Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van een recht onder de naam liggeld 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIGGELD 2014

De gemeenteraad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 15 oktober 2013, no. 13-048;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIGGELD 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of dat te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

  • d.

    dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 00.00 uur.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'liggeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden, bij een verblijf langer dan twee weken op de krachtens de geldende Algemene plaatselijke verordening voor Rijswijk aangewezen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het liggeld wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van het woonschip.

  • 2.

    Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Het recht bedraagt per woonschip € 0,92 voor elke dag, waarmee het verblijf binnen de gemeente de tijd van veertien, al dan niet achtereenvolgende, dagen binnen het zelfde kalenderjaar te boven gaat.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing en betaling

  • 1. Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende nota.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de gedagtekende nota worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de nota.

  • 3. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

  • 4. De belastingschuldige, die nalaat het verschuldigde recht te voldoen, is gehouden om op eerste aanzegging van het college van burgemeester en wethouders de ligplaats met medeneming van het woonschip te verlaten.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Het liggeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Teruggaaf

Teruggaaf van het recht vindt plaats indien de ligplaats wordt verlaten voordat de periode, waarover het recht is voldaan, is verstreken.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De “Verordening Liggeld 2013” van 13 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    • Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 12 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Liggeld 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 12 november 2013.
De gemeenteraad,
de griffier, de voorzitter,
J.A. Massaar bpa drs. M.J. Bezuijen