Reglement Wmo-adviesraad gemeente Rijssen-Holten 2011

Geldend van 12-10-2011 t/m heden

Intitulé

Reglement Wmo-adviesraad gemeente Rijssen-Holten 2011

Burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten:

overwegende dat wij op grond van artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen betrekken bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning;

dat het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van beleid in zijn algemeenheid is geregeld in de inspraakverordening gemeente Rijssen-Holten 2003; elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid; dat speciaal voor het beleid betreffende de maatschappelijke ondersteuning de keuze is gemaakt voor burgerparticipatie in de vorm van een adviesraad;

dat voor een dergelijke adviesraad nadere regels noodzakelijk zijn;

dat invulling is gegeven aan die nadere regels door het Reglement Wmo-adviesraad Gemeente Rijssen-Holten d.d. 5 januari 2008, dat met terugwerkende kracht in werking is getreden tot 1 januari 2008;

dat in dat reglement is bepaald dat het genoemde reglement wordt geëvalueerd;

dat de uitgevoerde evaluatie tot gevolg heeft dat een nieuw reglement voor de Wmo-adviesraad moet worden vastgesteld;

gehoord de Wmo-adviesraad;

B E S L U I T EN:

  • A.

    in te trekken hun besluit van 5 januari 2008 houdende in de vaststelling van het “Reglement Wmo adviesraad Rijssen-Holten;

  • B.

    vast te stellen het volgende reglement regelende de instelling, samenstelling, bevoegdheden en taken van een adviesraad die wordt betrokken bij de voorbereiding van beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wmo-adviesraad).

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1.

    burgerparticipatie Wmo: de gestructureerde wijze waarop de gemeente belanghebbenden/ doelgroepen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna te noemen Wmo) betrekt in de beleidsvorming, voortgang en evaluatie van de Wmo;

  • 2.

    Wmo-adviesraad: de door het college als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van belanghebbenden/doelgroepen op het gebied van de Wmo.

Artikel 2 Doelstellingen

De Wmo-adviesraad heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, voortgang en evaluatie van het Wmo-beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het Wmo-beleid;

  • 3.

    het bevorderen van overleg tussen en samenwerking van organisaties die in of door de gemeente te maken hebben met de Wmo.

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1.

    De Wmo-adviesraad adviseert over de voorbereiding, vaststelling, voortgang en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

Artikel 4 Samenstelling en zittingsduur

  • 1.

    De Wmo-adviesraad bestaat uit maximaal 10 leden, buiten een onafhankelijk voorzitter en een secretaris;

  • 2.

    De leden van de Wmo-adviesraad dienen woonachtig te zijn in de gemeente Rijssen-Holten en zijn betrokken bij één of meer van de volgende doelgroepen:

    • .

      mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking;

    • .

      cliënten vanuit de geestelijke gezondheidszorg;

    • .

      chronisch zieken;

    • .

      jeugd;

    • .

      ouderen;

    • .

      mantelzorgers;

    • .

      vrijwilligers;

    • .

      mensen met een laag inkomen.

  • 3.

    De betrokkenheid van een lid bij de genoemde doelgroepen blijkt/bestaat uit:

    • a.

      het zijn van een vertegenwoordiger van een organisatie die zich bezig houdt met één of meer van de in lid 2 genoemde doelgroepen;

    • b.

      zich als burger bezig houden met het behartigen van belangen van burgers;

    • c.

      het onderhouden van nauwe contacten met de doelgroep en weten wat leeft en speelt binnen de doelgroep.

      Om die betrokkenheid in stand te houden consulteert een lid of consulteren de leden gezamenlijk, zo vaak als voor een goede uitoefening noodzakelijk is doch minimaal één keer per jaar, de achterban van de doelgroep waarbij hij of zij betrokken is. Die consultaties worden betrokken bij de jaarlijkse evaluatie van de samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-adviesraad als bedoeld in artikel 6, lid 9 van dit reglement.

  • 4.

    De Wmo-adviesraad kan organisaties verzoeken vertegenwoordigers voor te dragen om zitting te nemen in de Wmo-adviesraad.

  • 5.

    Vervallen.

  • 6.

    De zittingsduur van de leden van de Wmo-adviesraad bedraagt 3 jaar en kan voor drie jaar worden verlengd.

  • 7.

    De Wmo-adviesraad stelt een rooster van aftreden op, waarbij na het derde zittingsjaar elk jaar een derde deel van het aantal leden aftredend is.

  • 8.

    Bij tussentijds aftreden voorziet het platform in een voordracht voor een opvolger. Tussentijdse vervanging geschiedt voor de resterende zittingstermijn.

Artikel 5 De voorzitter en secretaris

  • 1.

    De vergaderingen van de Wmo-adviesraad worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad wordt ondersteund door een onafhankelijke secretaris.

  • 3.

    De voorzitter en secretaris worden voor een termijn van vier jaar benoemd door het college, op voordracht van de Wmo-adviesraad. De voorzitter en secretaris kunnen voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de voorzitter draagt de Wmo-adviesraad zorg voor aanwijzing van een vervanger uit zijn midden.

  • 5.

    Bij afwezigheid van de secretaris draagt de Wmo-adviesraad zorg voor aanwijzing van een vervanger uit zijn midden.

  • 6.

    De voorzitter en secretaris zijn geen lid van de Wmo-adviesraad en hebben geen stemrecht. Wanneer een lid de voorzitter of secretaris vervangt behoudt hij of zij het stemrecht.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van de burgerparticipatie Wmo vraagt het college de Wmo-adviesraad tijdig om advies.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3.

    Het college vraagt de Wmo-adviesraad in ieder geval advies bij de onderwerpen zoals bedoeld onder artikel 3, lid 1.

  • 4.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan hebben op het te nemen besluit. Hierbij wordt een termijn gehanteerd van minimaal zes weken. Op het uitgebrachte advies ontvangt de Wmo-adviesraad een reactie waarin gemotiveerd is aangegeven wat er met het door de Wmo-adviesraad uitgebrachte advies is gedaan. Die reactie wordt gegeven binnen een zodanige termijn dat de Wmo-adviesraad in de gelegenheid is de inhoud van die reactie te betrekken bij het vervolg van het besluitvormingsproces rondom het onderwerp waarover advies is gevraagd of voor het inwerkingtreden van een bepaalde maatregel.

  • 5.

    Het college voorziet de Wmo-adviesraad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo adviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd (denk bijvoorbeeld aan braille, grootletterschrift, daisy-rom).

  • 6.

    Tussen de verantwoordelijk wethouder Wmo en de Wmo-adviesraad vindt minimaal twee keer per jaar overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

  • 7.

    Van overleg en afspraken met de Wmo-adviesraad doet het college binnen 8 weken nadat het overleg is gehouden schriftelijke rapportage aan de Wmo-adviesraad. Daarbij wordt in ieder geval gemotiveerd aangeven wat er met de door de Wmo-adviesraad gegeven adviezen is gedaan.

  • 8.

    De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-adviesraad. De Wmo-adviesraad en de contactambtenaar hebben minimaal zes keer per jaar overleg. Daarnaast wordt tijdens alle vergaderingen van de Wmo-adviesraad een beperkte tijd ingeruimd voor de gemeentelijke contactpersoon om toelichting te geven op lopende en geplande zaken bij de gemeente, die voor de adviestaak van de raad van belang zijn.

  • 9.

    De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-adviesraad wordt jaarlijks geëvalueerd.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1.

    Het college stelt aan de Wmo-adviesraad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmoadviesraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze reglement haar taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende kosten inbegrepen: vergader-/kantoorkosten, onkostenvergoeding voorzitter/secretaris, onkostenvergoeding leden Wmo-adviesraad, deskundigheidsbevordering, ondersteuning en communicatie.

  • 2.

    De middelen als bedoeld onder lid 1 worden jaarlijks toegekend op basis van een werkplan en begroting.

  • 3.

    De gemeente stelt vergaderfaciliteiten, kopieerfaciliteiten en postfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van de Wmo-adviesraad.

  • 4.

    Voor niet reguliere activiteiten kan de Wmo-adviesraad bij het college een vergoeding aanvragen.

  • 5.

    Nadere uitwerking van de faciliteiten staat beschreven in de faciliteitenregeling Wmo-adviesraad Rijssen-Holten.

Artikel 8 Inwerkingtreding en evaluatie

  • 1.

    Het reglement treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Drie jaar na inwerkingtreding wordt dit reglement en de faciliteitenregeling Wmo-adviesraad Rijssen-Holten geëvalueerd.

Artikel 9 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: ‘Reglement Wmo-adviesraad gemeente Rijssen-Holten 2011’.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet besluit het college in overleg met de Wmoadviesraad.

  • 2.

    Het college kan in overleg met de Wmo-adviesraad met betrekking tot de uitvoering van dit reglement nadere regels opstellen.

  • 3.

    Beklag over de uitvoering van dit reglement kan worden gedaan bij het college.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 29 augustus 2011
Burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten,
A.C. van Eck, A.C. Hofland,
secretaris, burgemeester