Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rijssen-Holten 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rijssen-Holten 2021

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rijssen-Holten,

gelet op het beleidsplan

Financieel stabiel voor iedereen! Beleidsplan schulddienstverlening 2018 - 2021

Besluiten vast te stellen:

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rijssen-Holten 2021

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

  • Rijssen-Holten;

  • b.

    Inwoner: de ingezetene, van 18 jaar en ouder die op grond van de Wet

  • gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

  • c.

    Schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht

  • op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • d.

    Aanvrager: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening;

  • e.

    Stadsbank: de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland.

  • f.

    Crisis: Er is sprake van een gedwongen woningontruiming, beëindiging van

  • de levering van gas, elektra of water.

  • g.

    Budgetbeheer Basis: de voorziening die in ieder geval de vaste lasten van wonen, energie

  • en zorgverzekering voor de schuldenaar maandelijks doorbetaalt;

  • h.

    Budgetbeheer Totaal: de voorziening die naast de vaste lasten van wonen, energie en

  • zorgverkering, ook een onbeperkt aantal reserveringen en betalingen voor de schuldenaar maandelijks betaalt.

  • i.

    Budgetbeheer Zorg: tijdelijk alternatief voor beschermingsbewind (maximaal 18 maanden)

  • j.

    Vroegsignaal: een ontvangen signaal van een schuldeiser over een betalingsachterstand dat een goede indicatie vormt voor meer schulden.

Artikel 2. Doelgroep schulddienstverlening

Alle inwoners van de gemeente Rijssen-Holten.

Artikel 3. Wachttijd en aanbod bij reguliere schuld

  • 1. Indien een persoon zich tot het college wendt voor schulddienstverlening vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 2. Indien het college een vroegsignaal heeft ontvangen en de inwoner het aanbod daartoe heeft geaccepteerd vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

Artikel 4. Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten

Indien er sprake is van een crisis vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld

Artikel 5. Aanbod schulddienstverlening

  • 1. Het college verleent aan aanvrager schulddienstverlening indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht.

  • 2. De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      Zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      Psychosociale situatie;

    • c.

      Houding en gedrag van aanvrager (motivatie);

    • d.

      Fraude;

    • e.

      Een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

  • 3. De looptijd van een overeenkomst budgetbeheer wordt voor een periode van maximaal 36 maanden aangegaan. Na afloop van deze periode zal door middel van de noodzakelijkheidstoets worden bekeken in hoeverre voortzetting gewenst is. Bij voortzetting komen de maandelijkse kosten voor rekening van de klant zelf.

  • 4. De maximale termijn genoemd in lid 3 van dit artikel geldt niet indien er sprake is van een inkomen onder de 110% of indien er sprake is van een schuldregeling.

Artikel 6. Verplichtingen

  • 1. Aanvrager doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

  • 2. Aanvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit;

    • a.

      Het nakomen van afspraken;

    • b.

      Geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan;

    • c.

      Het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst;

    • d.

      Op basis van de AVG een machtigingsverklaring ondertekenen.

Artikel 7. Weigeren en beëindiging

  • 1. Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2. Heeft de aanvrager fraudeschulden waarbij sprake is grove schuld of opzet, dan besluit het college tot weigering dan wel tot beëindiging van de schulddienstverlening.

  • 3. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, biedt het college de aanvrager een redelijke hersteltermijn, volgens artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht, om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 8. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:

  • a.

    de schuldenaar niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • b.

    het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond;

  • c.

    de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

  • d.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schulddienstverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • e.

    de schuldenaar zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddienstverleningstraject, misdraagt;

  • f.

    de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • g.

    de geboden dienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is.

Artikel 9. Recidive

  • 1. Een aanvraag tot schulddienstverlening wordt geweigerd indien:

    • a.

      binnen één jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, deze door toedoen van de aanvrager niet kon worden gestart, niet kon worden afgerond of door aanvrager zelf is ingetrokken.

    • b.

      binnen vijf jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, door aanvrager een minnelijk traject schuldenregeling succesvol is doorlopen.

    • c.

      Binnen tien jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, door aanvrager een WSNP traject schuldenregeling succesvol is doorlopen of door eigen toedoen na toekenning, tussentijds door rechter wordt beëindigd zonder schone lei.

  • 2. Indien naar het oordeel van het college verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van weigering.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stelt het college op verzoek het product ‘Informatie en advies’ beschikbaar. Indien noodzakelijk geacht om stabiliteit te behouden past het college budgetbeheer toe, onder voorwaarde van artikel 10, lid 2.

Artikel 10. Budgetbeheer

  • 1. Indien er sprake is van inzet van een budgetbeheerrekening bij schuldensituaties, zet het college standaard het totaalpakket budgetbeheer in. In geval er geen sprake is van een schuldensituatie is het basispakket budgetbeheer het uitgangspunt.

  • 2. Indien het inkomen van een aanvrager hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, geldt dat de kosten van de budgetbeheerrekening voor eigen rekening komen.

  • 3. Lid 2 van dit artikel is niet van toepassing als er sprake is van een schuldregeling.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Er kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afgeweken worden van de bepalingen in deze beleidsregels, indien strikte toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels schulddienstverlening Rijssen-Holten 2021.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. De beleidsregels schulddienstverlening Rijssen-Holten 2021 treden 1 januari 2021 in werking.

  • 2. De beleidsregels schulddienstverlening 2012 worden gelijktijdig ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 15 december 2020.

A.C. van Eck, A.C. Hofland

Secretaris, burgemeester

Artikelsgewijze toelichting op Beleidsregels schulddienstverlening Rijssen-Holten 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Doelgroep schulddienstverlening

Het aanbod schulddienstverlening staat in principe open voor alle inwoners van de gemeente Rijssen-Holten. Dit geldt ook voor zelfstandig ondernemers. Het gaat dan wel om ondernemers die geen aanspraak op het Bijstandsbesluit zelfstandigen kunnen maken. De schulddienstverlening is primair gericht op de financiële problematiek van het huishouden. Voor bedrijfsmatige financiële problematiek kan de ondernemer worden doorverwezen. Is in een dergelijk geval een advies nodig als dit door de boekhouder of accountant niet meer wordt gedaan, dan zal de expertise van een externe worden ingeschakeld.

Artikel 3. Wachttijd en aanbod bij reguliere schuld

In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is bepaald dat de termijn tussen de datum waarop de aanvrager zich tot het college wendt voor schulddienstverlening en het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt geconcretiseerd, maximaal vier weken mag bedragen. Het streven zal in alle gevallen zijn om deze termijn zo kort mogelijk te laten zijn.

Artikel 4. Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten

In afwijking van de termijn die genoemd wordt in artikel 3 van deze beleidsregels, bedraagt de termijn in geval van een crisis maximaal drie werkdagen. Dit eerste gesprek kan overigens ook telefonisch plaatsvinden.

Artikel 5. Aanbod schulddienstverlening

In dit artikel is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid en de mate van financiële zelfredzaamheid van de burger. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schulddienstverlening achterwege blijven.

Lid 3 van dit artikel bepaalt dat het uitgangspunt voor de maximale looptijd voor een budgetbeheerrekening 36 maanden is. Deze termijn komt overeen met de maximale termijn voor een schuldenregeling. Uitzonderingen hierop staan weergegeven in lid 4 indien er sprake is van een inkomen onder de gemeentelijke minimagrens van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm óf indien er sprake is van een schuldregeling waarbij de termijn langer is dan de periode van 36 maanden zoals genoemd in lid 3.

Artikel 6. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Deelname aan schulddienstverlening is niet vrijblijvend. Het vraagt van de betrokkene inspanningen en het nakomen van verplichtingen. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1). Het niet voldoen aan deze plicht kan leiden tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening zoals genoemd in artikel 7 van deze beleidsregels.

In het tweede lid gaat het over de plicht van betrokkene om medewerking te verlenen. Er worden een aantal verplichtingen benoemd. Dat dit geen limitatieve opsomming is komt tot uitdrukking door de toevoeging ‘onder andere’.

Andere voorbeelden van verplichtingen die gelden zijn:

• Er worden geen nieuwe financiële verplichtingen (lenen, kopen op afbetaling, huurkoop, klantenkaarten e.d.) aangegaan.

• Alle nieuwe rekeningen (huur, energievoorschot, zorgverzekering, etc.) worden op tijd betaald.

• Alle informatie die verband houdt met de samenstelling van het huishouden, het inkomen, de uitgaven en het financieel beheer, wordt meteen verstrekt aan de hulpverlenende instanties.

• alle schulden worden vermeld en bij de schuldenregeling betrokken (eventueel vergeten schulden worden zo spoedig mogelijk gemeld).

• veranderingen in de samenstelling van het huishouden en/of financiële situatie worden (evenals een adreswijziging) direct gemeld.

• alle gemaakte afspraken met de schulddienstverlener(s) worden nagekomen.

• eventuele problemen binnen het huishouden, die zich tijdens de hulpverleningsperiode voordoen, worden direct gemeld.

• een budgetbeheerrekening wordt geopend zodra deze noodzakelijk wordt geacht; deze kan niet zonder overleg met de hulpverlenende instanties worden beëindigd. Alle inkomsten moeten op deze rekening worden gestort.

• zodra hulpvrager(s) zich niet houdt/houden aan bovengenoemde voorwaarden eindigt de hulpverlening. De schuldeisers worden hiervan (indien nodig) schriftelijk op de hoogte gesteld en hervatten wellicht hun invorderingsacties ( zoals huisuitzetting, afsluiting, beslaglegging, e.d.).

• hulpvrager(s) is/zijn ervan op de hoogte, dat er slechts een schuldenregeling tot stand kan komen bij volledige medewerking van zowel henzelf als de schuldeisers.

• hulpvrager(s) blijft/blijven zelf verantwoordelijk voor hun financiële situatie.

• hulpvrager(s) blijft/blijven zich inspannen om zoveel mogelijk inkomsten te verwerven en deze voor de schuldhulp in te brengen.

De verplichting van zowel het eerste als het tweede lid gelden zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schulddienstverlening.

Artikel 7. Weigeren en beëindiging

Indien de aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 van deze beleidsregels, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt aanvrager eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt aanvrager ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt deze hersteltermijn voldoende geacht. Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde ‘kan-bepaling’. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 8. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 7 onaangetast. Van de 7 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht. Daar waar de gemeente Rijssen-Holten een selectieve en gerichte toepassing van schulddienstverlening wil, kan dat betekenen dat schulddienstverlening wordt beëindigd indien de vorm van schulddienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 5 van deze beleidsregels.

Artikel 9. Recidive

Dit artikel formuleert de regels over de weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten en contacten schulddienstverlening. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.

Ondanks dat er sprake is van recidive is het product ‘Informatie en Advies’ wel beschikbaar. Op die manier is, indien de klant dit wenst, een lichte vorm van ondersteuning alsnog mogelijk.

Artikel 10. Budgetbeheer

Het BBR Totaal pakket dient als uitgangspunt gehanteerd te worden bij het toekennen van een BBR in geval van schuldensituaties. Indien nodig wordt advies gevraagd van flankerende instellingen, zoals het maatschappelijk werk, Dimence, Tactus enz., om de noodzaak van een BBR vast te stellen.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Ondertekening