstrekt indien de arbeid ononderbroken wordt verricht.

Toelichting

Naar mate mensen ouder worden en langdurig op een uitkering zijn aangewezen neemt de kans op volledige en duurzame uitstroom af. Gestimuleerd moet worden dat ook deze groep uitkeringsgerechtigden zoveel mogelijk in haar eigen levensonderhoud voorziet. Ook uit sociaal oogpunt is het wenselijk dat deze groep zoveel mogelijk actief is.

Om deze redenen is er voor gekozen om uitkeringsgerechtigden van 45 jaar en ouder, die langer dan 5 jaar een uitkering ontvangen, jaarlijks voor de activeringspremie in aanmerking te laten komen.

Paragraaf 5. Aanvraag en uitbetaling

De activeringspremie kan vanaf 1 januari 2007 worden aangevraagd.

De rechthebbende moet de activeringspremie zelf aanvragen. Bij de aanvraag dient de aanvrager een arbeidsovereenkomst en een loonspecificatie te overleggen

De aanvraag dient gedaan te worden binnen 2 maanden na de datum waarop het recht op de premie ontstaat.

De premie wordt in één keer uitgekeerd.

Er bestaat geen recht op een premie indien met betrekking tot de aanvaarde arbeid ten aanzien van de ontvangen inkomsten dan wel de werkaanvaarding niet is voldaan aan de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 17 van de WWB of als bedoeld in artikel 13 van de Ioaw of de Ioaz.

Toelichting

De gemeente Ridderkerk stelt dat mensen zoveel mogelijk zelf initiatief moeten nemen. Vanuit die gedachte is het initiatief voor het aanvragen van de premie bij de klant gelegd.

De persoon die meent in aanmerking te komen voor de activeringspremie, moet dat met een arbeidsovereenkomst aantonen. Aan de hand van de loonspecificatie kan de hoogte van de inkomsten vatgesteld en daarmee de hoogte van de premie.

De WWB bepaalt dat de premie in één keer moet worden uitbetaald,

Klanten die niet aan de informatieplicht ten aanzien van inkomsten en werkaanvaarding met betrekking tot de arbeid waarvoor de premie wordt aangevraagd, hebben voldaan, kunnen niet in aanmerking komen voor de premie.

NB hieronder staan de aanvullende regels die door het MT zijn vastgesteld naar aanleiding van vragen vanuit de uitvoering. De regels zullen bij het vaststellen van de nieuwe richtlijnen door het college worden bekrachtigd.

  • 1.

    op 12 maart 2007 heeft het MT besloten dat de peildatum voor de start van de 6 maanden periode 1 januari 2007 is. Aanvragen waarbij na 6 maanden recht ontstaat worden dus vanaf 1 juli 2007 in behandeling genomen.

  • 2.

    De aanvraag moet binnen 2 maanden ingediend worden. Hiervoor wordt enige coulance betracht. Het doel van het artikel is te voorkomen dat cliënten na jaren nog een aanvraag indienen. In de nieuwsbrief van maart 2007 is bekendheid gegeven aan de regeling. In de beëindigingbeschikking wordt de aanvraag voor de uitstroompremie vermeld. Het is niet uit te sluiten dat cliënten niet op de hoogte zijn. Een termijn van 2 tot 6 maanden is redelijk te noemen.

  • 3.

    Voor het bepalen van het inkomen is wat op de loonstrook staat het uitgangspunt. Voor de berekening kan aangesloten worden bij de systematiek die bij de oude inkomstenvrijlating werd gebruikt. De intentie van de regeling was immers de oude inkomstenvrijlating voort te zetten, maar dan uit het werkdeel betaald in plaats van uit het inkomensdeel. De berekening wordt dan gemaakt aan de hand van het netto inkomen exclusief vakantiegeld, zoals vermeld op de loonstrook. Eventuele inkomenskortingen worden niet meegenomen, aangezien die in de oude systematiek ook pas na de toepassing van de vrijlating werden meegenomen.

  • 4.

    Met ononderbroken wordt bedoeld dat betrokkene maandelijks inkomsten heeft. Er mag een onderbreking inzitten. Als iemand via een uitzendbureau werkt en de ene maand wel en de andere maand geen inkomsten heeft, dan bestaat er geen recht. Als betrokkene tussentijds in detentie heeft gezeten, bestaat er geen recht.

  • 5.

    De betaling van de uitstroompremie vindt plaats direct nadat het recht is vastgesteld. De betaling vindt in één keer plaats.

  • 6.

    De hoogte van de premie wordt bij de deeltijdpremie bepaald aan de hand van de inkomsten in het kalenderjaar genoten, nadat er minimaal 6 maanden is gewerkt. De vastgestelde regels laten de mogelijkheid open dat inkomsten over een heel kalenderjaar bij de bepaling van de uiteindelijke hoogte van de premie worden betrokken. Besloten is dat de peildatum is de datum van de start van de inkomsten.

BV Iemand heeft een uitkering vanaf 1 maart 2007. Vanaf 1 september 2007 kunnen zijn werkzaamheden aanleiding zijn voor een premie. Hij moet 6 maanden gewerkt hebben, dus vanaf 1 maart 2008 kan hij een aanvraag indienen. De inkomsten in de periode 1 september 2007 tot 1 september 2008 worden in aanmerking genomen. Mocht betrokkene op 1 maart 2008 zoveel inkomsten gehad hebben, dat de maximale premie is bereikt, dan kan de premie direct worden uitbetaald. Mocht betrokkene op 1 maart 2008 nog geen recht op de maximumpremie hebben, dan wordt in september 2008 een onderzoek gepland zodat de ondersteunend medewerker het uiteindelijke bedrag kan vaststellen en uitbetalen.

  • 7.

    De hoogte van de premie wordt bij de deeltijdpremie 45+ jaarlijks vastgesteld op basis van de inkomsten uit het kalenderjaar. Begin december moet aan alle betrokken cliënten een aanvraagformulier worden gestuurd, waarna wordt bepaald of er recht bestaat (dit moet verplicht jaarlijks) en hoe hoog de premie is over de genoten inkomsten van het afgelopen jaar. Alleen bij de eerste aanvraag wordt de aanvraag gedurende het kalenderjaar in behandeling genomen, omdat het moment van 5 jaar uitkering midden in een jaar kan vallen. De inkomsten worden in het eerst jaar gerekend vanaf datum recht (5 jaar uitkering) en in de vervolgjaren over een heel kalenderjaar. Als betrokkene eerder dan het einde van het jaar zijn maximum premie bereikt kan de premie eerder worden uitbetaald. De cliënt moet dit zelf bijhouden en een aanvraag indienen.

  • 8.

    De betaling van de deeltijdpremie vindt in één keer plaats. Het is niet mogelijk de betaling maandelijks te laten plaatsvinden, omdat dan de premie gebruteerd zou moeten worden, met alle gevolgen van dien.