Regeling vervallen per 13-08-2014

Verordening op de raadsvoorbereiding 2006

Geldend van 13-10-2006 t/m 12-08-2014

Intitulé

Verordening op de raadsvoorbereiding 2006

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het Presidium, nummer 33;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de raadsvoorbereiding 2006

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      vertegenwoordiger: degene die een fractie in de vergadering vertegenwoordigt en als zodanig wordt geacht te zijn benoemd tot lid;

    • b.

      vergadering: de vergadering van de voorbereidende vergadering;

    • c.

      burgerraadslid: hij die bij de laatste verkiezingen van de raad geplaatst is op de kandidatenlijst van een fractie en door de fractievoorzitter is aangemeld als burgerraadslid; het presidium kan het aantal limiteren;

    • d.

      voorzitter: voorzitter van een voorbereidende vergadering of diens vervanger;

    • e.

      griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

    • f.

      presidium: het presidium zoals genoemd in het Reglement van Orde van de raad.

  • 2. Daar waar in de tekst sprake is van de mannelijke vorm kan ook de vrouwelijke vorm worden gelezen.

Hoofdstuk 2 Raadsvoorbereiding

Artikel 2 Raadsvoorbereidende vergadering

  • 1. De raad bereidt zijn werkzaamheden voor in voorbereidende vergaderingen.

  • 2. De raad bepaalt het aantal voorbereidende vergaderingen en de dagen en tijdstippen waarop deze worden gehouden.

  • 3. Een voorbereidende vergadering komt voorts bijeen indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De vergaderingen zijn commissies in de zin van artikel 82 Gemeentewet.

  • 5. Elke vergadering heeft zoveel mogelijk haar eigen onderwerpen waarover wordt overlegd en geadviseerd.

  • 6. Bezwaarschriften worden niet eerst in een vergadering behandeld, maar direct in de gemeenteraad.

Artikel 3 Taken voorbereidende vergadering

Een voorbereidende vergadering heeft de volgende taken:

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp;

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • -

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Per te behandelen agendapunt laat een fractie zich vertegenwoordigen door maximaal twee vertegenwoordigers.

  • 2. De raadsfracties kunnen zich laten vertegenwoordigen door raadsleden en/of burgerraadsleden.

  • 3. De artikelen 10, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van toepassing op allen die een fractie vertegenwoordigen in een voorbereidende vergadering.

  • 4. Zij die geen raadslid zijn, ontvangen geen vergoeding.

    Artikel 5 Voorzitter

    • 1.

      De (plv.)voorzitter van een vergadering wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

    • 2.

      De (plv.)voorzitter is in deze functie geen vertegenwoordiger van een fractie.

    • 3.

      De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

    • 4.

      De (plv.) voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat in op het moment dat er een opvolger is benoemd.

    Artikel 6 Ondersteuning

    • 1.

      De ondersteuning voor de vergadering geschiedt door de griffie.

    • 2.

      De griffier heeft het recht, ter ondersteuning en advisering van de voorzitter en de vergadering, het woord te voeren.

    Hoofdstuk 3 Aanwezigheid en deelname beraadslagingen

    Artikel 7 Aanwezigheid en deelname beraadslaging

    • 1.

      Namens de voorzitter kan de griffier de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

    • 2.

      Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter via de griffier.

    • 3.

      De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

    • 4.

      De vergadering kan bepalen dat anderen aanwezig mogen zijn en mogen deelnemen aan de beraadslaging.

    Hoofdstuk 4 Vergaderingen

    Paragraaf 1 Voorbereidingen

    Artikel 8 Oproep

    De voorzitter zendt ten minste 10 dagen vóór een vergadering de vertegenwoordigers een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verzonden.

    Een aanvullende agenda met de daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk vóór aanvang van de vergadering verstuurd.

    Artikel 9 De agenda

    • 1.

      Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast. Van de voorstellen aan de raad, die naar zijn mening geen behandeling behoeven in de commissie, doet hij mededeling aan de vergadering.

    • 2.

      In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

    • 3.

      Bij aanvang van de vergadering stelt de vergadering de agenda vast. Op voorstel van een vertegenwoordiger van een fractie of de voorzitter kan de voorbereidende vergadering bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

    • 4.

      Wanneer de vergadering een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De vergadering bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

    Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken

    • 1.

      Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de vertegenwoordigers en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

    • 2.

      Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

    • 3.

      Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent hij een vertegenwoordiger inzage.

    Artikel 11 Openbare kennisgeving

    • 1.

      De vergadering wordt door aankondiging in het Gemeentejournaal en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

    • 2.

      De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 13.

    Paragraaf 2 Orde der vergadering

    Artikel 12 Quorum

    Voor het laten doorgaan van een vergadering geldt geen quorum.

    Artikel 13 Spreekrecht burgers in voorbereidende vergaderingen

    • 1.

      Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over onderwerpen die de vergadering aangaan.

    • 2.

      Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opgestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • 3.

      Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste vóór 10.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

    • 4.

      De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

    • 5.

      Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

    • 6.

      De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. Spreker richt zich tot de voorzitter. De voorzitter geeft vertegenwoordigers gelegenheid korte verhelderende vragen te stellen aan inspreker. De voorzitter of een vertegenwoordiger doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

    Artikel 14 Verslag

    • 1.

      Van de vergadering wordt een kort verslag gemaakt.

    • 2.

      De vertegenwoordigers, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders , hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het ontwerp-verslag te doen, indien deze onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Het voorstel dient te worden ingediend bij de griffier.

    • 3.

      Het vastgestelde verslag wordt door de griffier en de voorzitter ondertekend.

    Artikel 15 Volgorde sprekers

    De voorzitter verleent het woord nadat het woord aan hem is gevraagd.

    Artikel 16 Spreektermijnen en -tijden

    1.De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in één termijn, tenzij de vergadering anders beslist.

    2.De vergadering kan bepalen dat er spreektijden worden vastgesteld.

    Artikel 17 Voorstellen van orde

    • 1.

      De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde over de vergadering doen, dat kort kan worden toegelicht.

    • 2.

      Over een voorstel van orde beslist de vergadering terstond.

    Artikel 18 Handhaving orde; schorsing

    • 1.

      Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een vertegenwoordiger hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

    • 2.

      Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

    • 3.

      De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

    • 4.

      De voorzitter kan een vergadering voorstellen aan een vertegenwoordiger die door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat de vertegenwoordiger de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan de vertegenwoordiger bovendien voor ten hoogste drie vergaderingen de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

    Artikel 19 Advies

    • 1.

      Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de vergadering anders beslist.

    • 2.

      Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de vergadering of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

    • 3.

      De vertegenwoordigers beslissen op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

    • 4.

      In het advies worden de standpunten van de vertegenwoordigers opgenomen.

    Hoofdstuk 5 Lidmaatschap van andere organisaties

    Artikel 20 Verslag; verantwoording

    • 1.

      Een lid van de raad, een wethouder of de burgemeester die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.

    • 2.

      Wanneer vertegenwoordiger of de voorzitter een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen of van hem inlichtingen wil ontvangen over ontwikkelingen bij het openbaar lichaam, wordt deze persoon door de voorzitter uitgenodigd voor de vergadering.

    • 3.

      Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd en op de rechtspersonen waarvan de gemeente aandeelhouder is en vertegenwoordigd wordt door de burgemeester of door een door hem gemandateerde.

    Hoofdstuk 6 Besloten vergadering

    Artikel 21 Algemeen

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

    Artikel 22 Verslag

    • 1.

      Het concept-verslag van een besloten vergadering wordt onder geheimhouding rondgedeeld onder de vertegenwoordigers en burgemeester en wethouders.

    • 2.

      Het concept-verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de vergadering een beslissing over het al dan niet openbaar maken van het verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de griffier en de voorzitter ondertekend.

    Artikel 23 Geheimhouding

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de vergadering overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De vergadering kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

    Artikel 24 Opheffing geheimhouding

    Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de vergadering die geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met de vergadering overleg gevoerd.

    Hoofdstuk 7: Toehoorders en pers

    Artikel 25 Toehoorders en pers

    • 1.

      Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

    • 2.

      De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

    Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

    Artikel 27 Verbod gebruik mobiele telefoons

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

    Hoofdstuk 8: Slotbepalingen

    Artikel 28 Uitleg verordening

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

    Artikel 29 Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking één dag na bekendmaking.

    • 2.

      Op dat tijdstip vervalt de Verordening vaste raadscommissies van advies 1998 vastgesteld bij raadsbesluit van 14 april 1998, Gemeentestukken 1998-12, en de eerste wijziging daarvan, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 1998, Gemeentestukken: 1998 -123.

    Ridderkerk, 5 oktober 2006

    De raad voornoemd,

    de griffier, de voorzitter,

    j.v.straalen/780