Verordening naamgeving en nummering adressen Ridderkerk 2019

Geldend van 17-04-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening naamgeving en nummering adressen Ridderkerk 2019

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1. In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder:

    • -

      adres;

    • -

      ligplaats;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      pand;

    • -

      standplaats;

    • -

      verblijfsobject;

    • -

      woonplaats

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

  • 2. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

    • -

      afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is;

    • -

      nummeraanduiding: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie en adressen en gebouwen, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie, en ook betrekking kan hebben op een afgebakend terrein;

    • -

      rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

Hoofdstuk II

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kunnen deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

  • 2. Burgemeester en wethouders kennen per woonplaats namen toe en delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt tevens verstaan het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3. Nummering objecten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de lig- en standplaatsen vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kennen binnen het grondgebied van de gemeente nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4. De toekenning of afbakening, bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, niet zijnde verblijfsobjecten, of op afgebakende terreinen worden toegepast.

  • 5. Onder vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding

  • 1. De door burgemeester en wethouders aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. De door burgemeester en wethouders aan een object toegekende nummers, bedoeld in artikel 3, tweede en vierde lid, worden daaraan op doeltreffende wijze aangebracht.

  • 3. Het is eenieder die daartoe niet bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject, lig- of standplaats of afgebakend terrein toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

  • 1. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat de door hen toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een naamaanduiding, waarop de vervallen naam is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de naamaanduiding met de nieuwe naam te handhaven, laat de rechthebbende dit toe.

  • 3. De rechthebbende draagt ervoor zorg dat de in het eerste en tweede lid bedoeld aanduidingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Hoofstuk III Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 6. Aanbrengplicht nummeraanduiding

  • 1. Tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig het krachtens artikel 7 bepaalde.

  • 2. De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders zijn aangebracht.

  • 3. Als een verblijfsobject, lig- of standplaats of afgebakend terrein nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen vier weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven, laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Hoofdstuk IV Nadere regels

Artikel 7 Nadere regels

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen en afgebakende terreinen’;

    • d.

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen;

  • 2. De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

Hoofdstuk V Strafbepalingen

Artikel 8. Handhaving

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, eerste tot en met vierde lid, wordt bestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de in de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren.

Hoofdstuk VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9. Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 10. Overgangsbepaling

  • 1. Namen en nummers die op grond van de in artikel 9 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 11. Inwerkingtreding, citeertitel, intrekking verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening naamgeving en nummering (adressen) Ridderkerk 2019.

  • 3. De Verordening op de straatnamen en de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen, inwerking getreden op 24 december 1993 wordt ingetrokken

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 21 maart 2019;

De griffier,

mr. J. G. van Straalen

de voorzitter,

mw. A. Attema