Regeling vervallen per 31-03-2023

De gemeenteraad; gehoord het advies van de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 4 februari 2004, no. 7; gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende gedragscode:

Geldend van 03-03-2004 t/m 30-03-2023

Intitulé

De gemeenteraad; gehoord het advies van de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 4 februari 2004, no. 7; gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende gedragscode:

Gedragscode Gemeenteraad (2.07.8)

1.De toepassing van de gedragscode

  • 1.1.

    De gedragscode is voor elk raadslid het uitgangspunt voor de verwachtingen omtrent het optreden van de raadsleden. De code wordt naar analogie toegepast op commissieleden/niet-raadsleden.

  • 1.2.

    Een raadslid onthoudt zich van al hetgeen het aanzien van het raadslidmaatschap en het aanzien van de raad schaadt. De raadsleden zijn aanspreekbaar op de naleving van gedragscode. Raadsleden spreken elkaar aan op ongewenst gedrag.

  • 1.3.

    In gevallen waarin de code niet voorziet vindt afstemming over eventuele aanpassing van de code plaats in de commissie ABVM. In gevallen waarin toepassing niet eenduidig is, vindt afstemming plaats in het presidium. Zonodig vindt bespreking plaats in de gemeenteraad.

  • 1.4.

    De raad kan wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Algemeen uitgangspunt daarbij is, dat er pas sancties door een afzonderlijke raadslid of de voorzitter zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft geholpen. Het betrokken raadslid onthoudt zich hierbij van stemming. De burgermeester treedt vanuit zijn functie als voorzitter van de gemeenteraad op als bewaker/stimulator van bestuurlijke integriteit van de raad. De door de raad op te leggen sancties beperken zich tot het ontnemen van niet verplichte faciliteiten van raadsleden zoals de fractievergoeding, deelname aan excursies/ uitstapjes, uitnodigingen voor gemeentelijke activiteiten, het gebruik van een fractiekamer, toegang tot gemeentelijke gebouwen, lidmaatschap van commissies e.d.

  • 1.5.

    De leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code. De door de raad vastgestelde code is openbaar en is door derden te raadplegen.

2. Belangenverstrengeling

  • 2.1.

    Een raadslid maakt in eerste aanleg een eigen afweging rond mogelijke belangenverstrengeling.

    Bij twijfel wordt het raadslid in staat gesteld zijn afwegingen zelf publiek te maken.

  • 2.2.

    Een raadslid zal bij aangelegenheden, die hem direct of indirect persoonlijk aangaan, of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken, niet aan de beraadslagingen en de besluitvorming deelnemen.

  • 2.3.

    Een raadslid neemt van een aanbieder van producten of diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.4.

    Een raadslid is niet als gemachtigde in geschillen en/of beroep- of bezwaarschriften procedures werkzaam ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur.

3. Nevenfuncties

  • 3.1.

    Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2.

    Een raadslid maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens zijn openbaar en door derden te raadplegen. De kosten die het raadslid maakt in verband met een nevenfunctie worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

4. Omgaan met informatie

  • 4.1

    Raadsleden kunnen ervoor kiezen geen kennis te nemen van geheime informatie. Als men in algemene zin geen vertrouwelijke stukken toegezonden wil hebben, wordt dit tevoren kenbaar gemaakt aan de griffier.

  • 4.2

    Een raadslid gaat zorgvuldig om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen informatie waaromtrent de geheimhoudingsplicht is opgelegd.

  • 4.3

    Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn zakelijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5. Aannemen van geschenken

  • 5.1.

    Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt, worden gemeld bij het Presidium. Het raadslid dient daarbij aan te geven welke maatschappelijke bestemming de ontvangen geschenken en giften krijgen.

  • 5.2.

    Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden.

6. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

7. Reizen en werkbezoeken

  • 7.1.

    Reizen voor de gemeenteraad worden in het presidium afgestemd.

  • 7.2.

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het presidium en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 7.3.

    Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan, maar wordt gemeld in het presidium. Het meereizen van derden op kosten van de gemeente geschiedt uitsluitend op uitnodiging van de uitnodigende partij. Het verlengen van een buitenlandse reis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits de extra reis- en verblijfkosten voor rekening van het raadslid komen. En de verlenging vooraf wordt gemeld.

  • 7.4.

    Van een reis of werkbezoek wordt een verslag opgesteld en ter inzage gelegd. De buitenlandse reizen worden vermeld in het jaarverslag.

8. Uitgaven en declaraties

8.1.Uitgaven en declaraties worden uitsluitend vergoed op basis van bestaande afspraken en regelingen.

  • 8.2.

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde procedure.

  • 8.3.

    De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling.

9. Overige gedragsregels

  • 9.

    Een raadslid onthoudt zich van beledigingen, laster, leugens en persoonlijk grievende bewoordingen.

  • 10.

    Inwerkingtreding en aanhaaltitel

    • 10.1

      Dit besluit kan worden aangehaald als: “Gedragscode Gemeenteraad”.

    • 10.2

      De gedragscode treedt inwerking met ingang van de dag volgend op die van haar vaststelling.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 2 maart 2004.