Procedureverordening bestuursschadevergoeding (Bestuursschadevergoeding)

Geldend van 27-11-2013 t/m heden

Intitulé

Procedureverordening bestuursschadevergoeding (Bestuursschadevergoeding)

Artikel 1

commissie: de schadebeoordelingscommissie, bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

verzoeker: de belanghebbende die zich met een verzoek om schadevergoeding tot het bevoegd orgaan heeft gewend;

bevoegd orgaan: het gemeentelijke orgaan dat in de betreffende wettelijke regeling dan wel in een gemeentelijke schadevergoedingsregeling is aangewezen om ter zake van een schadevergoeding een besluit te nemen of, bij gebreke van zodanige aanwijzing, de gemeenteraad.

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen, indien zij daartoe aanleiding aanwezig achten, een schadebeoordelingscommissie in voor elk verzoek dat is ingediend.

  • 2. De commissie bestaat uit één of meer leden, die deskundig zijn hetzij terzake van de taxatie en/of beheer van onroerende zaken, hetzij de juridische aspecten betreffende bestuursschade.

  • 3. Niet tot lid van de commissie kunnen worden benoemd: leden van het college van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad; personen die in dienst zijn van de gemeente.

  • 4. Een lid van de commissie kan tussentijds worden ontslagen, wanneer: hij of zij daarom verzoekt; hij of zij een ambt of betrekking heeft aanvaardt, die ingevolge het derde lid van dit artikel dan wel anderszins, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

  • 5. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en/of een rapporteur aan.

  • 6. De commissie kan zich ten behoeve van het uitbrengen van een advies doen bijstaan door een of meer andere deskundigen, die daartoe op voorstel van de commissie, door burgemeester en wethouders als tijdelijk lid aan de commissie worden toegevoegd.

  • 7. De leden en de tijdelijke leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding over informatie die de commissie in het kader van haar onderzoek en advisering ter beschikking zijn gesteld en waarvan, voorzover dat niet uitdrukkelijk is aangegeven, redelijkerwijze mag worden aangenomen dat deze als vertrouwelijk is bedoeld.

  • 8. Alle kosten, verbonden aan het onderzoek en de advisering door de commissie komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders kunnen uurtarieven vaststellen voor de honorering van de leden van de commissie.

Artikel 3

  • 1. Ter zake van een verzoek om schadevergoeding zijn de artikelen 4:2 tot en met 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. De ontvangst van een verzoek om schadevergoeding wordt door of namens burgemeester en wethouders bevestigd binnen twee weken na ontvangst, zulks onder opgave, zo mogelijk, van de samenstelling van de commissie.

Artikel 4

  • 1. Het bevoegde orgaan wijst het verzoek zonder nader onderzoek af, indien het naar zijn oordeel kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien het, onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de vereiste gegevens bevat, dan wel indien verzoeker blijkens een desbetreffend bericht van de commissie, nalatig is om de door de commissie gevraagde informatie te verschaffen.

  • 2. Het besluit om het verzoek zonder nader onderzoek af te wijzen, wordt genomen uiterlijk twaalf weken na ontvangst van het verzoek en aan verzoeker in afschrift medegedeeld binnen twee weken na dagtekening daarvan.

  • 3. Het bevoegde orgaan kan de in het tweede lid gestelde termijn éénmaal met ten hoogste acht weken verlengen. Hiervan wordt aan de verzoeker onverwijld mededeling gedaan.

Artikel 5

  • 1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 4, geeft het bevoegde orgaan binnen twee weken na het verstrijken van de aldaar genoemde, eventueel verlengde termijn, aan de commissie opdracht om ter zake van het verzoek advies uit te brengen, zulks onder toezending van het verzoekschrift en alle naar zijn mening relevante informatie.

  • 2. Van de opdracht tot advisering aan de commissie wordt mededeling gedaan aan de verzoeker.

Artikel 6

  • 1. De commissie stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie, tenzij naar haar mening uit de inhoud het verzoek aanstonds blijkt dat het verzoek behoort te worden afgewezen dan wel dat verzoeker naar haar mening niet ontvankelijk behoort te worden verklaard.

  • 2. De commissie stelt de verzoeker of diens gemachtigde behoorlijk in de gelegenheid om zijn verzoek tegenover de commissie mondeling toe te lichten.

  • 3. Voor zover dit redelijkerwijze in zijn vermogen ligt is de verzoeker verplicht om ter zake van het onderzoek aan de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven.

  • 4. De commissie stelt ook een of meer daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de gemeente in de gelegenheid om tegenover de commissie het gemeentelijk standpunt met betrekking tot het verzoek weer te geven. Ook zij zijn gehouden de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven, voor zover dit redelijkerwijze mogelijk is.

  • 5. De commissie is bevoegd om in het kader van haar onderzoek andere personen in dienst van de gemeente voor het geven van inlichtingen op te roepen. Burgemeester en wethouders stellen deze personen in de gelegenheid om aan dit verzoek te voldoen.

  • 6. Indien krachtens een desbetreffende regeling de eventueel toe te kennen schadevergoeding ten laste zal worden gebracht van een ander openbaar lichaam, stelt de commissie een of meer daartoe door het bevoegd orgaan aangewezen vertegenwoordigers van dit openbaar lichaam in de gelegenheid om naar aanleiding van het verzoek te worden gehoord.

  • 7. Van de bevindingen bij het onderzoek en van de hoorzittingen maakt de commissie melding in haar advies.

Artikel 7

De commissie onderzoekt en adviseert:

  • a.

    of de verzoeker ten gevolge van een besluit of maatregel, waarop een schadevergoedingsregeling van toepassing is, schade lijdt of zal lijden;

  • b.

    of en in welke mate deze schade redelijkerwijze moet worden toegerekend aan het risico van de gemeente dan wel of en in welke mate deze schade redelijkerwijze ten laste van verzoeker behoort te blijven;

  • c.

    of de vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins, bijvoorbeeld door aankoop of onteigening dan wel door een schadevergoeding van particuliere profijthebbenden van de schadeveroorzakende maatregel of besluit, is verzekerd en

  • d.

    of en zo ja, welk bedrag aan schadevergoeding naar haar mening aan de verzoeker behoort te worden toegekend.

Artikel 8

  • 1. Uiterlijk binnen vier maanden na de opdracht tot advisering brengt de commissie schriftelijk een gemotiveerd advies uit aan het bevoegd orgaan.

  • 2. Het advies wordt namens de commissie ondertekend door de rapporteur die de commissie uit haar midden heeft aangewezen.

  • 3. Indien een lid van de commissie een minderheidsstandpunt inneemt wordt daarvan desverlangd in het advies melding gemaakt en wordt het advies mede ondertekend door dit lid.

  • 4. Een afschrift van het advies wordt door de rapporteur gelijktijdig aan de verzoeker toegezonden.

Artikel 9

  • 1. Binnen twaalf weken nadat de commissie haar advies heeft uitgebracht neemt het bevoegd orgaan een gemotiveerde beslissing op het verzoek.

  • 2. Het besluit wordt binnen uiterlijk twee weken aan de verzoeker medegedeeld.

  • 3. Indien het bevoegd orgaan besluit tot toekenning van een schadevergoeding dan wordt het bedrag uitbetaald uiterlijk één maand na het verkrijgen van formele rechtskracht van dit besluit. Het bevoegd orgaan kan desgevraagd een voorschot op de toegekende vergoeding betaalbaar stellen.

Artikel 10

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ' bestuursschadeverordening gemeente Rijssen-Holten 2013'.

  • 2.

    De thans geldende " procedureverordening bestuurschadevergoeding 2005 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Verzoeken om schadevergoeding, die zijn ingediend onder vigeur van de in het tweede lid bedoelde verordening, worden afgedaan met inachtneming van het bepaalde in de onderhavige verordening.

Ondertekening

besluit genomen in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Rijssen-Holten op: 8 november 2013
drs. H.A.J. van de Vliert, A.C. Hofland,
griffier, voorzitter