Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020

Geldend van 19-03-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ridderkerk;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nummer 127262;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 96 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluiten de volgende verordening vast te stellen:

Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Commissie bezwaarschriften

  • 1. Er is een ‘Commissie bezwaarschriften’, die belast is met de advisering over de beslissingen op bezwaar gemaakt tegen besluiten van de raad, het college of de burgemeester.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in eerste lid, wordt de commissie niet betrokken bij de voorbereiding van een beslissing op bezwaar in de gevallen als bedoeld in artikel 7:3 onder a van de wet.

  • 3. Het college kan in aanvulling op het bepaalde in het tweede lid categorieën bezwaarzaken aanwijzen, waar de commissie niet bij wordt betrokken. Het college maakt van deze bevoegdheid geen gebruik voor zover bij een categorie bezwaarzaken derdebelanghebbenden zijn betrokken.

  • 4. Bij de aanwijzing als bedoeld in het derde lid geeft het college aan op welke wijze wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 7:2 van de wet.

  • 5. In afwijking van het tweede en derde lid blijft de commissie betrokken bij de voorbereiding van een beslissing op bezwaar als zij daarbij reeds is betrokken.

  • 6. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten die betrekking hebben op de rechtspositie van personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Ridderkerk.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit zoveel leden als nodig is voor een goede taakuitoefening.

  • 2. De leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een voorzitter en zoveel plaatsvervangende voorzitters als nodig is voor een goede taakuitoefening. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters zijn lid van de commissie.

  • 4. Personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Ridderkerk of de BAR-organisatie kunnen niet benoemd worden tot lid van de commissie.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. Commissieleden treden af op de dag van het aftreden van de raad. Zij kunnen terstond eenmalig worden herbenoemd voor de termijn van de dan zittende raad.

  • 2. Aftredende commissieleden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 3. Commissieleden kunnen op elk moment ontslag nemen.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1. Secretaris van de commissie zijn zij die fungeren als juridisch adviseur bij een of enkele door het college aan te wijzen organisatieonderdeel of organisatieonderdelen van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie. De secretarissen vormen gezamenlijk het secretariaat van de commissie.

  • 2. Het secretariaat is verantwoordelijk voor:

    • a.

      het vanuit juridische expertise ondersteunen van de commissie, waaronder het inhoudelijk voorbereiden van de hoorzitting, de verslaglegging van de hoorzitting en het opstellen van conceptadviezen;

    • b.

      het systematisch bijhouden van de procesgang van stukken die bij de commissie voor behandeling zijn binnengekomen;

    • c.

      het actief voeren van regie op de bezwaarprocedure.

  • 3. Secretarissen zijn voor hun secretariaatswerkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 6 Functioneren commissie

  • 1. De voorzitter vertegenwoordigt de commissie en bewaakt de kwaliteit van haar functioneren.

  • 2. Besluiten van de commissie worden ondertekend door een secretaris en de voorzitter.

Artikel 6a Jaarverslag

De commissie en het secretariaat brengen gezamenlijk jaarlijks een verslag uit over hun werkzaamheden aan de raad, het college en de burgemeester.

Artikel 7 Vergoeding voorzitter en leden

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een door het college vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op een percentage van de in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers gegeven vergoedingen, met een minimum van 100 %, en een maximum van 250 % voor het lid dat als voorzitter van die vergadering optreedt en 200 % voor de overige leden.

  • 2. De voorzitter van de commissie als bedoeld in artikel 3, derde lid, ontvangt een door het college vast te stellen vaste vergoeding per maand. De hoogte van de vaste vergoeding per maand wordt vastgesteld op een percentage van de in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers gegeven vergoedingen voor het bijwonen van een vergadering, met een maximum van 50 %.

HOOFDSTUK II Bezwaarprocedure

Artikel 8 Elektronisch indienen bezwaarschrift

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat bezwaarschriften gericht aan alle bestuursorganen van de gemeente elektronisch kunnen worden ingediend.

  • 2. Aan de elektronische indiening van bezwaarschriften kunnen door het college nadere eisen worden gesteld.

  • 3. Het college vraagt in geval van elektronische indiening ten aanzien van bezwaarschriften gericht tot alle bestuursorganen en, gelet op het bepaalde in art. 6:5, lid 1, aanhef en onder a, van de Awb, ter identificatie van de indiener van het bezwaarschrift, een bij of krachtens wettelijk voorschrift voorgeschreven middel van elektronische identificatie van de indiener van het bezwaarschrift. In het geval van ondernemingen kan het college de opgave van het KvK-nummer eisen.

Artikel 9 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1. Een bezwaarschrift wordt na ontvangst onmiddellijk naar het secretariaat gezonden.

  • 2. Zo spoedig mogelijk bevestigt de secretaris, namens het betreffende bestuursorgaan, de ontvangst van het bezwaarschrift.

Artikel 10 Behandelende commissieleden

  • 1. De secretaris wijst een ingekomen bezwaarschrift toe aan drie leden. Deze leden treden voor de behandeling van het bezwaar op als commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet.

  • 2. De secretaris wijst uit een van de leden als bedoeld in het eerste lid een voorzitter aan, die voor de behandeling van het bezwaar optreedt als voorzitter.

  • 3. Leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Bevoegdheden secretaris

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris:

    • a.

      6:6, voor wat betreft het geven van de gelegenheid het verzuim te herstellen en het stellen van een termijn als bedoeld in dat artikel;

    • b.

      6:10, tweede lid;

    • c.

      6:15;

    • d.

      7:10, derde, vierde en vijfde lid.

  • 2. In bezwaarzaken waarbij de commissie niet wordt betrokken, worden de bevoegdheden die op grond van dit hoofdstuk of artikel 7:13 van de wet worden uitgeoefend door de commissie of de voorzitter, voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris.

Artikel 12 Onderzoek

  • 1. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie onderzoek doen of laten doen en deskundigen uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist. De uit het onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 2. Indien het onderzoek plaatsvindt na de hoorzitting, kunnen het verwerend orgaan en belanghebbenden binnen een week na verzending van het afschrift aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De secretaris is bevoegd alle inlichtingen in te winnen bij het verwerend orgaan.

Artikel 13 Hoorzitting

  • 1. De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 en artikel 7:6, tweede en vierde lid, van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting uit.

  • 5. In bijzondere omstandigheden kan van de termijn als bedoeld in het vierde lid worden afgeweken.

  • 6. Het horen vindt plaats door tenminste twee leden, van wie één voorzitter is.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. Hoorzittingen zijn in beginsel openbaar.

  • 2. Hoorzittingen over bezwaarschriften op het terrein van sociale aangelegenheden vinden achter gesloten deuren plaats.

  • 3. Hoorzittingen over andere bezwaarschriften vinden achter gesloten deuren plaats, indien naar het oordeel van de commissie gewichtige redenen zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten.

Artikel 15 Verslag

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:13, zesde lid, van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder tijdens de hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Indien belanghebbenden of hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

Artikel 16 Advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. Over het uit te brengen advies wordt bij meerderheid van stemmen beslist. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel over de te nemen beslissing op het bezwaar.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de secretaris en de voorzitter.

  • 5. Het advies wordt, onder medezending van door de commissie tijdens de hoorzitting ontvangen informatie, via het secretariaat van de commissie tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar dient te beslissen.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 18 Omhangbepalingen

  • 1. Het besluit Nadere eisen elektronische indiening bezwaarschrift berust op artikel 8, tweede lid, van deze verordening.

  • 2. De Regeling ambtelijk horen Ridderkerk 2020 berust op artikel 2, derde en vierde lid, van deze verordening.

  • 3. Besluiten tot aanwijzing van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en leden van de Commissie bezwaarschriften berusten op artikel 3, tweede en derde lid, van deze verordening.

  • 4. Het besluit van 30 oktober 2018 tot vaststelling van de hoogte van de vergoedingen van de voorzitter en de leden van de Commissie bezwaarschriften berust op artikel 7 van deze verordening.

  • 5. Verwijzingen in het in het vorige lid bedoelde besluit naar Tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, gelden als verwijzing naar artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Ridderkerk in zijn openbare vergadering van 13 februari 2020,

de griffier,

mr. J.G. van Straalen

de voorzitter,

mw. A. Attema

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk op 14 januari 2020,

de secretaris,

H. Klaucke

de burgemeester,

mw. A. Attema

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Ridderkerk op 14 januari 2020,

de burgemeester,

mw. A. Attema