Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2011,

raadsvoorstelnummer 2011/055/1;

gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet

besluit :

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012

(verordening parkeerbelastingen 2012)

Artikel 1 Belastbaar feit.

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van eenmotorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia. Van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    gehandicapten- een gehandicaptenparkeerplaats zoals bedoeld in artikel 26 van het Reglement parkeerplaats: Verkeersregels en Verkeertekens 1990 (RVV 1990), aangeduid met verkeerstekens op een bord volgens model E6 van bijlage 1 van het RVV 1990;

  • f.

    autodate: het herhaalt en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motormotorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • g.

    E-laad parkeerplaats: een parkeerplaats die bestemd is voor het parkeren van een (semi)elektrisch motorvoertuig ten behoeve van het opladen van het voertuig en die nader aangeduid is met het onderbord met opschrift “opladen elektrische voertuigen”

    of het overeenkomstige pictogram;

  • h.

    autodateplaats: een parkeerplaats die bestemd is voor het parkeren van een autodate voertuig en die nader aangeduid is met het onderbord met het opschrift “autodate”;

  • i.

    kwartaal: 3 aaneengesloten kalendermaanden ingaand op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober;

  • j.

    maand: alle dagen behorend tot één kalendermaand.

Artikel 3 Belastingplicht.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden:

      de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het

      motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt,

    indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte middels het daarvoor bestemde aangifteformulier en moet voor vergunningen A en C genoemd in de Tarieventabel worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte middels het daarvoor bestemde aangifteformulier en moet voor vergunningen B, D t/m F genoemd in de Tarieventabel worden betaald uiterlijk 30 dagen na dagtekening van de acceptgiro c.q. de vergunningverlening

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatisch betalingsincasso kunnen worden afgeschreven conform de “Beleidsregels automatisch incasso” van de Gemeente Roermond. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 6A Vrijstelling

  • 1. Houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke invalidenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers) of buitenlandse invalidenparkeerkaart die parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zijn vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de vergunning op een van buitenaf zichtbare plaats leesbaar te worden aangebracht.

  • 2. Bestuurders die op grond van een overeenkomst met een autodate gebruik maken van een aangewezen autodateplaats zijn vrijgesteld.

  • 3. Bestuurders die gebruik maken van een e-laad parkeerplaats ten behoeve van het opladen van het (semi)elektrische motorvoertuig zijn vrijgesteld.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen.

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling.

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor

    wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 9 Kosten.

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen € 54,00

  • 2. De kosten voor het aanbrengen en verwijderen van een wielklem € 50,00

  • 3. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    Tarieftijd 1: (op werkdagen van 08.00 – 18.00 uur)

    uitrij- en uitvoeringstarief € 162,86

    Tarieftijd 2: (tijden buiten tarieftijd 1)

    uitrij- en uitvoeringstarief € 185,86

  • 4. De kosten van het bewaren van en vervolgens afgeven van een voertuig bedragen:

    Bij tarieftijd 1 voor de eerste 24 uur:

    Opslag plus afgifte € 22,14

    Bewaarloon, toepasbaar voor de volgende dagen € 8,29

    Bij tarieftijd 2 voor de eerste 24 uur:

    Opslag plus afgifte € 22,14

    Bewaarloon, toepasbaar voor de volgende dagen € 8,29

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De "Verordening parkeerbelastingen 2009" van 26 mei 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2012".

Tarieventabel, behorende bij de

" Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012".

1.Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 1,onderdeel a bedragen:

A.Binnen de singelring voor alle straten in het

gebied begrensd door Buitenop, Roersingel,

Roerkade, Minderbroederssingel, Zwartbroekplein,

Willem II singel, Stationsplein, Godsweerdersingel

en Wilhelminasingel, uitgezonderd de straten

vermeld in de zone B € 1,30 per uur

B.Binnen de singelring voor de straten:

Kruisherenstraat, St. Cornelisstraat, Maria Gardestraat,

Achter de Oranjerie, Emile Seipgensstraat,

Joep Nicolasstraat, Kloosterwandplein, Kloosterwandstraat,

Zwartbroekstraat, Minderbroedersstraat, Peregrinus Vogelstraat,

Neerstraat, Bakkerstraat en Schuitenberg € 1,50 per uur

C.Voorstad St. Jacob voor de straten en pleintjes

in het gebied begrensd door de Maasboulevard,

de Ster, de weg Voorstad St. Jacob over ca.300 m.

in zuidelijke richting en de rivier de Roer € 1,20 per uur

D.Roerzicht voor de straten in het gebied begrensd

door B. Lindanussingel, Molenweg, Minderbroederssingel,

Zwartbroekplein, Kapellerpoort, Andersonweg en

Roerzicht, uitgezonderd de straten vermeld in zone E € 1,20 per uur

E.Roerzicht voor de straten:

parallelweg van de B. Lindanussingel tussen

de Deemselstraat en Minderbroederssingel,

Gr. Reinaldstraat tussen Minderbroederssingel en B.

Boermansstraat, B. Drehmansstraat tussen B.

Boermansstraat en Secr. Moonenstraat,

Secr. Moonenstraat, Mgr. van Gilsstraat en

P.Cuypersstraat tussen de H. Luytenstraat

en Kapellerpoort € 1,30 per uur

F.Alle overige straten in het gebied begrensd door:

Arlo, Kazerneterrein, Wilhelminasingel, Slachthuisstraat

tot aan de spoorwegovergang, de spoorlijn Eindhoven-Maastricht

tot aan de Koninginnelaan, Zwartbroekplein, Kapellerpoort,

Andersonweg, Roerzicht, B. Lindanussingel, Molenweg, de Ster

en de rivier de Maas € 1,20 per uur

G. Het gebied begrensd door de Spoorlaan Noord,

Hendrik Uwensstraat, Maria Theresialaan en Oranjelaan € 1,20 per uur

H. De Wilhelminasingel voor zover deze dient als

parallelweg van de N280 € 1,30 per uur, € 5,20 per 24 uur

I. Alle parkeerplaatsen ingericht als kort-parkeerplaatsen

(maximale parkeerduur 30 minuten) € 1,30 per 30 min

J. De Maashaven voor zover het straatparkeren betreft € 1,20 per uur met een maximum van € 3,00 per dag

2. Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen op parkeerterreinen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen:

  • A.

    Maashaven 1

    Maashaven 2

    Arlo

    Stationspark (Spoorlaan Noord)

    ECI (Bisschop Lindanussingel)

    Voorstad (De Ster)

    Akcros (Bisschop Lindanussingel) € 1,20 per uur met een maximum van € 3,00 per 24 uur

  • B.

    Wilhelminaplein

    Knevelsgraafstraat € 1,30 per uur met een maximum van € 5,20

    per 24uur

  • C.

    Brandweer € 1,30 per uur

3. Tarieven voor het parkeren anders dan met betaling bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a bedragen:

  • A.

    Moutfabriek, Stationspark, Wilhelminaplein, parkeerplaats

    Roersingel, De Ster, Wilhelminasingel (parallelweg N280),

    ECI-terrein, Akcrosterrein en straten rondom de

    Reinald Residentie (Bisschop Boermansstraat – Bisschop

    Drehmansstraat – Secr. Moonenstraat) (parkeerabonnement) € 35, - per maand, € 385, - per jaar

  • B.

    Alle parkeerapparatuurplaatsen (dagkaart) € 7,80 per dag

4. Tarieven voor het parkeren middels een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b bedragen:

A. Bewoners:

-voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3a van deParkeerverordening, waarin een bepaald gebied van de gemeente is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders (bord model E9) en geldend voor één of meerdere kentekens; € 11,00 per maand

-voor een vergunning bedoeld in artikel 3, lid 3d van deParkeerverordening, waarin een bepaald gebied van de gemeente is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuur- en vergunninghoudersplaatsen met een beperkte tijd; € 11,00 voor 10 dagen met een maximum van 50 dagenper half jaar

B. Zakelijk belanghebbenden:

- voor een vergunning bedoeld in artikel 3, lid 3b van de

Parkeerverordening waarin een bepaald gebied van de

gemeente is aangewezen voor het parkeren bij

parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders

(bord model E9); € 55,00 per maand

C. Bedrijven met een wisselend bezoek- of werkadres

- voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3e

van de Parkeerverordening, voor het parkeren bij

parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders

(bord model E9) in de gemeente met onbeperkte

parkeerduur; € 55,00 per maand

- idem voor een dagvergunning; € 7,80

D. Eerstelijnshulp in de gezondheidszorg:

- voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3f

van de Parkeerverordening, voor het parkeren bij

parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders

(bord model E9) in de gehele gemeente met

beperkte parkeerduur; € 11,00 per maand

E. Mantelzorg

- voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3g

van de Parkeerverordening, waarin een bepaald

gebied /straat is aangewezen voor het parkeren

bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders

(bord model E9) met beperkte parkeerduur onder

vermelding van de straat waar de ontvanger

van de mantelzorg woonachtig is; € 5,00 per maand

F.Non-profit organisaties

- voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3h van de Parkeerverordening, waarin een bepaald gebied van de gemeente is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen envergunninghouders (bord model E9) € 11,00 per maand