Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011 (1e wijziging)

Geldend van 16-11-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 22-09-2011

Intitulé

Legesverordening 2011 (1e wijziging)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440) en artikel 10, aanhef en onderdeel b, van de Legesverordening 2011;

gezien het advies van 24 oktober 2011;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening tot 1e wijziging van de Legesverordening 2011

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van 7 dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgen-

    de kalendermaand;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede li, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder e,

    van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld

    in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

    een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld

    in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als

    een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag

wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belasting-

schuldige bekendgemaakt

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toe-

      zending daarvan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen 3 maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaringen omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2010’ van 13 november 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 3 juni 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, lid 2, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 22 september 2011.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2011 (1e wijziging)’.

Artikel Bijlage

[Klik hier om het document te downloaden] tarieventabel (1e wijziging)