Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten Rijssen-Holten 2016

de raad van de gemeente Rijssen-Holten

overwegingen: 

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders ‘belastingvoorstellen 2016’, paragraaf 4.1 van de programmabegroting 2016 (lokale heffingen) en de nota kostprijzen en tarieven gemeentelijke dienstverlening 2015 van 7 november 2014;

  • -

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

  • -

    gezien het positieve advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen van 30 november 2015;

besluit: 

de verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016” (Verordening lijkbezorgingsrechten Rijssen-Holten 2016) vast te stellen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

begraafplaatsen:

de gemeentelijke begraafplaatsen, gelegen aan de Lentfersweg/Schapendijk, genoemd Het Lentfert, de oude begraafplaats aan de Lentfertsweg, de begraafplaats aan de Oude Deventerweg en de oude begraafplaats aan de Kerkhofsweg;

b.

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

c.

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt

geboden tot het doen begraven van lijken of het bijzetten van asbussen of urnen;

d.

eigen urnengraf:

een graf, waarvoor voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met en zonder urnen;

e.

algemeen urnengraf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

f.

urnennis:

een nis, waarvoor voor onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

g.

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

h.

urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

i.

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

j.

lokale binding:

de situatie dat de overledene op het tijdstip van overlijden ingeschreven was in de basisregistratie personen van Rijssen-Holten of in een van de

aangrenzende gemeenten, dan wel dat er nabestaanden van de (niet-

ingeschreven) overledene in de 1e tot en met de 3e graad zijn ingeschreven

in de basisregistratie personen van Rijssen-Holten of in een van de aangrenzende gemeenten.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze

verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het

gebruik van de bezittingen.

Artikel 8. Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald voor de aanvang van de dienstverlening, dan wel binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2015” van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het lid 1 genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten Rijssen-Holten 2016”.

Ondertekening

besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 17 december 2015
drs. H.A.J. van de Vliert, A.C. Hofland
griffier, voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016

Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor onbepaalde tijd wordt geheven

€ 2.755,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor onbepaalde tijd behorende tot sectie II

€ 2.755,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor onbepaalde tijd behorende tot sectie II, aangewezen als kinderafdeling, wordt geheven:

1.3.1

bij lokale binding

€ 1.378,00

1.3.2

bij niet-lokale binding

€ 2.755,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor onbepaalde

tijd behorende tot sectie III

€ 5.510,00

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf voor onbepaalde tijd wordt geheven

€ 1.928,00

1.6

Voor het verlenen van het recht op een urnennis voor onbepaalde tijd wordt geheven

€ 1.928,00

1.7

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven

€ 275,00

Hoofdstuk 2. Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder in

een eigen graf wordt geheven

€ 491,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 1 jaar in een eigen

graf wordt geheven:

2.2.1

bij lokale binding

€ 123,00

2.2.2

bij niet-lokale binding

€ 246,00

2.3

Voor het begraven van het lijk van een kind van 1 tot 12 jaar in een eigen graf wordt geheven:

2.3.1

bij lokale binding

€ 246,00

bij niet-lokale binding

€ 491,00

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1 tot en met 2.3 van dit hoofdstuk, verhoogd met 30%

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan:

maandag tot en met zaterdag voor 9.00 uur en na 16.00 uur en de dagen omschreven in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet.

Hoofdstuk 3. Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

in een urnennis

€ 188,00

3.1.2

in een urnengraf

€ 188,00

3.1.3

in een eigen graf

€ 188,00

3.2

Voor het afgeven van een asbus wordt geheven

€ 61,50

4.1

Voor het afgeven van een vergunning terzake van de aanleg van een grafkelder

wordt geheven

€ 86,50

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van gedenktekenen

of beplantingen op eigen graven wordt per jaar geheven:

4.2.1

voor een graf

€ 72,50

4.2.2

voor 2 aaneensluitend naast elkaar gelegen graven van een eigenaar

€ 109,00

4.2.3

Hoofdstuk 4. Grafbedekking en onderhoud

€ 18,00

4.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 kunnen worden afgekocht door voldoening van een som ineens van het 30-voud daarvan.

4.4

Indien voor hetzelfde graf eerder jaarlijkse onderhoudsbedragen zijn betaald, wordt het onder 4.3 berekende bedrag verminderd met 50% van het laatst betaalde onderhoudsbedrag vermenigvuldigd met het aantal jaren dat betaald is.

Hoofdstuk 5. Opgraven, ruimen, verstrooien

5.1

Voor het opgraven van een lijk wordt een recht geheven als genoemd in hoofdstuk 2.

5.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde of een ander graf word geheven

€ 806,00

5.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

5.3.1

uit een eigen urnengraf

€ 109,00

5.3.2

uit een urnennis

€ 109,00

5.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 350,00

5.5

Voor het verstrooien van as wordt per asbus/urn geheven:

5.5.1

in een eigen graf

€ 188,00

5.5.2

op een verstrooiingsplaats

€ 188,00

Hoofdstuk 6. Overige heffingen

6.1

Voor het leveren en plaatsen van een naamplaatje op een van de hiervoor bestemde herdenkingszuil wordt een recht geheven van

€ 68,50