Regeling vervallen per 08-04-2011

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden

Geldend van 19-07-2008 t/m 07-04-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

De gemeenteraad van Rijswijk; gelezen het voorstel van het presidium no. 08-052;  BESLUIT vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2007 (2.07.516)

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • b.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • c.

    commissieleden: de leden van een commissie, als bedoeld onder b., die geen lid van de raad of ambtenaar in dienst van de gemeente Rijswijk zijn en die niet namens een beroeps- op belangengroep zitting hebben in de commissie en daarin de belangen van deze groepen vertegenwoordigen;

  • d.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244 en de daarop bij Koninklijk Besluit gevolgde wijzigingen;

  • e.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • f.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Degene die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.2.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.3.

  • 3.

    Indien sprake is van een aanvraag overeenkomstig het tweede lid, wordt de beslissing of deelname aan cursus, congres, seminar of symposium van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap, genomen door het presidium.

Artikel 6 Kinderopvang

vervallen

Artikel 7 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag ontvangt een raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:

  • a.

    de aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

  • b.

    Het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 2.

    Indien sprake is van een tegemoetkoming als bedoeld in lid 1 onder a. en b. ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 33,3% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt uitgegaan van een aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software van ten hoogste € 1000,--.

  • 3.

    Op aanvraag ontvangt het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. Voor de abonnementskosten geldt een maximum van € 25,-- per maand.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 8 Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

  • a.

    als raadslid of wethouder;

  • b.

    uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

  • c.

    als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijke belang dient.

Artikel 9 Overige vergoedingen

Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op de leden van raadscommissies volgens artikel 82 gemeentewet.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 10 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

a. betaling uit eigen middelen; of

b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de griffier.

Artikel 11 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 3, 5, 6 en 7 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk het commissielid, dient het declaratieformulier binnen 2 maanden in bij de griffier, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 12 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 3, 5, 6 en 7 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raads- of commissielid, voor akkoord ondertekende factuur aan de griffier.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Het raads- of commissielid dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 9 terug tot en met 1 januari 2007.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid vermelde datum wordt de "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden", zoals vastgesteld door de raad op 31 maart 1998 ingetrokken

Artikel 14 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als:

    Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2007.

    Vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 27 maart 2007, gewijzigd 4 maart 2008 en 8 juli 2008.

  • Toelichting op de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2007

    Artikel 1

    Begripsomschrijvingen

    Bij de omschrijving van ‘raadslid’ kan verwarring ontstaan: een wethouder is immers per definitie geen lid van de raad. Deze situatie kan zich wel voordoen kort na de gemeenteraadsverkiezingen, als er nog geen nieuw college is gevormd en het oude college daarom nog in functie is. Een wethouder kan op de kieslijst staan van zijn partij en gekozen zijn in de raad. Totdat het nieuwe college is benoemd, vervult hij een dubbelfunctie. In dat geval gelden de vergoedingen die hij krijgt als wethouder; hij ontvangt geen raadsvergoedingen daar bovenop.

    Artikel 2

    Vergoeding voor werkzaamheden

    De raadsvergoeding zelf is geregeld in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Hierin wordt de maximale vergoeding aangegeven, gebaseerd op het aantal inwoners van de gemeente. De gemeenteraad kan besluiten daarvan naar beneden af te wijken. Dat kan op twee manieren:

    • 1.

      de raad stelt de raadsvergoeding in algemene zin lager vast op een percentage tussen 80 en 100 van het door de minister vastgestelde maximum.

    • 2.

      de raad kan vaststellen dat een deel van de raadsvergoeding wordt uitbetaald als presentiegeld. Dat deel mag maximaal 20% van de raadsvergoeding zijn.

    Ook een combinatie van beide maatregelen is mogelijk. In het opgenomen artikel is uitgegaan van het maximale bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden. Het bedrag voor de vergoeding van de werkzaamheden wordt geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid.

    Artikel 3

    Onkostenvergoeding

    De onkostenvergoeding zelf is geregeld in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Hierin wordt de maximale vergoeding aangegeven, gebaseerd op het aantal inwoners van de gemeente. De gemeenteraad kan besluiten daarvan naar beneden af te wijken. De onkostenvergoeding mag echter niet lager zijn dan 80% van het door de minister vastgestelde maximum. In deze verordening is gekozen voor de maximale vergoeding.

    Net als de raadsvergoeding is het bedrag van de kostenvergoeding geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex.

    De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten: representatie, vakliteratuur, contributies, lidmaatschappen, telefoonkosten, bureaukosten, porti, zakelijke giften, bijdrage aan fractiekosten, ontvangsten thuis, excursies.

    De vaste kostenvergoeding kan sinds 1 januari 2001 niet meer onbelast worden verstrekt. Om netto het bedrag van de vaste kostenvergoeding gelijk te houden is het bedrag gebruteerd tegen het belastingtarief van 52%. Deze brutering heeft echter geen betrekking op raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime. Voor hen blijven de aftrekmogelijkheden van de werkelijk gemaakte kosten op het resultaat uit onderneming bestaan. Zij ontvangen de vaste kostenvergoeding zonder de brutering.

    Artikel 5

    Cursus, congres, seminar of symposium

    De in dit artikel bedoelde cursussen en congressen hebben een zakelijk karakter en zijn aan te merken als beroepskosten waarvan de vergoeding c.q. verstrekking van loonbelasting is vrijgesteld. Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime geldt dat de vergoedingen en verstrekkingen naar de waarde in het economische verkeer bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord en dat de gemaakte kosten binnen

    de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten kunnen worden opgevoerd. De kosten van deze voorzieningen komen rechtstreeks voor rekening van de gemeente. Een onderscheid is gemaakt tussen cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd én die waaraan het individuele raadslid in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap op eigen initiatief deelneemt. In het geval van eigen initiatief dient de declaratie te worden onderbouwd om het nut en/of de noodzaak daarvan vast te stellen.

    Artikel 6

    Kinderopvang

    Vervallen.

    Artikel 7 (en 9):

    Computer en Internetverbinding

    Dit artikel komt in de plaats van de regeling voor bruikleen van computers. De vergoeding betreft de kosten voor de aanschaf van een pc, de bijbehorende apparatuur en software, ook als de apparatuur al in eigen gebruik was. Hiermee wordt voorkomen dat een raadslid dat al over goede apparatuur beschikt, geen vergoeding ontvangt.

    Sinds 2005 kan een computer met bijbehorende apparatuur en software alleen onbelast worden vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld als deze geheel of nagenoeg geheel zakelijk wordt gebruikt. Voor raads- en commissieleden zal dat niet het geval zijn. Dat betekent dat de vergoeding van computerapparatuur en de daaraan gekoppelde tegemoetkoming zal worden belast. Voor de leden die vallen onder het belastingregime zal een fiscale bijtelling plaatsvinden van 30% van de waarde in het economisch verkeer op het moment van eerste ingebruikneming. De gehanteerde afschrijvingstermijn van drie jaar is gebaseerd op de drie jaar dat over de aanschafwaarde van de computer belasting is verschuldigd. Gedurende die drie jaar zal de gemeente op aanvraag 30% van de aanschafprijs vergoeden. Na drie jaar wordt de waarde van de apparatuur op nul gesteld.

    Als een computer tijdens het kalenderjaar wordt aangeschaft geldt in het eerste en vierde kalenderjaar een vergoeding naar evenredigheid van het aantal kalendermaanden waarin de computer beschikbaar is gesteld. De gemeenteraad bepaalt zelf de hoogte van de vergoeding. De maximale aanschafwaarde in deze verordening is op € 1000,-- gesteld.

    Ook de vergoeding voor aanleg en abonnementskosten voor een internetvoorziening is fiscaal belast. Voor de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de werkelijke kosten van aanleg en abonnement, met een maximum maandbedrag van € 25,--.

    Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime geldt dat de vergoedingen en verstrekkingen naar de waarde in het economisch verkeer bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord en dat de gemaakte kosten binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten kunnen worden opgevoerd.

    Artikel 8: Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

    De vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen is niet geregeld in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Over deze vergoeding wordt slechts gezegd dat de raad deze kan toekennen. Wel wordt als leidraad ook hier een maximale vergoeding aangegeven, gebaseerd op het aantal inwoners van de gemeente. In deze verordening is gekozen voor de maximale vergoeding. Het bedrag van het presentiegeld is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per

    1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid.

    Artikel 9: overige vergoedingen voor commissieleden

    Dit artikel bepaalt dat de secundaire voorziening met betrekking tot vergoeding van kosten voor de aanschaf van een PC met toebehoren (art. 7) voor raadsleden van overeenkomstige toepassing is op de leden van raadscommissies ex artikel 82 gemeentewet. Deze vergoeding is mogelijk geworden door een wijziging van de rechtspositieregeling gemeentelijke politieke ambtsdragers per 1 maart 2006, naar aanleiding van verzoeken van verschillende gemeenten. Het is wettelijk niet mogelijk om een vaste onkostenvergoeding en de overige secundaire voorzieningen voor raadsleden ook toe te kennen aan commissieleden niet-raadsleden. De vergoeding van pc etc. geldt niet voor leden van andere commissies dan de hier bedoelde raadscommissies.