Regeling vervallen per 10-12-2010

Fraudeverordening WWB en WIJ 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 09-12-2010

Intitulé

De gemeenteraad, Gezien: het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van  Rijswijk d.d. 3 november 2009   nr. 09.055517             Gelet: op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, op artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet  Overwegende: dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;  Besluit vast te stellen de

Fraudeverordening WWB en WIJ Gemeente Rijswijk 2010 

HOOFDSTUK 1

Fraudeverordening WWB en WIJ Gemeente Rijswijk 2010

FRAUDEVERORDENING WWB en WIJ

Artikel 1- Beleidsplan hoogwaardig handhaven

Het college van Burgemeester en wethouders draagt zorg voor een beleidsplan hoogwaardig handhaven.

Artikel 2 - Inhoud van het beleidsplan

Lid 1: In het beleidsplan hoogwaardig handhaven wordt ingegaan op de visie van het college op hoogwaardig handhaven en de doelstellingen gericht op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand.

Lid 2: In deze verordening wordt onder Wet werk en bijstand mede verstaan de Wet investeren in jongeren.

Artikel 3 – Het controleplan

Het college stelt een controleplan op waarin de instrumenten ter voorkoming van fraude en de instrumenten gericht op de aanpak van fraude nader worden uitgewerkt. In het controleplan wordt in ieder geval ingegaan op de volgende instrumenten:

  • 1.

    risicosturing;

  • 2.

    signaalsturing;

  • 3.

    themacontroles.

Artikel 4- De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2010

Artikel 5 – Intrekking

Per datum als in artikel 4 genoemd wordt de Fraudeverordening Wet werk en bijstand 2005 ingetrokken.

Artikel 6 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Fraudeverordening WWB en WIJ 2010”

Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 15 december 2009.

Algemene toelichting

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB was reeds in de Fraudeverordening en Afstemmingsverordening vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in de Fraudeverordening WWB. Deze krijgt daardoor ook een andere naam en zal voortaan “Fraudeverordening WWB en WIJ” heten.

In deze fraudeverordening wordt bepaald dat het college een beleidsplan opstelt waarin de doelstellingen staan met betrekking tot het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren. Dit beleidsplan zal worden opgesteld in het kader van Hoogwaardig Handhaven. Het doel van Hoogwaardig Handhaven is het verhogen van de nalevingsbereidheid van cliënten en de kans op misbruik van sociale regelingen te minimaliseren. Dit kan worden bereikt door een effectievere en efficiëntere controlesystematiek. Hoogwaardig Handhaven kent vier samenhangende beleidslijnen die de kern vormen van het handhavingsbeleid.

Instrumenten ter voorkoming van fraude (preventie):

  • 1.

    het beter en vroegtijdig informeren van klanten over rechten, plichten en handhaving;

  • 2.

    het optimaliseren van de dienstverlening zonder belemmeringen, zodat de kans op spontane naleving wordt vergroot.

Instrumenten gericht op aanpak van fraude (repressie):

  • 3.

    vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen;

  • 4.

    bij constatering van fraude daadwerkelijk sanctioneren (afstemmen van de uitkering).

Vroegtijdig informeren

Uitkeringsgerechtigden moeten duidelijk worden geïnformeerd over hun rechten en plichten zodat iedereen weet wat wel en niet mag. Alleen indien uitkeringsgerechtigden tijdig en volledig zijn geïnformeerd kunnen ze worden aangesproken op hun gedrag.

Optimaliseren van de dienstverlening

Onnodige procedures roepen irritatie op en verminderen daardoor de bereidheid van de cliënt om de wet en regels na te leven. Door op een klantvriendelijke manier organisatorische belemmeringen weg te nemen, wordt de cliënt gestimuleerd in zijn dienstvriendelijkheid: hij zal meer gemotiveerd zijn om zich aan de regels te houden.

Vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen

Een belangrijk instrument in de fraudebestrijding is ‘controle op maat’. Controle op maat houdt in: hoe meer risico, hoe intensiever de controle. Iedereen zal worden gecontroleerd, alleen de een wat meer dan de ander. Daarnaast kunnen er themacontroles worden uitgevoerd. Personen die voldoen aan een bepaald criterium (bijvoorbeeld veelvuldig te laat inleveren van het maandelijkse inlichtingenformulier) worden intensief gecontroleerd op grond van een protocol. Tot slot wordt er een systeem van signaalsturing ingevoerd. Gedurende het gehele proces van intake tot beëindiging worden onduidelijkheden (signalen) die tijdens een gesprek, uit het dossier of via een tip naar voren komen nader onderzocht en afgehandeld.

Afstemmen van de uitkering

Op het moment dat er fraude wordt gepleegd, dan zal dit niet zonder gevolgen mogen blijven. Het teveel ontvangen bedrag zal moeten worden teruggevorderd en moeten worden geïnd en er zal een maatregel moeten worden opgelegd. Bij een groot fraudebedrag zal er aangifte moeten worden gedaan.