Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent het locatieplan ondergrondse containers

Geldend van 23-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent het locatieplan ondergrondse containers

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;

Gelet op:

  • -

    Het bepaalde in artikel 10.26 van de Wet milieubeheer dat gemeenten, in het belang van de doelmatigheid, huishoudelijke afvalstoffen mogen inzamelen nabij elk perceel;

  • -

    Het bepaalde in artikel 10. van de Afvalstoffenverordening Ridderkerk 2020 op grond waarvan het college kan aanwijzen met behulp van welk inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt;

  • -

    Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht waarin de uniforme openbare voorbereidingsprocedure is opgenomen, welke procedure van toepassing is op dit besluit;

  • -

    Het Beleidsplan afval en grondstoffen 2019 – 2023.

Overwegende dat:

  • -

    De Wet milieubeheer gemeenten de mogelijkheid biedt om in het belang van de doelmatigheid huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen nabij elk perceel;

  • -

    In Ridderkerk huishoudelijk afval wordt ingezameld d.m.v. van ondergrondse containers;

  • -

    De locaties zijn aangewezen met inachtneming van de richtlijnen locatiebepaling ondergrondse containers.

Besluit:

  • I.

    Vast te stellen het aanwijzingsbesluit locatieplan ondergrondse containers Ridderkerk. Het bij het aanwijzingsbesluit horende locatieplan is aan de linkerkant van deze pagina als pdf-bestand te downloaden.

  • II.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk van 19 januari 2021.

De secretaris,

dhr. H.W.J.Klaucke

De burgemeester,

mw. A. Attema

Beroepsclausule

Tegen de besluiten kan door degene wiens belang bij dit besluit rechtstreeks is betrokken beroep worden ingesteld. Dit beroep moet worden ingediend binnen zes weken na de bekendmaking van de besluiten. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA Den Haag).

Deze mogelijkheid staat open voor belanghebbenden die een zienswijze op het ontwerp-aanwijzingsbesluit hebben ingediend en belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest om tijdig een zienswijze kenbaar te maken.

Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed dat vereist.