Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent de noodprocedure voor het behandelen van bezwaarschriften (Regeling noodprocedure behandeling bezwaarschriften Ridderkerk)

Geldend van 27-05-2021 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent de noodprocedure voor het behandelen van bezwaarschriften (Regeling noodprocedure behandeling bezwaarschriften Ridderkerk)

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Ridderkerk;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende dat het wenselijk is bijzondere bepalingen vast te stellen voor de behandeling van bezwaarschriften in verband met de gevolgen van het coronavirus voor de reguliere behandeling van bezwaarschriften;

gelet op artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Regeling noodprocedure behandeling bezwaarschriften Ridderkerk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    commissie: de drie behandelende commissieleden als bedoeld in artikel 4 van deze regeling;

  • -

    Commissie bezwaarschriften: Commissie bezwaarschriften als bedoeld in de Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020;

  • -

    secretaris: een secretaris als bedoeld in de Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020;

  • -

    secretaris tevens teamleider: de secretaris van de Commissie bezwaarschriften die tevens teamleider is van het team Rechtsbescherming van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;

  • -

    verordening: Verordening bezwaarschriften Ridderkerk 2020;

  • -

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • -

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Deze regeling is van toepassing op bezwaarschriften die niet vallen onder het bereik van artikel 2, tweede of derde lid, van de verordening en voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

    • a.

      op 16 maart 2020 niet zijn behandeld door de Commissie bezwaarschriften op een hoorzitting als bedoeld in artikel 13 van de verordening en op 6 juli 2020 niet zijn ingepland of behandeld op een hoorzitting van de commissie als bedoeld in artikel 4 van deze regeling;

    • b.

      op 26 oktober 2020 niet zijn behandeld door de Commissie bezwaarschriften op een hoorzitting als bedoeld in artikel 13 van de verordening en op 10 mei 2021 niet zijn ingepland of behandeld op een hoorzitting van de commissie als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

  • 2. Artikelen 10 tot en met 16 van de verordening zijn niet van toepassing op de in het vorige lid bedoelde bezwaarschriften.

  • 3. De secretaris tevens teamleider kan besluiten dat de hierna volgende artikelen niet van toepassing zijn op een bezwaarschrift. In dat geval zijn in afwijking van het tweede lid artikelen 10 tot en met 16 van de verordening van toepassing. Hij doet daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. Bij besluit van de burgemeester kunnen aan het eerste lid onderdelen toegevoegd worden die het toepassingsbereik van deze regeling wijzigen, volgens het volgende model:

    “op [datum] niet zijn behandeld door de Commissie bezwaarschriften op een hoorzitting als bedoeld in artikel 13 van de verordening [en op [datum] niet zijn ingepland of behandeld op een hoorzitting van de commissie als bedoeld in artikel 4 van deze regeling]”.

Artikel 3 Bijzondere commissie bezwaarschriften

  • 1. Er is een ‘Bijzondere commissie bezwaarschriften’, die belast is met de advisering over de beslissingen op bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college of de burgemeester.

  • 2. Lid van de Bijzondere commissie bezwaarschriften zijn de leden van de Commissie bezwaarschriften en de secretarissen.

Artikel 4 Behandelende commissieleden

  • 1. De secretaris tevens teamleider wijst een bezwaarschrift toe aan een commissie die bestaat uit drie leden van de Bijzondere commissie bezwaarschriften.

  • 2. Van de leden van de commissie is één lid tevens secretaris van de Commissie bezwaarschriften en zijn twee leden tevens lid van de Commissie bezwaarschriften.

  • 3. Het lid dat tevens secretaris van de Commissie bezwaarschriften is, is voorzitter van de commissie.

  • 4. Leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 5 Bevoegdheden voorzitter

De in artikel 9, tweede lid, en artikel 11, eerste lid, van de verordening genoemde bevoegdheden worden uitgeoefend door de voorzitter.

Artikel 6 Onderzoek

  • 1. De commissie kan onderzoek doen of laten doen en deskundigen uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist. De uit het onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 2. Indien het onderzoek plaatsvindt na de hoorzitting, kunnen het verwerend orgaan en belanghebbenden binnen een week na verzending van het afschrift aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De voorzitter is bevoegd alle inlichtingen in te winnen bij het verwerend orgaan.

Artikel 7 Hoorzitting

  • 1. Belanghebbenden en het verwerend orgaan worden in de gelegenheid gesteld gehoord te worden door de voorzitter op een door hem te bepalen plaats en tijdstip.

  • 2. Het horen vindt zo veel mogelijk telefonisch plaats.

  • 3. De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 4. De voorzitter beslist over de toepassing van artikelen 7:4, zesde lid, 7:5, tweede lid, en artikel 7:6, tweede en vierde lid, van de wet.

  • 5. Indien de commissie op grond van het derde lid besluit af te zien van het horen, doet zij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 6. Artikelen 14 en 15 van de verordening zijn zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. Over het uit te brengen advies wordt bij meerderheid van stemmen beslist. Indien de stemmen staken, beslist de stem van het lid dat tevens lid van de Commissie bezwaarschriften is. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel over de te nemen beslissing op het bezwaar.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter.

  • 5. Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

Artikel 9 Mandatering beslissing op bezwaar

Voor zover een mandaatbesluit van het college of de burgemeester spreekt van de Commissie bezwaarschriften, wordt daaronder mede begrepen: Bijzondere commissie bezwaarschriften.

Artikel 10 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 16 maart 2020.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling noodprocedure behandeling bezwaarschriften Ridderkerk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk op 24 maart 2020,

de secretaris,

H. Klaucke

de burgemeester,

mw. A. Attema

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Ridderkerk op 24 maart 2020,

de burgemeester,

mw. A. Attema