Uitvoeringsbeleid verlenging begunstigingstermijn permanente bewoning 2013

Geldend van 15-05-2013 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbeleid verlenging begunstigingstermijn permanente bewoning 2013

Aanleiding

Bij de handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen lopen we er steeds vaker tegenaan dat met name de huidige situatie op de woningmarkt mensen in financiële problemen dreigt te brengen.

Waar gaat het om? Aan een last onder dwangsom wordt een begunstigingstermijn verbonden. Na het verstrijken daarvan worden -als de illegale situatie voortduurt- dwangsommen verbeurd, tenzij de termijn wordt verlengd. De bestaande praktijk was om mensen met een onherroepelijke dwangsombeschikking maximaal eenmaal een half jaar verlenging te geven. Inmiddels is maximaal een tweede half jaar verlenging mogelijk. In een tot nu toe beperkt aantal gevallen is daarvan gebruik gemaakt. Het gaat in de regel om mensen die de recreatiewoning in eigendom hebben en onvoldoende financiële middelen hebben voor een andere woning, zolang de recreatiewoning niet verkocht is. De situatie op de woningmarkt maakt het zeer waarschijnlijk dat ook de tweede verlenging de mensen uiteindelijk onvoldoende tijd geeft om de recreatiewoning te verkopen.

In de zaken die zich tot nu toe hebben voorgedaan hebben de mensen de lastige situatie waarin zij verkeren zelf onder de aandacht gebracht. Zij erkennen de illegale bewoningssituatie en stellen zich actief en coöperatief op om deze te beëindigen. Zo staan de recreatiewoningen te koop en zijn deze vaak al behoorlijk in prijs gezakt.

Doel

Door voor het verlengen van de begunstigingstermijn een werkwijze vast te leggen, wordt in voorkomende gevallen één lijn gehanteerd. Dat geeft duidelijkheid en voorkomt precedentwerking, omdat niet voor elk individueel geval een eigen oplossing hoeft te worden gezocht.

Overwegingen

Er wordt handhavend opgetreden omdat het permanente bewonen van een recreatiewoning in strijd is met het geldende bestemmingsplan. De permanente bewoning is een keuze geweest van belanghebbende, die daarmee ook de consequenties heeft aanvaard. De gemeente is verplicht om handhavend op te treden. Alleen in zeer bijzondere gevallen kan daarvan worden afgezien. De financiële situatie van mensen vormt volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State geen reden om van handhaving af te zien. Anderzijds zijn er bij gevallen van permanente bewoning in de regel geen derden betrokken die om handhaving hebben verzocht, wat enige ruimte kan bieden voor soepelheid. In bepaalde gevallen kan de financiële situatie daarom aanleiding zijn een ruimere begunstigingstermijn (of verlenging daarvan) toe te kennen.

Een verlenging van de begunstigingstermijn moet steeds per individueel geval zorgvuldig afgewogen worden. Voorkomen moet worden dat de indruk ontstaat dat de gemeente geen belang heeft bij handhaving, of dat van uitstel uiteindelijk wel afstel komt. De communicatie hierover moet ook duidelijk zijn.

Het verlengen van de begunstigingstermijn kan ernstige of misschien zelfs onoverkomelijke financiële  problemen  voorkomen. Juridisch gezien komt die situatie weliswaar volledig voor rekening van belanghebbende, maar enige soepelheid kan veel problemen voorkomen. Bovendien tast een verlengingsbesluit een onherroepelijke dwangsombeschikking niet aan. Tegen het verlengingsbesluit op zich staan wel rechtsmiddelen open.

Gelet op het voorgaande is het redelijk dat de gemeente zich in bepaalde gevallen soepel opstelt als er een (herhaald) verzoek om verlenging van de begunstigingstermijn wordt gedaan. Daar staat tegenover dat dan van belanghebbende wel een actieve en coöperatieve opstelling mag worden verwacht. Een zorgvuldige afweging is noodzakelijk. Dit betekent dat er ook voldoende gegevens over de (financiële) situatie beschikbaar moeten zijn. Daarbij is de volledige medewerking van belanghebbende onontbeerlijk. Vast staat ook dat van uitstel geen afstel mag komen. Dit moet in de correspondentie worden vastgelegd.

Naast de aangegeven problematiek, die ingegeven is door de huidige situatie op de woningmarkt en de economische crisis, doen zich bij permanente bewoning soms uitzonderlijke individuele gevallen voor die ook een verlenging van de begunstigingstermijn kunnen rechtvaardigen. Daarbij kan worden gedacht aan uitzonderlijke sociaal-maatschappelijke omstandigheden, die vaak ook weer met financiële problemen gepaard gaan. In deze gevallen kan aan de orde zijn dat bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties (een deel van de) taken van belanghebbende overnemen. Ook in dergelijke gevallen kan de werkwijze worden toegepast.

Voorwaarden en werkwijze verlenging begunstigingstermijn

Aan de verlenging van de begunstigingstermijn van een dwangsombeschikking kan medewerking worden verleend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Er zijn geen derde belanghebbenden die om handhaving hebben verzocht.

    Als een derde belanghebbende om handhaving heeft verzocht, is er geen ruimte voor een soepele opstelling. Er moet dan worden uitgegaan van de vaste jurisprudentie dat de financiële situatie geen reden is om van handhaving af te zien. Wel moet een redelijke begunstigingstermijn worden geboden, die voldoende is om de overtreding op te heffen. Financiële overwegingen spelen bij het bepalen van die termijn geen rol.

  • 2.

    Belanghebbende doet zelf tijdig een verzoek om verlenging.

    De gemeente promoot de mogelijkheid van verlenging niet. De handhaving blijft gericht op een zo snel mogelijke beëindiging van de illegale situatie. Mensen die in de problemen komen, melden zich wel. Een eerste verzoek om verlenging moet in ieder geval voor afloop van de begunstigingstermijn zijn ontvangen. Bij vervolgverzoeken kan een termijn van tenminste zes weken voor afloop van de verlengde termijn worden aangehouden.

  • 3.

    Er is sprake van een onherroepelijke dwangsombeschikking.

    Zolang de dwangsombeschikking nog niet onherroepelijk is, is er geen aanleiding om een langere begunstigingstermijn te geven. Er loopt dan over het algemeen nog een bezwaar- of beroepsprocedure.

  • 4.

    Belanghebbende erkent schriftelijk de permanente bewoning en doet er alles aan om deze zo snel mogelijk te beëindigen.

    Het is van belang dat belanghebbende zich actief en coöperatief opstelt en duidelijkheid geeft over zijn situatie. Het verkrijgen van verlenging is een gunst en geen recht. Als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, is soepelheid niet aan de orde en moet er streng worden gehandhaafd. Met de schriftelijke erkenning van de permanente bewoning kan bijvoorbeeld een verklaring tijdens de hoorzitting van de bezwarencommissie worden gelijkgesteld.

  • 5.

    Belanghebbende werkt volledig mee en overlegt alle gegevens die voor een zorgvuldige beoordeling van zijn situatie nodig zijn (waaronder gegevens over de hypotheekschuld, spaargeld, inkomen en dergelijke).

    Duidelijkheid over de (financiële) situatie is van essentieel belang voor een zorgvuldige beoordeling. Als belanghebbende bijvoorbeeld over voldoende financiële middelen beschikt om naast zijn recreatiewoning een woning te huren, is het niet kunnen verkopen van de recreatiewoning geen reden om de begunstigingstermijn te verlengen. De gegevens die worden overlegd moeten de financiële situatie van betrokkene afdoende aantonen. Gedacht kan worden aan informatie van de belastingdienst, hypotheekverstrekker, bank, werkgever, uitkeringsinstantie, zorginstelling en dergelijke.

    Een verzoek om verlenging  van de begunstigingstermijn wordt steeds per individueel geval zorgvuldig afgewogen. Per keer wordt overeenkomstig de huidige praktijk maximaal een half jaar verlenging gegeven, zodat de situatie regelmatig getoetst wordt. Het besluit hierover is gemandateerd aan degene die ook de lopende begunstigingstermijn heeft vastgesteld.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 25 april 2013