Regeling vervallen per 31-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2015.

Geldend van 30-12-2014 t/m 30-01-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2015.

De raad van de gemeente Rijnwaarden;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2015.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

A maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

B schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

C etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

D vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden;

E lengte: de lengte over alles;

F helling: een plaats die naar gebruik is bestemd voor het tegen vergoeding te water laten van een vaartuig.

G vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

1 Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen, aan hem ter beschikking staande helling dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

1 door degenen die verblijf houden aan boord van:

  • a

    een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

  • b

    kano's, roei- en volgboten;

  • c

    motor- en, zeilboten met een lengte van ten hoogste vier meter;

  • d

    een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt;

2 waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.

3 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

4 door instellingen van maatschappelijke of culturele aard.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

1. Het aantal etmalen kan op een bij de aangifte gedaan verzoek forfaitair worden vastgesteld.

2. Bij de forfaitaire berekening voor vaartuigen met een vaste ligplaats wordt:

  • a

    het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:

    drie, bij een vaartuig met een lengte van ten hoogste acht meter;

    vier, bij een vaartuig met een lengte van meer dan acht, doch ten hoogste twaalf meter;

    vijf, bij een vaartuig met een lengte van meer dan twaalf meter;

  • b

    het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden bepaald op 24.

3.Bij de forfaitaire berekening voor vaartuigen die gebruik maken van hellingen wordt:

  • a

    het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op 2.

  • b

    het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden op 10.

4.Het aantal vaartuigen als bedoeld in het tweede en derde lid wordt vastgesteld op het aantal vaartuigen welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie of abonnementenadministratie zijn opgegeven dan wel blijken.

Artikel 7 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per etmaal€ 0,85.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 4,00 worden niet opgelegd.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet

Artikel 15 Verblijfregister

  • 1. 1 De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar bij te houden een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld verblijfregister of een ander door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar goedgekeurd register.

  • 2. 2 Het verblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt verschaft, gegevens tenminste betreffende:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • c.

      het aantal etmalen ter zake waarvan belasting is verschuldigd.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De “Verordening watertoeristenbelasting 2014” van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening watertoeristenbelasting 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2014.
De voorzitter, De griffier,