Regeling vervallen per 06-07-2012

Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-10-2009 t/m 05-07-2012

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Rijnwaarden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 augustus 2009;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de :

Verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet ;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Rijnwaarden.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit vier leden en een voorzitter.

Artikel 3 Taak van de commissie

De rekenkamercommissie heeft tot taak het onderzoeken van het adviseren aan de raad over de doematigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid en beheer.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt twee leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en/of uit een raadscommissie, alsmede drie externe leden, waaronder de voorzitter.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden benoemd voor ten hoogste de duur van de zittingsperiode van de raad.

  • 3. De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de rekenkamercommissie uit haar midden aan te wijzen lid.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 5 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

Het lidmaatschap van de rekenkamercommissie vervalt, behalve door het gestelde in artikel 4, tweede lid, van deze verordening door:

  • 1.

    een desbetreffend, met redenen omkleed, besluit van de gemeenteraad;

  • 2.

    ontslagname op eigen verzoek;

  • 3.

    het verlies van hoedanigheid als raadslid of als raadscommissielid niet-raadslid.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden, de voorzitter en de commissieleden/niet raadsleden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De vergoeding, zoals genoemd in het eerste lid, komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. De hoogte van de vergoeding, zoals genoemd in het eerste lid, wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 8 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitoefening van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

a.de vergoedingen aan de externe leden, de voorzitter en aan de commissieleden/niet-raadsleden;

b.het ambtelijk secretariaat/ c.q. ambtelijke ondersteuning;

c.interne onderzoeksmedewerkers;

d.externe deskundigen die door de rekenkamercommissie worden ingeschakeld;

e.eventuele andere uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

3.De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De rekenkamercommissie verzoekt jaarlijks de gemeenteraad en de inwoners van de gemeente Rijnwaarden onderwerpen voor onderzoek aan te dragen. De rekenkamercommissie stelt jaarlijks mede aan de hand van de aangedragen onderwerpen, een onderzoeksplan vast en brengt dit ter kennis van de gemeenteraad.

  • 4. De gemeenteraad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de gemeenteraad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de gemeenteraad voldoet, motiveert zij dat naar behoren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 2.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 3.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie stelt ieder jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 6.

    De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 7.

    Het gemeentebestuur en de onder haar verantwoordelijkheid ressorterende ambtenaren verstrekken desgevraagd en binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn alle inlichtingen die de rekenkamercommissie voor de vervulling van haar taak nodig acht.

  • 8.

    Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde, dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 9.

    Het college verstrekt aan de rekenkamercommissie de planning en de resultaten van onder haar verantwoordelijkheid uitgevoerde doelmatigheids-, doeltreffendheids- en rechtmatigheidsonderzoeken.

  • 10.

    De rekenkamercommissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen instellen bij:

  • a.

    Openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachten de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      Privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • De rekenkamercommissie is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie inte winnen bij de onder lid a en b genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de rekenkamercommissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot eigen onderzoek.

  • 11.

    De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Wet verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie controle-programma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 12.

    De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 13.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Intrekking oude regeling

De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie, zoals vastgesteld op 20 december 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 september 2009.
De griffier, de voorzitter.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening op de rekenkamercommissie met externe leden en een externe voorzitter  

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2

In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externen. De leden, waaronder de voorzitter, worden door de raad benoemd.

 

Artikel 3

De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid worden genoemd in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd.

 

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.

 

Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.

 

Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

 

Artikel 4

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie.  

Artikel 5

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.  

Artikel 6

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.  

Artikel 7

In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.  

Artikel 8

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak.

Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.  

Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.  

Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

 

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren.

 

Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.  

Artikelen 11, 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.