Regeling vervallen per 01-01-2015

Reglement commissie bezwaarschriften Rijssen-Holten 2010

Geldend van 10-10-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Reglement commissie bezwaarschriften Rijssen-Holten 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Bbz: Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen

  • d.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • e.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • f.

    Wi: Wet inburgering;

  • g.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • h.

    WWB: Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Aanwijzing en bevoegdheden van de commissies

  • 1. Er zijn drie commissies ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, genaamd:

    • a.

      de commissie bezwaarschriften Algemeen Juridische Zaken;

    • b.

      de commissie bezwaarschriften Sociale Zekerheid;

    • c.

      de commissie bezwaarschriften Ambtenarenzaken (via Twenterand).

  • 2. De commissie bezwaarschriften Algemeen Juridische Zaken is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      met betrekking tot sociale zekerheidszaken, ten aanzien waarvan de commissie bezwaarschriften Sociale Zekerheid bevoegd is;

    • b.

      met betrekking tot ambtenarenzaken, ten aanzien waarvan de commissie bezwaarschriften Ambtenarenzaken bevoegd is;

    • c.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. De commissie bezwaarschriften Sociale Zekerheid is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de sociale zekerheidswetgeving (Bbz, IOAZ, WWB), besluiten op grond van de Wmo betreffende woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen, hulp bij het huishouden, gehandicaptenparkeerkaart en maaltijdvoorziening en de Wi en de Wgs.

  • 4. De commissie bezwaarschriften Ambtenarenzaken is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die betrekking hebben op:

    • a.

      besluiten op grond van verordeningen en reglementen die de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling en de Uitwerkingsovereenkomst rechtstreeks in zijn belang treffen;

    • b.

      rechtspositionele besluiten die het onderwijzend personeel of het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, rechtstreeks in hun belang treffen.

  • 5. De verdeling van bevoegdheden in het tweede en derde lid wordt ook aangehouden voor de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten inzake bestuursrechtelijke geldschulden, als bedoeld in titel 4.4 van de Awb, die voortvloeien uit de genoemde bevoegdheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. Iedere commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt zonodig een genoegzaam aantal leden.

  • 4. De voorzitter en de leden van een commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Rijssen-Holten.

  • 5. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter van een commissie wordt zijn taak waargenomen door een lid van de commissie en wordt dit lid, voor zover nodig, vervangen door een ander lid. De volgorde van vervanging van de voorzitter wordt door de commissie in onderling overleg bepaald.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van een commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college kan één of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van een commissie worden benoemd voor vier jaar.

  • a. Deze termijn wordt stilzwijgend met maximaal vier jaar verlengd.

  • b. Het college kan de stilzwijgende verlenging uiterlijk twee maanden voor aanvang van de termijn stuiten.

  • 2. De voorzitter en de leden van een commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De voorzitter en de leden van een commissie kunnen op ieder moment bij een met redenen omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum door het college van hun functie worden ontheven, als zij zodanige daden of gedragingen hebben verricht en dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hun voorzitter- respectievelijk Iidmaatschap voortduurt of als de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid van een commissie naar behoren uit te voeren.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van een commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de voorzitter en leden die op grond van het bepaalde in het derde lid aftreden of uit hun functie zijn ontheven.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van een commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden op grond van de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van een commissie:

  • -

    artikel 2:1, tweede lid;

  • -

    artikel 6:6, wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

  • -

    artikel 6:17, voorzover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door een commissie;

  • -

    artikel 7:4, tweede lid;

  • -

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van een commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zonodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar op andere wijze bijgelegd kan worden en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 10 Verweerschrift

  • 1. Een commissie nodigt het verwerend orgaan uit een op het bezwaarschrift betrekking hebbend verweerschrift in te dienen.

  • 2. Het verweerschrift wordt zo mogelijk drie weken maar uiterlijk tien dagen voor het horen in handen van de secretaris van een commissie gesteld.

  • 3. Het verweerschrift wordt na ontvangst bij de overige op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken gevoegd.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van een commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Als de voorzitter op grond van de in het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan uiterlijk drie weken voor de datum van hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie bezwaarschriften Algemeen Juridische Zaken is openbaar. De zitting van de andere commissies is niet openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten als de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of als een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Als de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting achter gesloten deuren plaats.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Als de zitting van de commissie bezwaarschriften Algemeen Juridische Zaken geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of als belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter of bij zijn ontstentenis of afwezigheid op het moment van ondertekening door een bij de zitting aanwezig lid en de secretaris van een commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Als na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek gelasten.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van een commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van een commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van een commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. Een commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Een commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Als bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt als die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter of bij zijn ontstentenis of afwezigheid op het moment van ondertekening door een bij de zitting aanwezige lid en de secretaris van een commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door een commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift moet beslissen en aan belanghebbenden bekend gemaakt.

  • 2. Als naar het oordeel van de voorzitter van een commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, wordt het verwerend orgaan hiervan in kennis gesteld, zodat de beslissing tijdig kan worden verdaagd.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag dat het is vastgesteld.

  • 2. Het ‘reglement commissies bezwaarschriften Rijssen-Holten 2003’ wordt bij vaststelling van dit reglement ingetrokken.

Artikel 21 Overgangsbepaling

  • 1. Het lidmaatschap van de voorzitters en leden van de commissies die zijn benoemd voor

    1 januari 2008 eindigt vier jaar na inwerkingtreding van dit reglement.

  • 2. Het lidmaatschap van de voorzitters en leden die zijn benoemd in de periode na 1 januari 2008 tot de inwerkingtreding van dit reglement eindigt uiterlijk acht jaar, na de datum van benoeming.

  • 3. Bezwaarschriften die voor de inwerkingtreding van dit reglement zijn ingediend worden behandeld overeenkomstig dit reglement.

Artikel 22 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: ‘Reglement commissies bezwaarschriften Rijssen-Holten 2010’.

besluit genomen in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Rijssen-Holten

op: 18 februari 2010

drs. H.A.J. van de Vliert P. van Veen

griffier voorzitter