Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012

Geldend van 29-02-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

1.

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

2..

a.

de WWB:

de Wet werk en bijstand;

b.

bijstand:

de bijstand genoemd onder artikel 5 onder a van de WWB;

c.

het college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

d.

de raad:

de gemeenteraad van de gemeente Roermond;

e

schoolgaand kind

ten laste komende kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt.

Artikel 2. Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.

Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.

Hoofdstuk 2 Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3. Voorwaarden

1.

Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste een inkomen zoals bedoeld in artikel 35 lid 9 WWB, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

2.

Uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4. Maximale vergoeding

De maximale vergoeding of waarde van de vergoeding bedraagt per schoolgaand kind per kalenderjaar € 100,00.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012’.

Toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012

Algemeen

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt

inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 WWB.

Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met

maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB).

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald dat onder sociaal-culturele,

educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Het begrip ‘schoolgaand kind’ is gedefinieerd. Schoolgaande kinderen staan centraal in het beleid m.b.t. maatschappelijke participatie. Dit begrip wordt ook genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, WWB maar niet nader omschreven. Onder schoolgaande kinderen wordt in dit verband verstaan, niet alleen kinderen die feitelijk schoolgaand zijn, maar ook zij die de verplichting hebben omdat ze onder de leerplicht of kwalificatieplicht vallen.

Artikel 2. Maatschappelijke participatie

In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’.

In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Dit volgt ook uit artikel 3 lid 2 van deze verordening. In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.

Met betrekking tot kosten die in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstand kan in ieder geval gedacht worden aan de kosten van:

• de contributie van een sportvereniging;

• de contributie van een zangvereniging;

• een internetabonnement;

• een telefoonabonnement;

• een zwemabonnement;

• muziekonderwijs;

• schoolactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies;

• sportattributen;

• sportkleding;

• vakantiekamp.

Bovenstaande opsomming is geen limitatieve lijst. Het begrip ‘kosten in verband met maatschappelijke participatie’ dient zo ruim mogelijk te worden uitgelegd.

Artikel 3. Voorwaarden

In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB. In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet. Het betreft:

-

het behoren tot de doelgroep zoals neergelegd in artikel 35 lid 5 WWB: een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.

-

het hebben van een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste

110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze

verordening. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 4. Maximale vergoeding

In artikel 3 lid 2 van deze verordening is bepaald dat voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening kosten voor sociaalculturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking

komen. Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen. Om de kosten enigszins te kunnen beheersen is in artikel 4 van deze verordening de maximale vergoeding per kalenderjaar vastgelegd voor gezinnen en alleenstaande ouders. Dit is afhankelijk van het aantal kinderen ten behoeve waarvan categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening wordt verstrekt.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een

beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met

maatschappelijke participatie van dat kind.

Artikel 6. Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.